3V - les 53 - STG

3V4/1 - 17 de mayo, 2022 - STG
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3V4/1 - 17 de mayo, 2022 - STG

Slide 1 - Tekstslide

Programa
  • Los exámenes 
  • Quizlet
  • Repaso del perfecto
  • Repaso del indefinido
  • Ejercicio final

Slide 2 - Tekstslide

Los exámenes
SO ZINNEN SCHRIJVEN (Woensdag 8 juni/ 10 juni)
voca 3.1 3.2 3.3 N-S & S-N
roze werkwoordenblad 25 t/m 50 S-N & N-S
Indefinido
Perfecto
Futuro
Gerundio
Bijvoegelijke naamwoorden
Voorzetsels
Aanwijzende voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
Vraagwoorden
Regelmatige en onregelmatige werkwoorden
Wederekerende werkwoorden
Gustar
Hay/ser/estar

PW LEESTOETS
In de toetsweek (27 juni t/m 1 juli)

Voca 3.1/3.2/3.3

Slide 3 - Tekstslide

Quizlet
Leren woordenlijst 3.2
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Pretérito perfecto

Slide 5 - Woordweb

Perfecto
Gaat ALTIJD samen met het hulpwerkwoord HABER en kan dus nooit alleen staan!!!! vb. He hablado con mi tío 

Er zijn een aantal onregelmatige ww, zie volgende slide!

Bij wederkerende ww komt het wederkerende deel vooraan het werkwoord te staan!! vb. Ducharse - Me he duchado

Klik HIER om extra te oefenen met de perfecto!

Slide 6 - Tekstslide

Perfecto (uitzonderingen)
abrir - abierto
decir - dicho
escribir - escrito
ir - ido
hacer - hecho
poner - puesto
ver - visto
volver - vuelto
romper - roto
ser - sido
morir - muerto

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden

woorden als : hoy, todavía, esta mañana, esta semana , todavía, ya, alguna vez, siempre, nunca geven aan dat er een relatie is met het heden en worden gebruikt met de presente perfecto:


Hoy he trabajado mucho

Esta tarde hemos almorzado en casa etc.

Slide 8 - Tekstslide

Geef de perfecto 3de pers enkv:
entrar

Slide 9 - Open vraag

geef de 1ste pers. enkv in de perfecto van salir

Slide 10 - Open vraag

geef de eerste pers enkv van de perfecto van bajar

Slide 11 - Open vraag

Indefinido

Slide 12 - Woordweb

Verleden tijd: indefinido
hablar
comer
escribir
yo
hablé
comí
escribí
hablaste
comiste
escribiste
él/ella/usted
habló
com
escrib
nosotros
hablamos
comimos
escribimos
vosotros
hablasteis
comisteis
escribisteis
ellos/ellas/ustedes
hablaron
comieron
escribieron

Slide 13 - Tekstslide

Indefinido
Regelmatig

Slide 14 - Tekstslide

Zet de indefinido van HABLAR in de juiste volgorde:
ik sprak
jij sprak
hij/zij u sprak
wij spraken
jullie spraken
zij  spraken
hablaste
hablé
habló
hablaron
hablamos
hablasteis

Slide 15 - Sleepvraag

Zet de indefinido van COMER in de juiste volgorde:
Ik at
jij at
hij/zij u at
wij aten
jullie aten
zij aten
comiste
comí
comimos
comió
comisteis
comieron

Slide 16 - Sleepvraag

Zet de indefinido van VIVIR in de juiste volgorde:
Ik leefde /woonde
jij leefde/ woonde
hij/zij u leefde/woonde
wij leefden/woonden
jullie leefden/woonden
zij leefden/woonden
viviste
viví
vivimos
vivió
vivisteis
vivieron

Slide 17 - Sleepvraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
¿Qué ....................... (comer, tú) ayer?

Slide 18 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
El año pasado mis abuelos.............a París (viajar).

Slide 19 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
Ayer................. una carta de Juan (recibir-nosotros).

