Transport Les 6: Bloedstolling en Lymfe

Bloedstolling en lymfe
Thema 10: Transport
§4 Bloedstolling en §5 Lymfe
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloedstolling en lymfe
Thema 10: Transport
§4 Bloedstolling en §5 Lymfe

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Werking hormoon EPO
- Samenstelling bloed

Deze les:
- Opname zuurstof
- Bloedstolling
- Weefselvloeistof en lymfe

Slide 2 - Tekstslide

Functies bloed
- afleveren stoffen:
   > zuurstof, voedingsstoffen
- afvoeren stoffen:
   > CO2, melkzuur
- warmte verdelen
- ziektes bestrijden (antistoffen)

Via bloed ook communicatie (hormonen) en ander transport.

Slide 3 - Tekstslide

Opname zuurstof
Zuurstof en CO2 worden door bloed getransporteerd.

Zowel in bloedplasma als in rode bloedcellen.

Hemoglobine (Hb) bindt zuurstof,
kan ook CO2 binden.

Slide 4 - Tekstslide

Opname zuurstof
1. In de longen veel O2
2. O2 diffundeert bloedplasma in.
3. Hemoglobine bindt O2: HbO2


Slide 5 - Tekstslide

Opname zuurstof
1. Bij spieren ontstaat CO2.
2. CO2 diffundeert bloedplasma in.
3. Hemoglobine bindt CO2: HbCO2
4. Rest CO2 omgevormd tot HCO3-.
5. HbO2 bindt H+: er komt O2 vrij.


Slide 6 - Tekstslide

Bloedstolling
Bloed zorgt voor snel transport.
Bij verwondingen kan je bloed verliezen.
1e reactie: samentrekken spieren!
2e reactie: bloedstolling

Is bloedverlies erg?
Bloedingen snel stoppen?

Slide 7 - Tekstslide

Bloedstolling
Belangrijk bij bloedstolling:
- vermindering bloedstroom
- dichten van de wond

Hierin spelen bloedplaatjes, fibrinogeen en spieren een rol.

Wat doen bloedplaatjes en fibrinogeen?

Slide 8 - Tekstslide

bloedstolling

Slide 9 - Tekstslide

Stollingsfactoren
Regeling van bloedstolling loopt via vaste route (BINAS 84 O):
Er zijn stollingsfactoren nodig uit:
- beschadigde cellen
- bloedplaatjes
- bloedplasma: Kalium, Calcium, eiwitten.

Zorgen voor omzetting: protrombine > trombine.

Als laatste trombine: fibrinogeen > fibrine.

Slide 10 - Tekstslide

Ruimte voor vragen

Stel je vragen!

Heb je geen vragen?
Tijd om de opgaven van §11.4 af te maken (opdr. 1 t/m 14)

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Een stollingsziekte,
waar kan het probleem zitten?

Slide 12 - Woordweb

Weefselvloeistof
Bloedplasma naar weefselvloeistof naar lymfe
(bloeddruk, osmotische druk, kleppen)

Weefselvloeistof zit tussen de cellen. Hierdoor opname en afgifte stoffen.

Slide 13 - Tekstslide

Vorming weefselvloeistof
BINAS 84 G
Slagaders: hoge bloeddruk

Haarvaten: bloeddruk neemt af.
Vorming weefselvloeistof

Slagaders, lage bloeddruk
Deel weefselvloeistof wordt weer opgenomen.

Slide 14 - Tekstslide

Vorming weefselvloeistof
Situatie begin haarvat
Bloed hogere OsW [zuigkracht] (3,3)
Hoge bloeddruk (Pbloed 4,6)
Verschil: 1,3 > vocht verlaat haarvat

Situatie eind haarvat
Bloed hogere OsW [zuigkracht] (3,3)
Lage bloeddruk (Pbloed 2,3)
Verschil: 1,0 > vocht naar haarvat




Slide 15 - Tekstslide

Vorming weefselvloeistof
Situatie begin haarvat
Vocht verlaat haarvat: filtratie

Tussentijd uitwisseling stoffen weefselvloeistof <> cellen.

Situatie eind haarvat
Vocht naar haarvat: resorptie





Slide 16 - Tekstslide

Ruimte voor vragen

Stel je vragen!

Heb je geen vragen?
Tijd om de opgaven van §11.5 te  maken (opdr. 1 t/m 14)

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Waar komen stollingsfactoren vandaan?
A
Bloedplaatjes
B
Bloedplasma
C
Beschadigde cellen
D
Alle 3

Slide 18 - Quizvraag

Waar komen stollingsfactoren vandaan?
A
Bloedplaatjes
B
Bloedplasma
C
Beschadigde cellen
D
Alle 3

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen stollingsfactor?
A
Trombine
B
Calcium
C
Kalium
D
Fibrine

Slide 20 - Quizvraag

Aan het begin van een haarvat, waardoor verlaat vocht het haarvat?
A
Osmotische druk
B
Filtratie
C
Resorptie
D
Bloeddruk

Slide 21 - Quizvraag

Bij filtratie. Wat verlaat niet! het haarvat?
A
Stollingseiwitten
B
Hormonen
C
Glucose
D
Aminozuren

Slide 22 - Quizvraag