DISK thema 20 - les 5

Thema 20 - Straatcultuur
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 20 - Straatcultuur

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel
- Je kunt de 25 nieuwe woorden van thema 20 gebruiken. 
- Je begrijpt 10 nieuwe woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Even nadenken
Welke werkwoorden van thema 20 weet je nog? 

timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Spreken
Je ziet zometeen een plaatje.
Bespreek met de buur achter je wat je ziet en wat je er van vindt.

Slide 5 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Kijk na
  • Kijk samen met je buur jouw zinnen en betekenis na.
  • Bespreek samen of je zin goed is en of jullie dezelfde betekenis hebben. 
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Dit is...

Slide 8 - Open vraag

Maak een zin met "ongeveer".

Slide 9 - Open vraag

Dit is ...

Slide 10 - Open vraag

Maak een zin met "normaal"

Slide 11 - Open vraag

Dit is ....

Slide 12 - Open vraag

Maak een zin met "helemaal"

Slide 13 - Open vraag

5 nieuwe woorden
  • Doe je ipad dicht.
  • Pak je map of schrift.
  • Schrijf de 10 nieuwe woorden op.
  • Schrijf ook het meervoud op.

Slide 14 - Tekstslide

de reactie
Ergens een antwoord op geven.

m.v. = de reacties

Slide 15 - Tekstslide

het respect
Je netjes gedragen tegenover iemand anders. 
of
Rekening houden met normen en waarden.

Slide 16 - Tekstslide

schrikken
Een reactie op iets wat je niet had verwacht.

Ik schrik
Jij schrikt
Wij schrikken

Wij schrokken
Wij zijn geschrokken

Slide 17 - Tekstslide

stoer
Doen alsof je nergens bang voor bent.

Bijv. naamwoord = stoere

Slide 18 - Tekstslide

de straatcultuur
Regels en afspraken binnen een groep. Bijvoorbeeld over kleding en taalgebruik.

m.v. = de straatculturen

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf de vervoegingen van "ophouden" op

Slide 20 - Open vraag

Schrijf de vervoegingen van "schrikken" op.

Slide 21 - Open vraag

Maak een zin met "de reactie"

Slide 22 - Open vraag

Welk woord hoort in de zin:
Amsterdam heeft ongeveer 800.000 ....
A
pubers
B
cadeaus
C
inwoners
D
lastige

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord past in de zin:
Ik denk dat ik ... om half 8 bij je kan zijn.
A
gedeelte
B
ongeveer
C
normaal
D
reactie

Slide 24 - Quizvraag

Welk woord past in de zin:
Een paar weken ... was Yu met haar ouders in Parijs.
A
normaal
B
ongeveer
C
algemeen
D
geleden

Slide 25 - Quizvraag

Welk woord past in de zin:
Mijn hond ... altijd erg van harde geluiden.
A
reactie
B
normaal
C
lastig
D
schrikt

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerk voor woensdag
Schrijf bij alle 5 de woorden de betekenis en een voorbeeldzin.
Dit is huiswerk voor woensdag 6 april.

Slide 27 - Tekstslide