Slide 20 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
Vosotros.....................paella el domingo. (comer)

Slide 21 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
La selección española de fútbol............el mundial de fútbol en 2010. (ganar)

Slide 22 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de regelmatige indefinido in:
El año pasado...................a Cuba de vacaciones.(ella-viajar)

Slide 23 - Open vraag

Vergeet niet de Wedekerende werkwoorden:

 


Ducharse: 
me duché, te duchaste, se duchó…

Slide 24 - Tekstslide

ducharse - ellos - indefinido

Slide 25 - Open vraag

Indefinido (signaalwoorden)

- ayer, anteayer, anoche
- la semana pasada
- el año/mes/verano pasado
- el otro día, el lunes, el martes
- hace 1,2,3 día(s) /semana(s) / un año
- data: en 1946, el 14 de febrero
- en marzo... en navidades...
- aquel día, aquel invierno
- desde 1995 hasta 1998
- la última vez




Leer de vertaling van de signaalwoorden!
DEZE TIJD HEEFT EEN DUIDELIJK BEGIN EN EIND!

Slide 26 - Tekstslide

gisteren
in 2002
afgelopen/vorige week
de laatste keer
drie jaar geleden
Ayer 
la última vez
Hace tres años
la semana pasada
En 2002

Slide 27 - Sleepvraag

Klik op de volgende dia en maak de opdracht

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

estar
tener
hacer
yo
estuve
tuve
hice
estuviste
tuviste
hiciste
él/ella/usted
estuvo
tuvo
hizo
nosotros-as
estuvimos
tuvimos
hicimos
vosotros-as
estuvisteis
tuvisteis
hicisteis
ellos-as/ustedes
estuvieron
tuvieron
hicieron
Indefinido (onregelmatige werkwoorden)

Slide 31 - Tekstslide

querer
jugar
dormir
yo
quise
jugué
dormí
quisiste
jugaste
dormiste
él/ella/usted
quiso
jugó
durmió
nosotros-as
quisimos
jugamos
dormimos
vosotros-as
quisisteis
jugasteis
dormisteis
ellos-as/ustedes
quisieron
jugaron
durmieron
Indefinido (onregelmatige werkwoorden)

Slide 32 - Tekstslide

ser (zijn)
ir (gaan)
yo
fui
fui
fuiste
fuiste
él/ella/usted
fue
fue
nosotros-as
fuimos
fuimos
vosotros-as
fuisteis
fuisteis
ellos-as/ustedes
fueron
fueron
Indefinido (onregelmatige werkwoorden C2 U3)

Slide 33 - Tekstslide

Ir/ser: fui, fuiste, fue, fuimos, fuisteis, fueron.



¡OJO! De vervoegingen van de werkwoorden ‘ir’ en ‘ser’ zijn in de indefinido hetzelfde. ‘fui’ kan dan ‘ik ging’ , maar ook ‘ik was’ betekenen.


Slide 34 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van de indefinido in:
El año pasado...................a Ibiza de vacaciones.
(mis amigos-ir)

Slide 35 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de indefinido in:
Ayer..................en casa de mi abuela(nosotros-estar)

Slide 36 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de indefinido in:
¿(Hacer-tú) los deberes la semana pasada?

Slide 37 - Open vraag

Vul de juiste vorm van indefinido in:
El sábado pasado (jugar-nosotros) un partido de fútbol en la playa.

Slide 38 - Open vraag

Vul de juiste vorm van indefinido in:
Ayer (dormir-mi hermano) más de 10 horas.

Slide 39 - Open vraag

Vul de juiste vorm van indefinido in:
¿(Tener-vosotros).....................clase de inglés la semana pasada?

Slide 40 - Open vraag

Geef de perfecto 3de pers enkv:
entrar

Slide 41 - Open vraag

geef de 1ste pers. enkv in de perfecto van salir

Slide 42 - Open vraag

geef de eerste pers enkv van de perfecto van bajar

Slide 43 - Open vraag

geef de 3de pers mv in de perfecto van venir

Slide 44 - Open vraag