les 1 Bloed

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Thema 3 Basisstof 1

Wat gaan we vandaag doen?

Lesdoelen

Even terugblikken

Hoe denk jij dat het zit?

Uitleg basisstof 1

Aan de slag! 

ff checken

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kan je...

1. Tenminste 2 bestanddelen van bloed benoemen.

2. Minstens 1 functie van een bestanddeel in het bloed                        benoemen.

Hoe denk jij dat het zit?

Wat? Teken het hart en bloedsomloop in de persoon.

Hoe? Alleen, de tekening is voor jezelf.

Hulp? Vragen aan de docent.

Tijd?  5 minuten.

Uitkomst, wat doen we ermee? Random 2 tekeningen klassikaal bespreken.

Klaar?  Naam erop! Tekeningen inleveren na de bespreking.

Bloed

Een volwassen mens heeft ongeveer 4 a 5 liter bloed in zich.

• 55% bloedplasma 
• 45% uit andere                    bestanddelen
  

Samenstelling bloed

Bloedplasma

• Bestaat voor 91% uit water.
• Voor 7 % uit plasma eiwitten. Deze eiwitten helpen bij de bloedstolling (hard worden bloed).

• Voor 2% uit opgeloste stoffen. Denk hierbij aan zuurstof, koolstofdioxide, voedingsstoffen en afvalstoffen.

Rode bloedcellen

• Zijn rond van vorm met een klein   deukje in het midden. Ze hebben    geen celkern. 
• Rode bloedcellen         vervoeren zuurstof.

• Hemoglobine zit in rode bloedcellen en hiermee bindt zuurstof zich makkelijk aan de rode bloedcel.

Witte bloedcellen

• Hebben wel een celkern. 
•  Zijn zeer "flexibel" van vorm zodat ze buiten de bloedvaten kunnen komen.

• Witte bloedcellen doden   ziektemakers. Hierbij sterven ze zelf.
• Pus en etter zijn dode witte   bloedcellen.

Witte bloedcellen "eten" de ziekteverwerker op als een soort pacman en gaat daarna zelf dood.

Bloedplaatjes

• Bloedplaatjes zijn een soort propjes met armen.
• De bloedplaatjes zorgen voor de bloedstolling.

Korstjes

Als er in een bloedvat een gat zit vormen de bloedplaatjes een soort net over het gat. Na een tijdje worden ze hard en houden ze de andere bloedcellen tegen. 

Witte bloedcel

rode bloedcel

Bloedplaatje

bloedplasma

Maakt ziekteverwekkers onschadelijk

vervoerd zuurstof

vervoerd afvalstoffen en voedingsstoffen

Aan de slag!

Wat?   Lezen va. blz. 130 Maken 1-2-3-4-5-6-7-8

Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.

Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.

Tijd?   10 minuten

Uitkomst, wat doen we ermee? Bedenk welke vragen bij de lesdoelen horen. Random check bij 3 leerlingen aan het einde van de les.

Klaar? Online test-je-zelf maken 3.1

               

Ff checken

Met welke vragen uit het boek kan je de volgende lesdoelen beantwoorden?

1. Je kan tenminste 2 bestanddelen van bloed benoemen.

2. Je kan tenminste 1 functie van een bestanddeel in het bloed         benoemen.