Schrijven 3F les 5 Betoog

Schrijven 3F Betoog
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schrijven 3F Betoog

Slide 1 - Tekstslide

Betoog
  • Schrijf je om de lezer te overtuigen van jouw mening
  • Schrijfdoel: overtuigen
  • Bestaat uit: inleiding, kern en slot

Slide 2 - Tekstslide

Betoog
  • Inleiding:  Je introduceert het onderwerp en geeft je mening
  • Kern: Je onderbouwt je mening met 2 argumenten
    Je geeft ook 2 tegenargumenten en je weerlegt een tegenargument
  • Slot: Conclusie of samenvatting

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De schrijver probeert bij een betoog ook de tegenpartij af te zwakken en geeft daarom
A
argumenten
B
meningen

Slide 5 - Quizvraag

Een goede schrijver bedenkt in zijn betoog al tegenargumenten. Waarom zou hij dit doen?
A
Het haalt zijn eigen stuk onderuit.
B
Hij kan direct aangeven waarom dit niet zo is.
C
Hij kan zijn argumenten daardoor zwaarder laten wegen.
D
Hij houdt wel van een beetje tegengas.

Slide 6 - Quizvraag

Dus in een betoog probeert de schrijver je te .........
A
aan het denken te zetten
B
overtuigen

Slide 7 - Quizvraag

Het slot van een betoog is vaak een .....
A
tegenargument
B
conclusie
C
opsomming
D
mening

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat weet je van
studentenverenigingen?

Slide 10 - Woordweb

"Vindicat moet verboden worden."
Eens of oneens? Leg uit waarom.

Slide 11 - Open vraag

De stelling is:
"Studentenverenigingen als Vindicat moeten verboden worden."

Typ eerst "eens" of "oneens"

Geef daarna een reden waarom je dit vindt.

Slide 12 - Woordweb

drogredenen

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide