Paragraaf 2 Rivieren van ijs

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Rivieren van ijs

Type verwering?

Mechanische verwering --> vorstverwering

Type verwering?

Mechanische verwering --> biologische verwering / plantenwortels

Type verwering?

Chemische verwering

Verwering / erosie / sedimentatie?

Wat als...

wij 12.000 jaar geleden leefden?

IJstijd 

Glaciaal ❄️

Interglaciaal ☀️

Gletjser

Rivier van ijs die langzaam naar beneden beweegt

Onderdelen gletsjer

Na de gletsjer

Wat is firn?

korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw

Firnbekken is een plek waar de Firn zich ophoopt

Wat is een grondmorene?

Sediment dat achterblijft als de gletsjer smelt

Zijmorene ligt aan de zijkant van de ijstong

Eindmorene ligt aan het uiteinde van de gletsjer

Gletsjertunnel 

Laag in het dal is het warm en gaat de gletsjer smelten.

Daardoor ontstaat onder de gletsjer een tunnel.

De plek waar het water onder de tunnel door naar buiten komt heet een gletsjerpoort.

U-dal

V-dal

U-dal

Kenmerken u-dal

Vlakke bodem

Steile bergwanden

Breed dal

Aan de slag

Eerste 5 minuten in stilte

Opdracht 1, 2, 4, 5 en 6

Vandaag

1) terugblik

2) Gletsjers + rivieren in bergen

3) opdrachten

4) filmpje

Onderdelen gletsjer

Na de gletsjer

Interglaciaal

Glaciaal

Rivieren

Gemengde rivieren 

Water door regen en door gletsjers

De bovenloop van de Rijn 

• Het smeltwater van de gletsjers zijn het brongebied van veel rivieren in Europa. 
• Onderweg worden rivieren aangevuld met regenwater (gemengde rivier).
• In de bovenloop snijdt de Rijn zich door het landschap. 

Aantekening

kenmerken bovenloop van de Rijn:

1) Hoge stroomsnelheid

2) Veel erosie

3) V-dal: steile wanden en smalle bodem

Wat hebben de kenmerken met elkaar te maken?

Hoog in bergen veel hoogteverschillen --> hoge stroomsnelheid

Hoge stroomsnelheid --> rivier neemt veel verweringsmateriaal mee en daardoor schuurt de rivier het landschap uit = erosie

Erosie rivier zorgt voor steile wanden en smalle bodem (schuurt uit)

Waterval

Hoe ontstaat deze?

Aan de slag!

Maken opgave 7 t/m 11

Nabespreken

Waarbij hoort een v-dal?

1. Rivier
2. Gletsjer

Hoe noem je een warme periode?

1. Glaciaal
2. Interglaciaal
3. Firnbekken
4. Bovenloop

Firnbekken 

Grote gletsjer

Grondmorene

Gletsjerrivier 

Kleine gletsjer

Middenmorene

Zijmorene

0