4. De Nederlandse samenleving

Terugblik
Culturen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Terugblik
Culturen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen: aan het einde van deze les
  • kun je uitleggen wat immigratie, emigratie, assimilatie,     segregatie en integratie inhouden;
  • kun je uitleggen wat een republiek is en wat tolerant betekent;
  • weet je wat multicultureel is en hoe de multiculturele     samenleving in Nederland is ontstaan;
  • heb je een goed beeld van de Nederlandse cultuur;

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Nederland een kikkerlandje?
Welke invloeden van andere culturen zie je in jouw leefomgeving terug?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Nieuwkomers
Wat is het verschil tussen immigratie en emigratie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschil immigratie en emigratie
Immigratie is een verhuizing waarbij iemand zich in een ander land vestigt.

Emigratie is een verhuizing waarbij iemand een land verlaat. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Je burgerlijke staat verandert als je gaat trouwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Inburgeringsvragen......
Wat gebeurde er op 10 mei 1940?
A
Rotterdam werd gebombardeerd door de Duitsers.
B
De Eerste Wereldoorlog begon in Nederland.
C
De Tweede Wereldoorlog begon in Nederland.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke leeftijd moet je je kunnen legitimeren?
A
14
B
16
C
18
D
je moet je altijd kunnen legitimeren

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitkering is voor mensen vanaf 65 (of 66, 67) jaar?
A
WIA
B
WAO
C
AOW
D
WW

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk afval mag niet bij het restafval?
A
een batterij
B
een leeg colablikje
C
het deksel van een pot
D
een kapotte driezitsbank

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar krijgen baby's vaccinaties?
A
Bij de CCG
B
Bij de GGD
C
Bij de huisarts
D
Bij het consultatiebureau

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Krijgt iedereen dezelfde zorgtoeslag?
A
Ja
B
Nee, iedereen krijgt zorgtoeslag, maar het bedrag hangt af van je inkomen.
C
Nee, niet iedereen krijgt zorgtoeslag en het bedrag hangt af van je inkomen.
D
Nee, niet iedereen krijgt zorgtoeslag, maar het bedrag hangt niet af van je inkomen.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent voor jou ''tolerantie''?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse waarden - vrijheid en tolerantie
Tolerant betekent de bereidheid om met mensen samen te leven die een andere mening, levensstijl, overtuiging of godsdienst hebben.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen normen en waarden?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarden
Ideeën die in een groep belangrijk gevonden worden. Bijvoorbeeld:
Vrijheid
Gelijkheid
Eerlijkheid
Respect
Solidariteit
Vaderlandsliefde
Rechtvaardigheid
Onaantastbaarheid eigendomsrecht
Geloof in God

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen
Gedragsregels die voortkomt uit een bepaalde waarden. Bijvoorbeeld:

Eerlijkheid: Je mag niet liegen
Respect: Een ander niet beledigen
Eigendomsrecht: Niet stelen
Vrijheid: Je mag eigen menimg geven
Geloof / religie: Bidden







Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik herken en erken de basiswaarden van onze samenleving zoals mensenrechten en acceptatie van diversiteit (etnisch, religieus, seksueel en gender diversiteit)
Eens
Oneens

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Onderzoek naar ASI
1) Zoek voorbeelden uit de geschiedenis van assimilatie en segregatie.

2) Bedenk voor- en nadelen van segregatie en assimilatie.
3) In Nederland is het beleid gericht op integratie. Zoek drie activiteiten die de overheid onderneemt om integratie te bevorderen.
4) Wanneer kun je zeggen dat integratie gelukt is?
5) Wanneer kun je zeggen dat integratie (nog) niet gelukt is?





Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: inburgeren
1) Inburgeren is niet voor alle immigranten verplicht.
Verplichte inburgering geldt voor mensen die aan drie voorwaarden voldoen. Zoek deze voorwaarden op en schrijf ze op:
2) Hoelang mag je doen over inburgeren?
3) Zijn er gevolgen als je niet op tijd klaar bent met inburgeren? Zo ja, welke gevolgen zijn dit?





Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: medelanders, maar Nederlanders
Onderzoek naar één van de medelanders (De Turken, De Chinezen, De Polen, enz.) . Gebruik informatie uit betrouwbare bronnen.

1) Hoe kwam deze groep in Nederland terecht?
2) In welke periode kwam deze groep hierheen?
3) Wat is kenmerkend voor deze cultuur (maximaal 4 punten)?
4) Wat zijn verschillen/overeenkomsten met de Nederlandse cultuur?
5) Zijn er elementen van deze cultuur in de Nederlandse cultuur overgenomen?






Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting: evaluatie/reflectie
Nu:

Kun je uitleggen wat immigratie, emigratie, assimilatie, segregatie en integratie inhouden.
Kun je uitleggen wat een republiek is en wat tolerant betekent.
Weet je wat multicultureel is en hoe de multiculturele samenleving in Nederland is ontstaan.
Heb je een goed beeld van de Nederlandse cultuur.
Kun je enkele culturele groepen in Nederland beschrijven.




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies