Schrijven 1.6 aantekeningen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Schrijven 1.6

Aantekeningen

Planning

- Absenties

- Actualiteitje

- Controle huiswerk vorige week (instructie schrijven)

- Theorie 'aantekeningen'

- Werken aan huiswerk

Verbeter de taalfout.

Huiswerk vorige week

- Excel

- Naam rood? Dan te vaak huiswerk niet gemaakt

- Ik scrol hem één keer langzaam door.

- Zie je dingen die niet kloppen? Stuur een berichtje via de chat.

Algemene feedback

Veel goede instructies. Heb de meesten van feedback voorzien.

Pluspunten:

- Titel

- Plaatjes (per stap of per aantal stappen)

- Duidelijke opbouw

- Specifiek en compleet

Ik maak wel eens aantekeningen tijdens de les

Ja

Nee

Aantekeningen maken bij een uitleg van een docent, vind ik moeilijk.

Ja

Nee

Anders

Als ik aantekeningen maak, dan doe ik dat als volgt:

1. Op papier
2. In Word
3. Op mijn telefoon
4. Ik maak nooit aantekeningen

Theorie

Je maakt aantekeningen om belangrijke dingen te onthouden.

Door je aantekeningen uit te werken tot een korte tekst, begrijp en onthoud je de informatie goed.

Noteer kort en overzichtelijk de hoofdzaken.

Het onderwerp.

De deelonderwerpen.

Definities en omschrijvingen.

Verbanden tussen woorden: oorzaken, gevolgen, oplossingen, conclusies.

Maak verbanden tussen woorden snel zichtbaar met:

Streepjes, cijfers en letters (opsommingen)

Andere tekens: = > < ? !

Afkortingen: bv, def, enz

Dit doe je omdat het tijd scheelt en overzichtelijk is. Nadat je aantekeningen hebt gemaakt, werk je ze zo snel mogelijk uit tot een korte tekst.

Beperk je tot de belangrijkste informatie.

Schrijf korte, maar volledige zinnen.

Zorg dat ook iemand die de oorspronkelijke tekst niet kent, jouw uitwerking begrijpt.

Om snel aantekeningen te maken, is het handig om zelf afkortingen te verzinnen, zodat je sneller mee kan typen.

1. Ja
2. Nee

Hoe uitgebreider de aantekeningen, hoe beter.

1. Ja
2. Nee

Bij het schrijven van aantekeningen mag ik de volgende (spellings)regels tijdelijk vergeten.

1. Getallen volledig uitschrijven
2. Lidwoorden gebruiken (de, het, een)
3. Geen afkortingen gebruiken
4. Hoofdzaken en bijzaken onderscheiden

Huiswerk

Open je Nederlands licentie

Ga naar hoofdstuk 'Scr1'

Ga naar '1.6 Aantekeningen'

Maak opdracht 2 en 3

--> Twee luisterfragmenten waarbij je aantekeningen moet maken. Beoordeel je aantekeningen eerlijk, kijk goed of je de hoofdzaken hebt genoteerd, maar dat je niet teveel overbodige informatie hebt genoteerd.

Volgende week

Bufferweek

Stagebezoekweek

Vragen kun je tussendoor wel stellen via de chat van Teams.