6-2 fictie boek kiezen + fictie/ non fictie

WELKOM!
Ga rustig zitten op je eigen plek.
Pak je werkboek en een pen.

We gaan zo beginnen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!
Ga rustig zitten op je eigen plek.
Pak je werkboek en een pen.

We gaan zo beginnen.

Slide 1 - Tekstslide

Docent
Gresa
Lynn
Olivier
Destiny
Max
Rowen
Amin
Drinart
Rowena
Sabrin
Nikkie
Esmee
Yusuf
Raysell
Mariya
Xavi
Jazzley
1A

Slide 2 - Tekstslide

Docent
Deshelly
Reza
Youssef
Willem
Ruben R
Ten
Stefano
Jayda
Chanaya
Izzy
Hevi
Roxan
Tess
Ruben A
Jaimey
Cas
Anouar
1E

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken

Luister rustig naar de uitleg.
Blijf zitten op je plek.
Geen discussie.
Waarschuwing



  1. Naam op het bord
  2. Afkoelen
  3. Strafwerk
  4. Nablijven
  5. Gele kaart

Slide 4 - Tekstslide

Planning
Dinsdag: Verhaalsoorten
Donderdag: Een boek kiezen
Vrijdag:
1 Lezen
2 Hoofdpersonen en bijfiguren

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
Toets leesvaardigheid

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
Je weet hoe je het beste een boek kan kiezen dat bij je past.
Je kent het verschil tussen fictie en non-fictie.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Opdracht les 2
Maak opdracht 1 op blz. 91 en verder.
Eerst 7 minuten in stilte.
Daarna zachtjes overleggen.


Vraag? Steek je vinger op.
Klaar? Kom naar me toe voor extra werk.



timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide

Fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen

Non-fictie: teksten over de werkelijkheid, (dus NIET verzonnen)

Slide 11 - Tekstslide

Fictie 
Een schrijver kan een verzonnen verhaal vertellen. Deze verhalen noem je fictie.
Sprookjes, leesboeken, stripverhalen, films, soaps en gedichten  zijn voorbeelden van fictie.


Slide 12 - Tekstslide

Non-fictie
Een schrijver kan ook schrijven over dingen die echt gebeurd zijn. Deze verhalen noem je non-fictie.
Nieuwsberichten, reisverslagen, een recept, een informatief boek, het journaal, een documentaire of een reality-programma zijn voorbeelden van non-fictie

Slide 13 - Tekstslide


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non fictie

Slide 14 - Quizvraag


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quizvraag

fictie of non-fictie
A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quizvraag


fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 17 - Quizvraag


Is dit fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 18 - Quizvraag


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 19 - Quizvraag

Fictie
Fictie
Fictie
Non-fictie

Slide 20 - Sleepvraag