H3 De Republiek in de Gouden Eeuw

 De Republiek in de Gouden Eeuw
Hoe kon de Republiek uitgroeien tot één van de belangrijkste landen in Europa?
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

 De Republiek in de Gouden Eeuw
Hoe kon de Republiek uitgroeien tot één van de belangrijkste landen in Europa?

Slide 1 - Tekstslide

Alva
Willem van Oranje
Filips II
stadhouder
landvoogd
koning
leider van de Opstand
IJzeren hertog
heer der Nederlanden

Slide 2 - Sleepvraag


De Gouden Eeuw is een andere naam voor de jaren ..
A
1400-1500
B
1500-1600
C
1600-1700
D
1700-1800

Slide 3 - Quizvraag

De tijd van regenten en vorsten 1600 - 1700

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je
van de Gouden Eeuw?

Slide 5 - Woordweb

De Tachtigjarige Oorlog
1568-1648



  • 1581: De, voornamelijk protestantste, Noordelijke Nederlanden gaan verder zonder de katholieke koning Filips II
Het eerste deel van de Nederlandse Opstand werd geleid door Willem van Oranje. Hij is een verre voorvader van onze huidige koning Willem-Alexander. In 1984 werd, 400 jaar na zijn dood, een herdenkingspostzegel uitgebracht.

Slide 6 - Tekstslide


Alleen verder...


  • 1588: De Noordelijke Nederlanden hebben eerst nog geprobeerd een koning te vinden. Dat lukte niet. Daarom wordt besloten verder te gaan zónder koning, als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
  • Dit was uniek in de wereld: "Geen koning?! Wie beschermt je dan?!"


Slide 7 - Tekstslide


De Staten-Generaal


  • Elk van de zeven gewesten had een eigen bestuur: de gewestelijke staten
  • Zij namen vooral beslissingen die hun eigen gewest aangingen.
  • Beslissingen die voor de hele Republiek belangrijk waren, werden genomen in de Staten-Generaal: de vergadering van alle gewestelijke staten bij elkaar
  • De voorzitter van de Staten-Generaal was de raadspensionaris



Een andere belangrijke functie in de Republiek was de stadhouder. Dit waren sinds Willem van Oranje altijd de Prinsen van Oranje. In de Republiek werd dan ook zijn zoon Maurits de eerste stadhouder.

De stadhouder had hoge militaire functies: hij was kapitein-generaal van het leger en admiraal-generaal van de vloot.

Officieel was de stadhouder in dienst van de Staten-Generaal, maar wie de baas was, was niet altijd even duidelijk....

Slide 8 - Tekstslide


Regenten

  • In tegenstelling tot andere landen hadden de (rijke) burgers in de Republiek veel meer macht en invloed dan de adel.
  • Veel van deze burgers waren enorm rijk geworden door de handel (in de steden)
  • Deze groep rijke burgers noem je regenten.
  • Bijna alle belangrijke banen waren in handen van de regenten.



Slide 9 - Tekstslide


Van vader op zoon


  • Veel regentenfamilies probeerden de mooie banen in hun eigen of bevriende families te houden.
  • Zo erfden kinderen al op jonge leeftijd titels of kregen ze voorrang bij banen op basis van hun achternaam.




Gerard Bicker was een zoon van Andries Bicker, een van de machtigste koopmannen uit Amsterdam. Gerard had een goed leven. Hij hoefde dankzij de macht en rijkdom van zijn vader niet echt heel hard te werken. Hij zou zo'n 220 kilo hebben gewogen en werd in de volksmond ook wel "de dikke Bicker" genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

vader Andries Bicker, o.a. burgemeester van Amsterdam, lid van de Staten Generaal en bestuurder van de VOC
zoon Gerard Bicker genoot van de rijkdom van zijn vader. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Andries en Gerard Bicker passen allebei goed bij de Gouden Eeuw. Leg uit waarom?

Slide 13 - Open vraag

Waaraan kun je zien dat Amsterdam de belangrijkste Europese handelsstad van de 17e eeuw was?

