21-22 / Goederen par. 2.5 t/m 2.8

Goederenstroom
Klas 1hodb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Ondernemer Retail
Docent: mevrouw Jansen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goederenstroom
Klas 1hodb
Schooljaar 2021-2022
Opleiding Ondernemer Retail
Docent: mevrouw Jansen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Inhoud les
  • Uitleg par. 2.5 - Behandeling van goederen
  • Uitleg par. 2.6 - Aandachtspunten bij goederenopslag
  • Kennisquiz
  • Uitleg par. 2.7 - Fifo- en lifo-systeem
  •  Uitleg par. 2.8 - Transport- en hulpmiddelen
  • Afgewisseld met interactieve vragen

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen:

  • Je leert de aandachtspunten van het
      proces goederenopslag.

  • Je leert wat de begrippen fifo
      en 
    lifo betekenen.

  • Je leert welke transport- en
     hulpmiddelen 
    je kunt gebruiken bij het
     vervoeren van goederen bij de  goederen-
     ontvangst of goederenopslag (intern
     transport).

Slide 5 - Tekstslide

Behandeling van goederen (2.5)
  • Goede opslag van goederen is van belang om derving te voorkomen.
  • Pictogrammen op verpakkingen geven al aan waar je rekening mee moet houden bij het
     opslaan, het vervoer van het artikel naar de winkel en het plaatsen in de winkel.

Slide 6 - Tekstslide


A
Niet stapelen
B
Deze zijde boven
C
Hier openen

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Opslag gevaarlijke stoffen
  • De regels hiervoor staan in PGS15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen)
  • Er staat in hoe en in welke hoeveelheden je gevaarlijke stoffen mag
     opslaan.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

NVWA
  • Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
  • Onderdeel van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
  • Beoordeelt de veiligheid van producten die consumenten kunnen kopen.
  • Controleert of bedrijven voldoen aan de wettelijke eisen die gelden voor bepaalde
     producten.
  • Die eisen kunnen per branche verschillen.

Slide 11 - Tekstslide

Aandachtspunten goederenopslag (2.6)
  • Je moet de relatie kennen tussen opslag van goederen en
     (fysieke) eigenschappen (zoals aantal, grootte, gewicht, omzetsnelheid,
     houdbaarheid).
  • Dus je houdt bij de opslag van goederen rekening met de hierboven
     genoemde eigenschappen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Op de volgende dia's geef ik een aantal voorbeelden bij de vijf aandachtspunten.
  • Deze aandachtspunten worden in je boek toegelicht in par. 2.6

Slide 14 - Tekstslide

Aantal
  • Minimum
     - geen 'nee' verkoop 
  • Maximum
     - kosten verbonden aan het houden van voorraad
     - meer kans op derving als goederen langer liggen, etc.

Slide 15 - Tekstslide

Grootte
  • Kleine artikelen in een vakstelling
  • Grote artikelen op een pallet of op de grond

Slide 16 - Tekstslide

Gewicht
  • Zware artikelen niet te hoog

Slide 17 - Tekstslide

Kans op derving
  • Kans op derving verkleinen door juiste opslag bijv. geen zware dozen op breekbare artikelen zetten.

Slide 18 - Tekstslide

Eigenschappen
  • Grootte en gewicht (zoals we al eerder zagen)
  • Maar bijv. ook breekbaar, makkelijk opvouwbaar, ontvlambaar, makkelijk
      bederf.
  • Kleding sla je bijv. anders op dan groente en fruit.

Slide 19 - Tekstslide

Omzetsnelheid
  • Is het aantal keren dat de gemiddelde voorraad van een artikel in een
     bepaalde periode (meestal een jaar) wordt verkocht.
  • Fast movers op een plek waar je ze makkelijk kunt pakken.
  • Slow movers bijvoorbeeld achter in het magazijn.

Slide 20 - Tekstslide

Kennisquiz par. 2.1 t/m 2.6

Slide 21 - Tekstslide

Als je artikelen goed ordent in het magazijn, dan kun je ze makkelijk vinden en in de winkelschappen leggen. Welke drie locatiesystemen kun je gebruiken bij de inrichting van een magazijn?

Slide 22 - Open vraag

Antwoord
Vast, vrij of gemengd locatiesysteem

Slide 23 - Tekstslide

Als je artikelen in een magazijn ordent in assortimentsgroepen, welk locatiesysteem gebruik je dan?
A
Vast
B
Vrij
C
Gemengd

Slide 24 - Quizvraag

Welke functies heeft
een magazijn?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Vraag
Hoe noem je een centraal magazijn dat wordt gebruikt om goederen op te slaan en te verdelen over verschillende winkels?

Slide 27 - Tekstslide

Een distributiecentrum

Slide 28 - Tekstslide

Welke artikelen plaats je voor in het magazijn?
A
Slow movers
B
Fast movers
C
Diefstalgevoelige artikelen

Slide 29 - Quizvraag

Er zijn meerdere manieren om goederen op te slaan. Noem er drie.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Bij het opslaan van goederen zijn er een aantal aandachtspunten waar je rekening mee houdt. Noem er drie.

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Par. 2.7   Fifo- en lifo-systeem
  • Bij het opslaan van artikelen in het magazijn moet je rekening houden met het aanvulsysteem in de winkel.
  • Op deze manier sla je de goederen ook op in het magazijn.
  • Twee manieren om de voorraad aan te vullen:
                      - First in first out (fifo)
                      - Last in first out (lifo)

Slide 34 - Tekstslide

Fifo
  • De meeste artikelen sla je op volgens het fifo-systeem.
  • De artikelen die het eerst in het magazijn komen, wil je ook
     weer het eerst in de winkel plaatsen en verkopen.
  • Vooral voor producten met een beperkte houdbaarheid.

Slide 35 - Tekstslide

Lifo
  • Artikelen die als laatste binnenkomen ga je als eerste verkopen.
  • Je slaat deze goederen vooraan in het magazijn op.
  • Lifo inzetten:
                   - voor artikelen die weinig last hebben van veroudering of een uiterste verkoopdatum
                      (bijvoorbeeld ijzerwaren zoals spijkers en schroeven) 
                  - bij actieartikelen

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken uit je boek de opdrachten van H2 (opdracht 2 t/m 31)

Slide 42 - Tekstslide