1.6 Ademhaling bij dieren

1.6 H2b

Ademhaling bij dieren


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1.6 H2b

Ademhaling bij dieren


Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling
Je kunt beschrijven hoe de gaswisseling plaatsvindt bij verschillende diergroepen.
alle organismen doen aan gaswisseling: ze ademen zuurstof in en koolstofdioxide uit 

Slide 2 - Tekstslide

Eencelligen

Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan (diffusie).


Het oppervlak is groot genoeg en het celmembraan is 1 cellaag dik

Slide 3 - Tekstslide

Insecten
  • Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
  • Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
  • Deze openingen noemen we stigma's.

Slide 4 - Tekstslide

Tracheeën
  • Insecten halen de zuurstof                                                                   uit de lucht
  • Larven die in het water leven                                                    hebben een soort van snorkel die boven het water uitsteekt.
  • De mond wordt alleen gebruikt om mee te eten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De ademhaling bij vogels

Bovenzijde van de snavel bevat 2 neusopeningen --> deze eindigd in de neuskamer. Hierin wordt de lucht verwarmd, vochtig gemaakt en hierin ligt het reukzintuig.


Slide 8 - Tekstslide

Neuskamer --> keelholte --> longen


In de longen bevinden zich geen longblaasjes. Buiten de longen bevinden zich luchtzakken.

Lucht stroomt van de achterste luchtzak via de longen naar de voorste luchtzak. Gaswisseling vindt hierdoor sneller plaats

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Kieuwen

Slide 11 - Tekstslide

Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.
Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen

Slide 12 - Tekstslide

Tegenstroomprincipe
Het bloed in de kieuwen stroomt tegengesteld aan de waterstroom. Hierdoor vindt meer diffusie plaats, omdat de concentratie steeds zo groot mogelijk blijft.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Aan het werk
Lezen en maken bs 1.6

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Rode bloedcellen geven ? af.
Rode bloedcellen nemen  ? op.
Dit noemen we ? in de long.
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle ? vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de ?.
Zuurstof
Longen
Koolstofdioxide
Lichaamsdelen
Gaswisseling

Slide 19 - Sleepvraag

Met welk onderdeel van het ademhalingsstelsel van de mens, is de neuskamer van de vogel te vergelijken

Slide 20 - Open vraag

hoe heet het ademhalingsstelsel van een insect?
A
long
B
kieuw
C
trachee
D
maag

Slide 21 - Quizvraag

hoe halen vissen adem
A
met tracheeën
B
met longen
C
met kieuwen
D
ze halen geen adem

Slide 22 - Quizvraag

Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Een wesp maakt vaak bewegingen met zijn achterlijf, waarom maakt hij deze bewegingen.
A
Om dat hij ADHD heeft
B
Omdat hij zo zijn vijanden op afstand houdt
C
Omdat hij jeuk heeft
D
Om adem te halen

Slide 24 - Quizvraag

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen(dolfijnsoort).
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats.
A
Via de mond
B
Via de staart
C
Via de huid
D
Via de ogen

Slide 27 - Quizvraag