Schrijven

Schrijven
Hoofdstuk 1, 3 en 6
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijven
Hoofdstuk 1, 3 en 6

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is schrijven belangrijk?

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 1
Leerdoel: Je leert in vijf stappen een korte tekst te schrijven.

Bladzijde 18

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1
Woordveld maken
Schrijf zoveel mogelijk woorden op die met het onderwerp te maken hebben.

Slide 4 - Tekstslide

Stap 2
Deelonderwerpen ordenen
Kijk in je woordveld of er woorden zijn die bij elkaar passen. Elk groepje woorden wordt een deelonderwerp.
Zet de deelwonderwerpen in de juiste volgorde.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3
Schrijf de tekst. 
Denk aan de opbouw van een tekst: inleiding-middenstuk-slot.

Vergeet niet de titel!

Het is handig om eerst een kladversie te maken. 

Slide 7 - Tekstslide

Stap 4
Controleer je tekst. 

Kijk of de zinnen goed lopen en of er misschien nog spelfouten in de tekst zitten.

 Denk ook aan de hoofdletters!


Slide 8 - Tekstslide

Stap 5
Schrijf je tekst over in het net.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Maak vanaf bladzijde 18 opdracht 1 t/m 4

Teksten mag je ook op je IPad typen.

Slide 10 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, IPad).
  • Mijn telefoon zit in mijn tas.
  • Mijn oortjes zijn uit.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik eet of drink niet meer.

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Leerdoel: Je kunt een instructie schrijven.

Bladzijde 70

Slide 12 - Tekstslide

Welke voorbeelden van een instructie ken je?

Slide 13 - Tekstslide

Instructie schrijven
1. Vertel waarover je instructie gaat.

2. Leg alles stap voor stap uit in korte en eenvoudige zinnen.

3. Zet het in de juiste volgorde.

4. Nummer of zet voor elke stap een - of .

Slide 14 - Tekstslide

Instructie schrijven
5. Begin elke instructiezin met een doe-woord: Pak, Doe, Knip, Schroef

 6. Gebruik signaalwoorden die de volgorde aangeven: om te beginnen, eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte. 

7.  Kijk of er afbeeldingen zijn die je instructie duidelijker maken.

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Maak vanaf bladzijde 70 de startopdracht en opdracht 1 en 2. 

Teksten mag je ook op je IPad typen.

Slide 16 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, IPad).
  • Mijn telefoon zit in mijn tas.
  • Mijn oortjes zijn uit.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik eet of drink niet meer.

Slide 17 - Tekstslide

Hoofdstuk 6
Leerdoel: Je kunt taalgebruik, toon, lay-out van een tekst aanpassen aan het publiek.

Bladzijde 148

Slide 18 - Tekstslide

Onderwerp
Onderwerp van de tekst past bij het publiek.

Wat weet mijn publiek al?
Wat moet mijn publiek nog meer weten?
Verzin voorbeelden die je publiek kan begrijpen.

Slide 19 - Tekstslide

Taalgebruik
Gebruik alleen woorden die je zelf ook begrijpt.

Leg moeilijke woorden eventueel uit.

Maak niet te lange zinnen. Gebruik komma's. 

Slide 20 - Tekstslide

Toon
Manier hoe je iets overbrengt.

Welke verschillende tonen kunnen er zijn bij een tekst?

Slide 21 - Tekstslide

Lay-out
Hoe de tekst eruit ziet. Afbeeldingen, kleur etc.

Jongeren?
Volwassenen?

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Maak vanaf bladzijde 148 de startopdracht en opdracht 1 en 2. 

Teksten mag je ook op je IPad typen.

Slide 23 - Tekstslide