Les 09/01 comparisons + writing

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welcome back

Today: 

Trappen van vergelijking (herhaling) voor toets

Practice writing

Trappen van vergelijking

Aan het einde van de les kan je

• De trappen van vergelijking benoemen.
  
  
• De trappen van vergelijking kunnen toepassen in een zin.

Basisregel

- Vergrotende trap: woord +  -er

- Overtreffende trap: woord + -est

old

older

oldest

Vergrotende trap:

woord +ER

(smart - smarter)

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

(NIET then)

Frank is taller than Rob.

Overtreffende trap:

woord +EST

(smart - smartest)

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
Tall?

1. taller-tallst
2. taller-tallest
3. more tall-most tall
4. tallier-talliest

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?

1. bigger - biggest
2. more big - most big
3. biger - bigest
4. bigier - bigiest

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
easy?

1. easier - easiest
2. more easy - most easy
3. easyer - easyest
4. easyr - easyst

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
famous?

1. famouser- famousest
2. more famous- most famous
3. famousser - famoussest
4. more famouser - most famousest

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
incredible?

1. incredibler- incrediblest
2. more incredibler - most incrediblest
3. incredibleer - incredibleest
4. more incredible - most incredible

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
important?

1. importanter -importantest
2. more important - most important
3. more importanter - most importantest
4. importantly - importantliest

Woorden die eindigen op -y verandert het in -ier / -iest:

Lazy - Lazier - Laziest

Happy - Happier - Happiest

Als een woord eindigt op klinker + medeklinker (ig) verdubbel je de medeklinker:

groot - groter - grootst(e)

big - bigger - biggest

Als een woord eindigt op een -e komt er alleen nog maar -r / -st achter:

aardig - aardiger - aardigst(e)

nice - nicer - nicest

Trappen van vergelijking:
Our sauna at home is ... (hot) the sauna in this wellness.

Who is (funny) ...... person in your class?

Maak de vergelijking af:
Tim is fast, but Harry is .... (fast)Tim.

Exercise together

1. My brothers room is ________________(tidy) mine.
2. Australia is _________________(big) England.
3. He thinks Chinese is __________________(difficult) language in the world.
4. They say that cats are _______________(intelligent) dogs.
5. The _________________(hot) desert of all is the Sahara and it's in Africa.
6. Who is __________________(talkative) person in your family?
7. My sister is __________________(tall) me. 
8. The cheetah  is ___________________(fast) land animal in the world. 

Writing assignment (20 min)

ELO --> STUDIEWIJZER --> Engels --> Powerpoints & Worksheets 

--> Open: Writing assignment 2H

Writing goals: Ik kan in eenvoudige zinnen personen of dingen beschrijven. Ik kan een informeel bericht schrijven over vertrouwde zaken.

Schrijf de tekst in de Past Simple vorm, mocht je hier meer informatie over nodig hebben: Check je boek (blz 81 + 82) 

Ga in stilte aan de slag, als je vragen hebt, steek je hand op.

Volgende les gaan jullie hiermee verder (met Mevrouw Stroomberg)