Slide 14 - Tekstslide

aan de slag: 
Lees Oriëntatie Hoofdstuk 3 en maak de vragen van het uitgedeelde blad

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Hoe wordt de Republiek rijk? (1)
  • 1568-1648: Tachtigjarige oorlog (Nederlandse Opstand)

  • Oorlog is in principe slecht voor de handel, maar de oorlog werd vooral in de Zuidelijke Nederlanden uitgevochten (huidige België)

  • Haven van Antwerpen werd afgesloten: handelschepen wijken uit naar Amsterdam

Slide 18 - Tekstslide

Hoe wordt de Republiek rijk? (2)
  • Nederland heeft niet heel veel producten/grondstoffen

  • Vooral veel zuivelproducten

  • Oplossing: stapelmarkt.

  • Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producent

Slide 19 - Tekstslide

Stapelmarkt

Slide 20 - Tekstslide



Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 21 - Quizvraag



Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 22 - Quizvraag

Republiek wordt handelscentrum van Europa

Slide 23 - Tekstslide

Specerijen
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 24 - Tekstslide







De verschillende handelsroutes vanuit Azië

Slide 25 - Tekstslide

Europese landen willen zelf winst maken
  • De Portugezen ontdekken de route naar Azië

  • Vasco da Gama maakt als eerste Europeaan de zeereis naar India (1498)

  • Portugezen houden deze Carreira da India strikt geheim

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Nederlanders willen dat ook!

  • Spionage!

  • Jan Huygen van Linschoten reist mee en beschrijft de reis in zijn Itinerario

Slide 28 - Tekstslide

De Itinerario, of Voyage ofte schipvaert, naer Oost ofte Portugaels Indien (...enz. enz.), was meer dan alleen een routekaart.
Er stonden heel veel tekeningen in van vreemde kusten, dieren, mensen en hun rituelen. De Nederlanders keken hun ogen uit.

Slide 29 - Tekstslide

Eerste Nederlanders in Azië
  • Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan

  • Opbrengst net voldoende om de kosten eruit te krijgen, vooral door verkeerde ruilmiddelen.

  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen

Slide 30 - Tekstslide

Nieuw probleem!
  • Steeds meer Nederlandse bedrijven (compagnieën) gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 31 - Tekstslide

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.

  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.

  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje

Slide 32 - Tekstslide

Doel: monopolie op de specerijenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop

Slide 33 - Tekstslide

Hoe?
  • Uitschakelen van concurrenten

  • Bouwen van handelposten

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen van handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld

Slide 34 - Tekstslide

Jan Pieterszoon Coen
  • Berucht vanwege het gebruik van geweld

  • Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden

  • Hongitochten, speciale strafexpedities om smokkelen tegen te gaan

Slide 35 - Tekstslide


De VOC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Kruiden
D
Maïs

Slide 36 - Quizvraag

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1601
B
1602
C
1701
D
1702

Slide 37 - Quizvraag


VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Klik op de hotspots en sleep de gebeurtenissen naar de juiste plek in de tijdlijn.
1641-1650
1661-1670
1671-1680
1681-1690
1691-1700
1701-1710
15.000.000
10.000.000
5.000.000
1
-15.000.000
-10.000.000
-5.000.000
Winst en verlies van de VOC
1651-1660
Oorlog in Azië, oorlog met Engeland.
Winst van de VOC zakt naar een dieptepunt.
1
Oorlog met Engeland en Frankrijk
Door de hoge specerijenprijs stijgt de winst een beetje.
2
De kosten van de VOC nemen enorm toe door het grote aantal soldaten en ambtenaren in Azië
3
De kosten blijven toenemen voor de VOC. De Gouden Eeuw is definitief voorbij.
4
Korte opbloei van de handel door vrede in Europa
5
In Engeland mag alleen handel worden gedreven door Engelsen. Oorlog met Engeland. Grote winstdaling voor de VOC.
6

Slide 42 - Sleepvraag

Video
Het Scheepvaartmuseum:
Dare to Discover | A VR Journey

Slide 43 - Tekstslide