Klas 1 - CH2 - de ontkenning

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Leerdoel

Ik kan in het Frans een zin ontkennend maken (dus zeggen dat iets NIET zo is).

Ontkennend maken

Drie stappen:

1. Je zoekt in de zin het werkwoord op
2. Je zet ne of n'(bij een klinker) vóór het werkwoord
3. Je zet pas achter het werkwoord

Hoe dan?

Je suis grand (ik ben groot)

1. Het werkwoord in de zin is suis
2. Vóór suis zet je ne 
3. en je zet pas erachter:

Je ne suis pas grand (ik ben niet groot)

Dus de ontkenning

NE...PAS = NIET

Je ne suis pas français.

Je ne préfère pas la viande.

Dus altijd op de plaats van de puntjes (NE...PAS) het werkwoord

Wat is het werkwoord in de zin:
Le monsieur est petit

1. petit
2. le
3. monsieur
4. est

Wat is het werkwoord in de zin:
Marc habite à Amsterdam

1. habite
2. à
3. Marc
4. Amsterdam

Wat is het werkwoord in de zin:
Mon frère parle beaucoup

1. beaucoup
2. parle
3. mon
4. frère

Wat is het werkwoord in de zin:
Ma tante est grande

1. grande
2. tante
3. est
4. ma

Prends ton livre

  Page 86 Exercice 30c

Vink de zinnen aan waar een ontkenning in staat

réponses 30c

Prends ton livre

Page 87 exercice 31b

Kies ne of n'

réponses 31b

Prends ton livre

Page 87 exercice 31c

Onderstreep de persoonsvorm

réponses 31c

Wat is een juiste ontkennende zin?

1. Il regarde ne pas Netflix.
2. Il ne regarde pas Netflix.
3. Il regarde ne pas Netflix.
4. N'il regarde pas Netflix.

Wat is een juiste ontkennende zin?

1. Jacques ne pas est anglais.
2. Jacques n'est pas anglais.
3. Ne Jacques est pas anglais.
4. Jacques ne pas anglais est.

Let op klinker!

• J'aime la pizza (is eigenlijk je aime la   pizza)

   *dat wordt in de ontkenning:

   Je n'aime pas la pizza

En let op de stomme h!

• J'habite à Paris (is eigenlijk je habite   à Paris)
  

   *dat wordt in de ontkenning:

   Je n'habite pas à Paris

Wat is goed?

1. Luc ne aime pas la pizza
2. Luc n'aime pas la pizza

Wat is goed?

1. Il n'est pas ici
2. Il ne est pas ici

Wat is goed?

1. Il n'a pas une maison
2. Il ne a pas une maison

Wat is goed?

1. Je n'habite pas à Rotterdam
2. Je ne habite pas à Rotterdam

Au travail!

Page 87 exercice 31d 

maak de zin ontkennend.
Schrijf ne .... pas op de juiste plaats

réponses 31d

Maak de zin ontkennend:
elle est sportive

Dat met die ontkenning (ne ... pas)
gaat mij vast wel lukken

0100