Bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden

Het doel van de les:
Aan het einde van de les kun je bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden schrijven. 
Aan het eind van de les kun je werkwoorden die uit het Engels komen op de juiste manier spellen. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het doel van de les:
Aan het einde van de les kun je bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden schrijven. 
Aan het eind van de les kun je werkwoorden die uit het Engels komen op de juiste manier spellen. 

Slide 1 - Tekstslide

Voltooid deelwoord -> bijvoeglijk naamwoord. 
Een voorbeeld: 

Mats heeft het cadeau ingepakt

Mats geeft het ingepakte cadeau aan de juf. 

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord ----> bijvoeglijk naamwoord 


Hoe? 
Door er een -e achter te plakken. 

Slide 3 - Tekstslide

Let op!
Eindigt het voltooid deelwoord op -en? Schrijf hetzelfde!
Eindigt het voltooid deelwoord niet op -en? Dan schrijf je alleen een -e. 

Je schrijft een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord zo kort mogelijk! 


Slide 4 - Tekstslide

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


VERBREDEN
De ..... weg.

Slide 5 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in.


VERBRANDEN
De ............ hand.

Slide 6 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(Maken) De ....... afspraak

Slide 7 - Open vraag

De (verven) kast
A
geverfde
B
geverfden

Slide 8 - Quizvraag

De (schrijven) brief
A
geschreven
B
geschreve

Slide 9 - Quizvraag

De goed (maken) oefening
A
gemaakten
B
gemaakte

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide