Bs 4 translatie en eiwitsynthese

Thema 4 DNA

B4
Translatie en eiwitsynthese

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 DNA

B4
Translatie en eiwitsynthese

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaal vragen vorige les
Uitleg Translatie
Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Vragen
Langs welke streng vindt transcriptie plaats?
Welk enzym begint de transcriptie?
Hoe noemen we de niet-coderende stukken DNA die worden verwijderd uit het mRNA?
In welke richting wordt het DNA afgelezen bij transcriptie?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen: 
Ik kan... 
  • op basis van de relatie tussen tripletcode en aminozuur toelichten hoe eiwitten gevormd worden [Binas 71.G,]; 
  • het proces van transcriptie en translatie beschrijven [Binas 71.E, F, 3]; 

begrippen:
codon/triplet - genetische code - tripletcode - startcodon - stopcodon - translatie - anticodon - tRNA - polyribosomen - 



    Slide 4 - Tekstslide

    Slide 5 - Video

    Functies van eiwitten

    Slide 6 - Tekstslide

    Slide 7 - Link

    Slide 8 - Tekstslide

    Slide 9 - Link

    Slide 10 - Link

    Genetische code
    • Eiwit bestaat uit aminozuren (20 verschillende)
    • Codon: drie opeenvolgende nucleotiden mRNA coderen voor één aminozuur
    • Binas tabel 67H

    Slide 11 - Tekstslide

    tRNA
    • Enkelstrengs RNA-molecuul
    • CCA aan 3'-uiteinde kan aminozuur binden
    • Drie nucleotiden vormen anticodon, binden aan  codon mRNA

    Slide 12 - Tekstslide

    Slide 13 - Link

    3 letters mRNA: codon, AUG startcodon

    Slide 14 - Tekstslide

    Ribosoom
    • twee delen
    • drie tRNA bindingsplaatsen
    • mRNA bindingsplaats
    • mRNA afgelezen van 5' naar 3'
    • A= aminocyl-site, P= peptidyl site, E= exit site

    Slide 15 - Tekstslide

    Slide 16 - Tekstslide

    Polyribosoom
    • meerdere ribosomen binden zelfde mRNA
    • ribosoom klaar met translatie bij stopcodon bindt direct weer bij startcodon
    • releasefactor zorgt dat aminozuurketen loslaat

    Slide 17 - Tekstslide

    Vragen
    - Waar vind je een anticodon?

    - De volgorde van het anticodon correspondeert met de nucleotidenvolgorde in welke DNA streng?

    Slide 18 - Tekstslide

    Eiwitten

    • Worden gemaakt door ribosomen
    • Eiwit gemaakt aan losse ribosomen voor cytoplasmale eiwitten
    • Ribosomen vast aan ER: ruw ER, voor eiwitten die later actief moeten worden
    • Uiteindelijke vorm van eiwitten in Golgisysteem of buiten de cel

    Slide 19 - Tekstslide

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Tekstslide

    Eiwit: primaire structuur

    =
    1
    2

    Slide 22 - Tekstslide

    Eiwit:secundaire structuur

    Slide 23 - Tekstslide

    Eiwit: tertiaire structuur

    Slide 24 - Tekstslide

    Eiwit: quaternaire structuur

    Slide 25 - Tekstslide

    Slide 26 - Tekstslide

    Eiwitstructuur
    • Primaire structuur: volgorde aminozuren

    • Secundaire structuur: waterstofbruggen tussen NH en COOH groepen van verschillende aminozuren

    • Tertiaire structuur: door o.a. waterstofbruggen en covalente bindingen tussen restgroepen van verschillende aminozuren (bv. zwavelbruggen)

    • Quaternaire structuur: meerdere tertiaire structuren vormen samen een structuur (eventueel met mineralen).



    Slide 27 - Tekstslide

    Transport van eiwit

    • Van ER snoeren blaasjes af
    • Deze gaan naar het Golgi-systeem
    • Hier krijgen de eiwitten hun juiste vorm (er vinden nog kleine aanpassingen plaats (bijvoorbeeld glycosylering)
    • Van hier af transport naar juiste plek

    Slide 28 - Tekstslide

    Eiwit uit cel

    • Moet eiwit uit de cel, dan versmelt blaasje met celmembraan. 
          Dit proces heet exocytose
    • Gaat een eiwit van buiten naar binnen: endocytose

    Slide 29 - Tekstslide

    Leerdoelen: 
    Ik kan... 
    • op basis van de relatie tussen tripletcode en aminozuur toelichten hoe eiwitten gevormd worden [Binas 71.G,]; 
    • het proces van transcriptie en translatie beschrijven [Binas 71.E, F, 3]; 

    begrippen:
    codon/triplet - genetische code - tripletcode - startcodon - stopcodon - translatie - anticodon - tRNA - polyribosomen - 



      Slide 30 - Tekstslide

      Aan de slag
      BS 4 opdracht 22 t/m 27
      Begrippenlijst BS4

      Slide 31 - Tekstslide