Let op! Niet alle stof hoef je te leren voor de toets! Zie studiewijzer
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
4H bedrijfseconomie P4 2024-2025
Let op! Niet alle stof hoef je te leren voor de toets! Zie studiewijzer
Slide 1 - Tekstslide
week 14, les 1
Huiswerk
geen
Les
Bespreken proefwerk periode 3
Reflectie op werkwijze
Leerdoel
Je krijgt inzicht in wat je kan doen om je resultaat voor een volgende toets te verbeteren
Slide 2 - Tekstslide
Bespreken PW periode 3
Groepjes
1. Zoek in je groepje naar het juiste antwoord.
2. Komen jullie er niet uit? Noteer de betreffende vraag op het bord
3. Zie je een vraag op het bord waar jullie groepje wel uitkomt? Help elkaar
4. Individuele vragen / sprokkelen op ander moment
5. Invullen zelfreflectie
Slide 3 - Tekstslide
Wat vond je van deze gekozen vorm voor het bespreken van de toets? tips en tops
Slide 4 - Open vraag
week 14, les 2
Huiswerk
Lezen 17.1
Les
Uitleg 17.1 Aandelenkapitaal
Leerdoel
Je kunt (geplaatst) aandelenkapitaal, aandeel, nominale waarde, emissiekoers, beurskoers en dividend omschrijven.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Een aandeel is een bewijs van deelname in het eigen vermogen van een bv/nv. De waarde op het aandeel is de nominale waarde. In dit geval dus 1000 gulden.
Maatschappelijk aandelenkapitaal = maximaal uit tegen aandelenkapitaal
geplaatst aandelenkapitaal = nominale waarde van de in omloop gebrachte aandelen
de nominale waarde van dit aandeel is 1.000 gulden.
de eigenaar van dit aandeel heeft 1.000 / 39.639.000 x 100% = 0,0025% van de in omloop zijnde aandelen Philips in bezit en daarmee voor dit percentage stemrecht en divindendrecht.
Zowel de besloten vennootschap (BV) als de naamloze vennootschap (NV) hebben aandelen. Alleen de aandelen van de NV zijn vrij verhandelbaar. Meestal op de beurs.
Bij de notaris wordt een BV of NV opgericht en worden de aandelen gecreëerd
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
$ 323B
=
€ 291.000.000.000
Slide 10 - Tekstslide
Keuzemenu
1. Kijken uitlegfilmpje (klik hier) (voor als je het nog niet hebt begrepen en je houdt niet van lezen)
2. Doornemen paragraaf 17.1 (blz. 228 - 229 boek) (voor als je het nog niet hebt begrepen en je houdt niet van kijken)
3. Maken taak week 14 (opgave 17.1 - 17.6 of heb je een beter plan?)
(voor als je het begrijpt en klaar bent om te oefenen)
Slide 11 - Tekstslide
Hoe heet het uitgeven van aandelen door een bedrijf?
A
Koersen
B
Emitteren
C
Garanderen
D
Dividend
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je de waarde van het aandeel die op het aandeel zelf staat?
A
Nominale waarde
B
Nummerieke waarde
C
Koerswaarde
D
Emissiekoerswaarde
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noem je de waarde waarvoor je een al bestaand aandeel kan kopen?
A
Nominale waarde
B
Nummerieke waarde
C
Koerswaarde
D
Emissiekoerswaarde
Slide 14 - Quizvraag
week 15, les 1
Huiswerk
Lezen 17.3
Les
Uitleg 17.3 Reserves
Leerdoel
Je kunt kenmerken noemen van de verschillende soorten reserves
Sla 17.2 over!
Slide 15 - Tekstslide
De balans - basis in 2 minuten
Slide 16 - Tekstslide
Eigen Vermogen:
- geplaatst aandelenkapitaal
- reserves
- onverdeelde winst
Slide 17 - Tekstslide
Winstreserve
Een deel van de winst wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders.
De winst die daarna achterblijft wordt aan de winstreserve / algemene reserve toegevoegd
Slide 18 - Tekstslide
Herwaarderingsreserve
Ontstaat wanneer een 'vast actief' opnieuw wordt gewaardeerd en het bedrijf waardeert zijn activa op basis van actuele waarde. Voorbeeld: De boekwaarde van het gebouw wordt €50.000 meer waard. Op de balans verandert:
Gebouw +€50.000 | Herw.reserve +€50.000
Slide 19 - Tekstslide
Herwaarderingsreserve
Hoe verwerken we de waardestijging op de balans?
gebouw + € 60.000
herwaarderingsres. + € 60.000
Slide 20 - Tekstslide
Agioreserve
Ontstaat wanneer aandeelhouders bij een aandelenemissie een hogere prijs betalen voor de aandelen dan de nominale waarde.
Slide 21 - Tekstslide
Aandelenemissie
Slide 22 - Tekstslide
Hoeveel aandelen zijn er van dit bedrijf in omloop?
Emissie van alle aandelen op hetzelfde moment. Wat was de emissiekoers?
Slide 23 - Tekstslide
Hoeveel aandelen zijn er van dit bedrijf in omloop?
Emissie van alle aandelen op hetzelfde moment. Wat was de emissiekoers?
150.000 / 15 = 10.000
150.000 + 30.000 / 10.000 = € 18 per aandeel
Slide 24 - Tekstslide
Waarom reserves?
Het vergroten van het weerstandsvermogen van de onderneming. Makkelijker om VV aan te trekken.
Het vervangen van vreemd vermogen door eigen vermogen. Dan dalen de interestkosten in de toekomst.
Dividendstabilisatie (dividendreserve)
Uitbreiden van bedrijf in de toekomst
buffer voor slechte tijden
Slide 25 - Tekstslide
Welke reserves kunnen direct leiden tot een mogelijkheid om de salarissen van personeel te betalen?
A
herwaarderingsreserve
B
winstreserve
C
agioreserve
D
algemene reserve
Slide 26 - Quizvraag
Keuzemenu
1. Doornemen paragraaf 17.3 (blz. 234 - 235 boek) (voor als je het nog niet hebt begrepen en je hebt zin om te lezen)
(voor als je het begrijpt en klaar bent om te oefenen)
3. Heb je een beter plan? Graag met mij overleggen
Slide 27 - Tekstslide
week 15, les 2
Huiswerk
Lezen 17.4
Les
Uitleg 17.4 Intrinsieke waarde
Leerdoel
Je kunt de intrinsieke waarde van een onderneming en de intrinsieke waarde per aandeel berekenen.
Sla 17.5 over!
Slide 28 - Tekstslide
= totaal vermogen - vreemd vermogen
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Het eigen vermogen van Y nv is €250.000. Y nv heeft een geplaatst aandelen kapitaal van €150.000 met een nominale waarde van €30 per aandeel. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel.
Slide 31 - Open vraag
gegeven:
nominale waarde aandeel = € 15
beurskoers aandeel = € 35
emissiekoers = € 34
1. Bereken de intrinsieke waarde
2. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel
Slide 32 - Tekstslide
gegeven:
nominale waarde aandeel = € 15
beurskoers aandeel = € 35
emissiekoers = € 34
1. Bereken de intrinsieke waarde
opgeteld = € 375.000
2. Bereken de intrinsieke waarde per aandeel
€ 375.000 / (150.000 / 15) = € 37,50
Slide 33 - Tekstslide
Keuzemenu
1. Doornemen paragraaf 17.4 (blz. 236 - 237 boek) (voor als je het nog niet hebt begrepen en je hebt zin om te lezen)