Lodewijk XIV en het Ancien Regime

Lodewijk XIV en het Ancien Regime
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lodewijk XIV en het Ancien Regime

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van Pruiken en Revoluties (1700- 1800)
Op de voorgrond zie je een guillotine, dit was een apparaat dat was uitgevonden om onthoofdingen hygienischer en pijnlozer/ humaner uit te voeren. De Franse koning Lodewijk XVI is door een dergelijk apparaat onthoofd en ook zijn vrouw Marie Antoinette moest eraan geloven. Later werden allerlei vijanden van de revolutie hiermee onthoofd. Op de achtergrond zie je de eed op de kaatsbaan. Een belangrijk moment tijdens de Franse revolutie waarbij er gezworen werd een nieuwe grondwet te schrijven waarmee de absolute macht van de koning beperkt werd.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat het Ancien regime inhield en waarom de mening over absolute koningen veranderde.

Slide 3 - Tekstslide

Kijkvragen
1. Wie was Lodewijk XVI en wat was zijn bijnaam?
2. Lodewijk had het in zijn eentje voor het zeggen. Hoe noem je deze macht?
3. Hoe dacht Lodewijk over de adel? Hoe kwam dit?
4. Hoe heette het paleis van Lodewijk XIV?
5. Waarom omringde Lodewijk XIV zich met de adel?
6. Lodewijk had het in zijn eentje voor het zeggen. Hoe noem je deze macht?
7. Hoe heette de minister van Financiën en economische zaken? Wat deed hij om de schatkist te vullen?
8. Wie moesten er voor alles betalen in Frankrijk?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

1. Wie was Lodewijk XVI en wat was zijn bijnaam?

Slide 6 - Open vraag

2. Lodewijk had het in zijn eentje voor het zeggen. Hoe noem je deze macht?

Slide 7 - Open vraag

3. Hoe dacht Lodewijk over de adel? Hoe kwam dit?

Slide 8 - Open vraag

4. Hoe heette het paleis van Lodewijk XIV?

Slide 9 - Open vraag

5. Waarom omringde Lodewijk XIV zich met de adel?

Slide 10 - Open vraag

6. Lodewijk had het in zijn eentje voor het zeggen. Hoe noem je deze macht?

Slide 11 - Open vraag

7. Hoe heette de minister van Financiën? Wat deed hij om de schatkist te vullen?

Slide 12 - Open vraag

8. Wie moesten er voor alles betalen in Frankrijk?

Slide 13 - Open vraag

L'État, c'est Moi
  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme: De koning is enkel verantwoording schuldig naar god en naar niemand anders...

  • Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht. 
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)

  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 14 - Tekstslide

De Zonnekoning
  • Lodewijk vertrouwde de adel niet, hij liet een groot paleis bouwen in Versailles waarbij hij de adel om zich heen verzamelde om ze in de gaten te houden.

  • Nationaal leger + nieuwe rangen op basis van verdiensten en talent i.p.v. afkomst.

  • Lodewijk wou dat iedereen in zijn rijk braaf katholiek was -> veel hugenoten vluchtten naar Duitsland of de Republiek der Nederlanden.
  • Lodewijk voerde veel geldverslindende oorlogen en omringde zich met pracht en praal -> derde stand moest alles betalen (belastingen). 


Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video


Standenmaatschappij

  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'

  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.

Slide 17 - Tekstslide

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk.

  • Taak: Zielenheil van hun kudde.

  • Vrijgesteld van belasting

  •  grootgrondbezitters

Slide 18 - Tekstslide

De 2e stand

  • De edelen: de mensen van adel
  • Taak: Bestuur + Bescherming (leger) 
  • Vrijgesteld van belastingen (wij bloeden al op het slagveld...)

  • De koning vertrouwde hen niet.



Slide 19 - Tekstslide

De 3e stand
  • De boeren en de burgers/ de rest.
  •  In de 3e stand grote verschillen. 

  • rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 20 - Tekstslide

Cahier des Doléances
  • 1788: Lodewijk XVI in paniek: Staatsschuld + gehate vrouw: Marie- Antoinette (Madame Déficit).

  • Lodwijk XVI riep Staten- Generaal bijeen, doel: Belastingen anders heffen.

  • Klachten van alle standen werden verzameld in een klachtenboek: 'Cahier des Doléances...'

Slide 21 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat het Ancien regime inhield en waarom de mening over absolute koningen veranderde.

Slide 22 - Open vraag

Wat denk je dat het effect zou zijn van het feit dat de derde stand telkens voor alles op moest draaien?

Slide 23 - Open vraag