BLOK 2 OVER TAAL; WOORDENBOEK, zoekwoorden

Wat betekent aantekeningen maken aantekeningen maken?
A
iets wat je vaak doet
B
besluit om iets te veranderen
C
dingen kort opschrijven
D
deel
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat betekent aantekeningen maken aantekeningen maken?
A
iets wat je vaak doet
B
besluit om iets te veranderen
C
dingen kort opschrijven
D
deel

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor:
auteur
A
waar het voor is
B
schrijver
C
dingen kort opschrijven
D
besluit om iets te veranderen

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord:
Maatregel
A
Deel
B
Iets wat je vaak doet
C
zoals het op dat moment was
D
Besluit om iets te veranderen

Slide 3 - Quizvraag

vastleggen
A
registreren
B
bouwen
C
werkend maken
D
gebruiken

Slide 4 - Quizvraag

woordenboek: zoekwoorden



Slide 5 - Tekstslide

Zoekwoorden:

Boven aan de bladzijde in een woordenboek staan twee of vier opvallende woorden. Dat zijn zoekwoorden.

Zo zie je sneller of je een woord op de bladzijde kunt vinden.

Slide 6 - Tekstslide

Alfabet
In blok 1 heb je het alfabet geleerd. Blijf dat oefenen!


Slide 7 - Tekstslide

woordenboek blz. 87
Welke zoekwoorden zie je?
schrijf ze op in je schrift.

Slide 8 - Tekstslide

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
besluit staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 9 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
tarief staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 10 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
provincie staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 11 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
professor staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 12 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
pop staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 13 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
pruik staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 14 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
prachtig staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 15 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
preuts staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 16 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
protest staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 17 - Quizvraag

Op de bladzijde staan de zoekwoorden:
product - promoten.
progressie staat....
A
op deze bladzijden
B
voor deze bladzijden
C
na deze bladzijden

Slide 18 - Quizvraag

Kijk op blz. 88 naar afbeelding 2
waarom staan daar steeds 2 zoekwoorden?
schijf de vier zoekwoorden op

Slide 19 - Tekstslide

nauwelijks
A
ik zoek het woord op de linker bladzijde
B
ik zoek het woord op de rechter bladzijde
C
ik blader terug in het woordenboek
D
ik blader vooruit in het woordenboek

Slide 20 - Quizvraag

nieuwsflits
A
ik zoek het woord op de linker bladzijde
B
ik zoek het woord op de rechterbladzijde
C
ik blader terug in het woordenboek
D
ik blader vooruit in het woordenboek

Slide 21 - Quizvraag

nikkel
A
ik zoek het woord op de linker bladzijde
B
ik zoek het woord op de rechterbladzijde
C
ik blader terug in het woordenboek
D
ik blader vooruit in het woordenboek

Slide 22 - Quizvraag

netheid
A
ik zoek het woord op de linker bladzijde
B
ik zoek het woord op de rechter bladzijde
C
ik blader terug in het woordenboek
D
ik blader vooruit in het woordenboek

Slide 23 - Quizvraag

nerveus
A
ik zoek het woord op de linker bladzijde
B
ik zoek het woord op de rechter bladzijde
C
ik blader terug in het woordenboek
D
ik blader vooruit in het woordenboek

Slide 24 - Quizvraag

netheid
A
ik zoek het woord op de linker bladzijde
B
ik zoek het woord op de rechter bladzijde
C
ik blader terug in het woordenboek
D
ik blader vooruit in het woordenboek

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Link

(huis)werk

Maak

- opdracht 38 (blz. 87)

- opdr. 39 (blz. 88)

Slide 27 - Tekstslide