Semana 38 clase 2

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansWOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...
1. ...In de les: vragende voornaamwoorden leren, herkennen en toepassen blz. 21.
2. ...Oefenen: De tegenwoordige tijd van de werkwoorden Hablar, Llamarse, Ser y Tener.
3. ... Leren: Je kunt in het Spaans aan andere mensen persoonlijk informatie vragen.

Slide 3 - Tekstslide

Proyecto de Español
 Opdracht 1 afronden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Pedir información Informatie vragen
¿Cómo te llamas? Hoe heet je? 
- Me llamo Ik heet...
¿Cuántos años tienes? Hoe oud ben je?
- Tengo ... años Ik ben ... jaar
¿Cuándo es tu cumple? Wanneer ben je jarig?
- Mi cumple es el ... Mijn verjaardag is op... 18 de noviembre
¿De dónde eres? Waar kom je vandaan? 
 
¿Cuál es tu nacionalidad?  Welke is je nationaliteit?

- Soy de ... Ik kom uit... los Países Bajos.

- Soy neerlandés (m)/ neerlandesa(v)...  Ik ben...

¿Dónde vives? Waar woon je? 
- Vivo en ... Ik woon in...
¿Cuál es tu número de teléfono? Wat is je telefoonnummer? 
- Mi número de teléfono es el... Mijn telefoonnummer is...
¿Cuál es tu correo electrónico? Wat is je e-maildres?
- Mi correo electrónico es... Mijn e-mailadres is...
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Me presento...

Slide 7 - Tekstslide

Repaso

Slide 8 - Tekstslide

Maak de volgende sleepvragen zonder in je woordenlijst te kijken!

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de  vraagwoorden naar de juiste zin.
timer
1:00
¿... te llamas?
¿... años tienes?
¿... está mi profe?
¿... es tu número de teléfono?
Cómo
Cuántos
Dónde
Cuál

Slide 10 - Sleepvraag

Vervoeging van de werkwoorden in AR
HABLAR / PRATEN
Stap 1: Hablar
Stap 2: Habl+ 

                                                                                                 
                                                                                          
o
as
a
amos
áis
an

Slide 11 - Tekstslide

HABLAR =  PRATEN
timer
1:00
HABLAMOS
HABLÁIS
HABLAN
LOS SEÑORES
VOSOTRAS
NOSOTROS

Slide 12 - Sleepvraag

SER - ZIJN
Yo Soy
Ik ben
Tú eres
Jij bent
Él/ella/Usted es
Hij/zij/U is
Nostros/as somos
Wij zijn
Vosotros/as sois
Jullie zijn
Ellos/ellas/Ustedes son
Zij zijn

Slide 13 - Tekstslide

timer
1:00
SOY
ERES
ES
ÉL
YO
IK BEN
JIJ BENT
HIJ IS

Slide 14 - Sleepvraag

SER = ZIJN
timer
1:00
SOMOS
SOIS
SON
ELLOS
VOSOTROS
NOSOTROS

Slide 15 - Sleepvraag

LLAMARSE (heten)
yo me llamo
ik heet
te llamas
jij heet
él/ella/usted se llama
hij/zij/u heet
nosotros nos llamamos
wij heten
vosotros os llamáis
jullie heten
ellos/ellas/ustedes se llaman
wij heten

Slide 16 - Tekstslide

timer
1:30
ME LLAMO
TE LLAMAS
SE LLAMA
EL CHICO
YO
IK HEET
DE JONGEN HEET
JIJ HEET

Slide 17 - Sleepvraag

LLAMARSE =  HETEN
timer
1:00
NOS LLAMAMOS
OS LLAMÁIS
SE LLAMAN
LOS CHICOS
VOSOTROS
NOSOTROS

Slide 18 - Sleepvraag

Tener= hebben
                                          e > ie

Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen

Slide 19 - Tekstslide

Tener:hebben
Tener: hebben
timer
1:00
Yo
Él, ella, usted
 Nosotros
Vosotros
Ellos, ellas, ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen

Slide 20 - Sleepvraag

Sleep de vervoeging van TENER 
timer
1:00
Lars y Thijs _____ (tener) un perro
Quirine y yo______(tener) amigas en Argentina.
Tú________ (tener) un perro muy bonito.
Yo _______ (tener) un apartamento en Madrid
Peter y tú _____(tener-vosotros) familia en España.

 tienen

tenemos
tienes

tengo

tenéis 

Slide 21 - Sleepvraag

¿Hay preguntas?

Slide 22 - Tekstslide

DEBERES/ HUISWERK
In Peppels

Slide 23 - Tekstslide

Ken je de vervoeging van de regelmatige werkwoorden op -AR?
A
Muy bien:))
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(

Slide 24 - Quizvraag

Ken je de vervoeging van de werkwoorden op SER, LLAMARSE, TENER?
A
Muy bien:))
B
Bien :)
C
Regular :|
D
Mal :(

Slide 25 - Quizvraag

Wat ik nog moeilijk vind is...
Wat ik vandaag heb geleerd is...
Wat ik al goed kan is...
Wat ik met de lesstof kan doen is...
Mijn leerdoel van deze les was...




Slide 26 - Woordweb

Feliz tarde

Slide 27 - Tekstslide