Les 6 - Klantgericht werken

Introductieles 
Keuzedeel ondernemend gedrag
Ondernemend gedrag gaat over; ondernemend zijn in je eigen werk, meedenken, kansen zien en kansen pakken, je verantwoordelijk voelen, oplossingsgericht zijn, een lerende houding hebben en aanpakken. 
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBO

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Introductieles 
Keuzedeel ondernemend gedrag
Ondernemend gedrag gaat over; ondernemend zijn in je eigen werk, meedenken, kansen zien en kansen pakken, je verantwoordelijk voelen, oplossingsgericht zijn, een lerende houding hebben en aanpakken. 

Slide 1 - Tekstslide

Keuzedeel ondernemend gedrag

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij nog van de vorige les?

Slide 3 - Woordweb

Installatietechniek klantvriendelijkheid

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van deze les;
Weet jij hoe belangrijk het is om klantvriendelijk te zijn;
Weet jij hoe je de klant begroet en aanspreekt;
Kun jij een voorbeelden noemen van klant- onvriendelijk gedrag.

Kun je reflecteren op je eigen gedrag.


Slide 5 - Tekstslide

Benoem een klantonvriendelijke situatie die jij hebt meegemaakt.

Slide 6 - Open vraag

timer
5:00
Hoe spreek jij een klant aan?

Slide 7 - Woordweb

klanten begroeten 
en aanspreken 
Komt een klant de winkel binnen, begroet deze dan vriendelijk. Begroeten betekent dat je de klant groet. Zeg op een vriendelijke manier “Goedemorgen”, “Dag meneer” of zoiets. En vergeet niet de klant aan te kijken. Als je met iemand praat, is het altijd prettig als je elkaar aankijkt. 


Slide 8 - Tekstslide

Let bij het begroeten en aanspreken 
van een klant op het volgende:  
- Je spreekt de klant altijd aan met ‘u’. 
 
- Je kijkt de klant aan als je tegen hem praat en naar hem luistert.

- Je praat duidelijk en verzorgd Nederlands.

- Je bent vriendelijk. 

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Wanneer ben jij
klantvriendelijk?

Slide 11 - Woordweb

Wanneer ben je klantvriendelijk?
  1. klant begroeten.
  2.  Aardig of netjes zijn naar de klanten.
  3.  zorg dat je een positieve uitstraling hebt.
    4. blijf 'professioneel'.
    5. probeer de klant altijd zo goed mogelijk te helpen.


Slide 12 - Tekstslide

Waar is het belangrijk klantvriendelijk te zijn?
A
Bij de opleiding Installatie
B
Bij voeding; als je klanten moet bedienen
C
Bij dienstverlening: als je mensen moet helpen in bejaardenhuis
D
Eigenlijk bij alle sectoren

Slide 13 - Quizvraag

Hoe handel ik als een klant advies vraagt of een klacht heeft?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke eigenschappen horen bij klantvriendelijk gedrag?
Klantvriendelijk
Niet 
klantvriendelijk
Geduldig
Vriendelijk
Haastig
Opdringerig
Behulpzaam
Egoïstisch

Slide 16 - Sleepvraag

0

Slide 17 - Video

Klanten met klachten doorverwijzen
  • blijf klantvriendelijk 
  • let op je houding 
  • leef mee met de klant 
  • verwijs de klant door 
  • draag de klacht over aan een collega 
  • neem netjes afscheid van de klant 

Slide 18 - Tekstslide

Noem een klacht die vaak voorkomt in de installatietechniek

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

Hoe klantvriendelijk vind jij jezelf?
A
9
B
8
C
7
D
Onvoldoende

Slide 21 - Quizvraag

Waar ga jij de komende week op letten qua klantvriendelijkheid?

Slide 22 - Woordweb

Wat vond jij van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Klachten herkennen
  • teleurgestelde klanten 
  • gefrustreerde klanten 
  • boze klanten 
  • onbeleefde klanten 
  • klanten die de service slecht vinden 
  • klanten die de adviezen niet passend vinden 
  • klanten die terugkomen met een product dat niet voldoet aan de wensen 
  • klanten die aangeven dat het “vorige keer ook zo ging…” 
  • klanten die aangeven dat het bestelde nog niet binnen is 

Slide 24 - Tekstslide

Klant met een klacht is een kans voor de winkel. Waarom?

Slide 25 - Open vraag

Klant met een klacht is een kans voor de winkel

  • om de klacht te verhelpen 
  • om de klant opnieuw blij maken 
  • om het vertrouwen van de klant herstellen 
  • om in de toekomst vergelijkbare klachten te voorkomen 

Slide 26 - Tekstslide

Waar klaag jij over in een winkel?

Slide 27 - Open vraag

Rollenspellen
Op correcte wijze:
  • klant begroeten
  • klanten te woord staan 
  • klant doorverwijzen
  • Klant helpen 
  • Klant gedag zeggen

Slide 28 - Tekstslide

Rollenspel 1
Klant komt winkel binnen en vraagt waar de mayonaise staat. Je wijst de klant de weg en loopt mee naar de schap. Echter de schap blijkt leeg. De mayonaise is helaas uitverkocht. 

Slide 29 - Tekstslide

Rollenspel 2
De klant komt binnen zonder winkelwagen. Volgens de richtlijnen van het RIVM moet de klant een winkelwagen mee de winkel in nemen. 

Slide 30 - Tekstslide

Rollenspel 3
Je bent aan het vakkenvullen en een klant vraagt of haar zoontje even naar de wc mag.

Slide 31 - Tekstslide

Rollenspel 4
Je bent aan het vakkenvullen en ziet een klant in een rolstoel die een product wil pakken die op de onderste schap ligt. De klant komt er vanwege de rolstoel niet goed bij.

Slide 32 - Tekstslide

Rollenspel 5
Je bent de producten op FIFO aan het plaatsen in de schappen. Plots hoor je dat er allemaal glazen groente conserven op de grond vallen. Een klant heeft meerdere potjes doperwten op de grond laten vallen.

Slide 33 - Tekstslide

Rollenspel 6
Een klant komt binnen met een grote hond. Je weet dat honden verboden zijn in de supermarkt waar jij werkt. Wat doe of zeg je?

Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze startles gaat over de skill Markt- en klantgericht zijn.

Aan het einde van deze les:

  • weet je wat markt- en klantgericht zijn inhoudt;
  • heb je met markt- en klantgericht zijn geoefend.

Slide 35 - Tekstslide

Wat heeft deze foto te maken met klantgericht zijn?

Slide 36 - Tekstslide

Filmpje
Bekijk het filmpje op de volgende slide.

Wat heeft dit filmpje te maken met marktgericht zijn?

Wat had jij gekozen: met of zonder personal shopper winkelen? Waarom?

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Wat heeft de uitspraak op het tegeltje te maken met de actie van het bedrijf uit het filmpje?

Slide 39 - Tekstslide

Bekijk het filmpje op de volgende slide. 

Beschrijf een situatie waarin jij als klant onvriendelijk bent behandeld.

Hoe reageerde je?
Ben je er klant gebleven of niet? Waarom?

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Slide 42 - Tekstslide

Betekenis
Klantgericht zijn is je inleven in de wereld van de klant en inspelen op zijn behoeften.

Marktgericht zijn is precies weten wat je concurrenten doen, de bladen volgen en praten met klanten. Zo kun je op tijd veranderen als de markt verandert.

Slide 43 - Tekstslide

Markt- en klantgericht zijn is een ondernemende vaardigheid. Jullie gaan deze vaardigheid nu oefenen.

Maak de opdrachten behorend bij Skill 6.

Slide 44 - Tekstslide