Kwaliteit en Organisatie 2.6 Les 1

Organisatie en Kwaliteit
Welkom!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Organisatie en Kwaliteit
Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Ik benoem minimaal 2 voorbeelden van een negatieve en een voorbeeld van een postieve foutcultuur
2. Ik benoem de 6 kenmerken van kwaliteitszorg 
3. Ik leg de verschillen uit tussen een werkprocedure, een protocol, kwaliteitsstandaard en een richtlijn
4. Ik vorm mij een mening over een medewerkerstevredenheidonderzoek

Slide 2 - Tekstslide

Negatieve foutcultuur

Slide 3 - Woordweb

Positieve foutcultuur

Slide 4 - Woordweb

Ik werk/loop stage in een organisatie met een;
A
positieve foutcultuur
B
negatieve foutcultuur

Slide 5 - Quizvraag

Positieve foutcultuur
1. We sporen samen de oorzaak van de fout op
2. We communiceren over fouten
3. We leren van elkaars en eigen fouten
4. We accepteren dat fouten gebeuren. Wel volgen we de procedure foutmelding

Slide 6 - Tekstslide

Kwaliteitszorg = 
alle activiteiten die worden gedaan om de kwaliteit van zorg te onderzoeken, in stand te houden of verbeteren. 

Denk aan; methodisch werken, zorg evalueren, werken met protocollen, voldoende deskundig personeel, kwaliteitssysteem voor personeel (scholing etc.)

Slide 7 - Tekstslide

Client wordt geen schade toegebracht
Gestelde doelen worden behaald
Mensen en materialen worden verantwoord gebruikt
Het werk sluit aan op de behoeften en wensen van de client
De client krijgt de zorg op het moment dat dat nodig is
Zorg wordt afgestemd op wat de client vraagt, wil of nodig heeft
Veilig
Doeltreffend
Doelmatig
Clientgericht
Tijdig verleend
Afgestemd op behoefte client

Slide 8 - Sleepvraag

Verschillen
1. Werkprocedure = handreiking voor werkwijze. De manier waarop elke collega op elke moment moet werken. Dit zijn verschillende handelingen/stappen achter elkaar.
2. Protocol = volgorde en werkwijze van één handeling stapsgewijs omschreven
3. Richtlijn = advies dat aangeeft wat, waarom en wanneer je iets doet bij de client, gekoppeld aan een diagnose. Richtlijn kan onderdeel zijn van een kwaliteitsstandaard.
4. Kwaliteitsstandaarden = Aanbevelingen voor goede zorg, die aansluit op zorgvraag van de client.

Slide 9 - Tekstslide

Je bent verzorgende in de thuiszorg en het is je eerste dag! Wat ga je gebruiken om te weten hoe jouw route loopt?
A
Werkprocedure
B
Richtlijn
C
Kwaliteitsstandaard
D
Protocol

Slide 10 - Quizvraag

Als verzorgende in de thuiszorg bezoek je Mevrouw Jansen voor wondzorg, en je wil weten waar je in de zorg voor deze cliënt allemaal aan moet denken. Wat gebruik je?
A
Werkprocedure
B
Protocol
C
Richtlijn
D
Kwaliteitsstandaard

Slide 11 - Quizvraag

Je verzorgt de wond van mevrouw Jansen en wilt weten waar je allemaal aan moet denken bij het verzorgen van zo'n wond. Wat gebruik je?
A
Werkprocedure
B
Protocol
C
Richtlijn
D
Kwaliteitsstandaard

Slide 12 - Quizvraag

Je verzorgt de wond, en wilt weten hoe je dit precies moet doen. Wat gebruik je?
A
Werkprocedure
B
Richtlijn
C
Protocol
D
Kwaliteitsstandaard

Slide 13 - Quizvraag

Medewerkerstevredenheid
Kwaliteit = óók hoe tevreden en betrokken medewerkers zijn. Want, hoe meer tevredenheid en betrokkenheid, hoe beter de kwaliteit van het werk. 

Een medewerkerstevredenheid onderzoek is een enquete onder werknemers met vragen over aantrekkelijkheid van werk,communicatie, inspraak en werkdruk. 

Als veel werknemers ergens ontevreden over zijn, werkt de directie aan een oplossing in overleg met de OR. Werknemers krijgen informatie over de oplossingen.

Slide 14 - Tekstslide

Beargumenteer of je in de toekomst mee zou doen aan zo'n onderzoek en waarom wel/niet

Slide 15 - Open vraag