Thema 1 les 4: Je brein organiseren

• Mentorles
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Organiseren van je brein

1. Intern: Aandacht, herhaling

2. Extern: Opschrijven, fotograferen

Hoe weet jij wanneer je wat hebt te doen?
(sport; toetsen; opdrachten; familie)

1. Papieren agenda
2. Online agenda
3. Ik onthoud het
4. Mensen helpen het mij onthouden

Hoe vaak vergeet je iets?
(spullen meenemen, afspraak, toets etc.)

1. Meerdere keren per week
2. Eén tot 4x per maand.
3. Minder dan 1x per maand
4. Nooit

Opdracht

Loop door het lokaal

Als ik 'STOP' zeg maak je een afspraak (datum, tijd) met de dichtstbijzijnde leerling. 

Hoeveel van de afspraken heb je precies onthouden?
(met wie, datum, tijd)

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Breingeheim

Door iets op te schrijven leg je het beter vast in je brein.

Ook beter dan bij typen? 

In je werkgeheugen kun je gemiddeld maximaal
7 elementen onthouden. 

Leg uit waarom je moet kunnen ordenen om te kunnen plannen.

Wees specifiek!

-Welke onderdelen van een opdracht doe je tegelijk?

-Wanneer?

-Wanneer leer je en wat leer je voor een toets? 

Gevolg: dan kun je ook zeggen dat je klaar bent. 

Waar loop jij bij het uitvoeren van je planning vooral tegenaan?

1. Wilskracht (aan het werk gaan)
2. Concentratie
3. Organisatie (wat moet ik precies doen?