goederenstroom herhaling 3.2 en 3.3

Herhaling 3.2 en 3.3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 3.2 en 3.3

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij inventariseren?

Slide 2 - Woordweb

Wat betekent het woord derving?

Slide 3 - Open vraag

Voorraad inventariseren
  • Tellen en registreren van de voorraad.
  • Geeft het verschil tussen de administratieve en de technische voorraad 
  • Administratieve voorraad wordt bijgehouden door het scannen bij de kassa

Slide 4 - Tekstslide

Nut van inventariseren
  • Klopt je administratieve voorraad?
  •  Is er derving?
  • Worden (retour)procedures goed uitgevoerd?
  • Klopt de hoeveelheid automatisch bestelde producten?

Je bent verplicht om de waarde van de voorraad aan het einde van het boekjaar vast te leggen op de balans.

Slide 5 - Tekstslide

Inventarisatieplan
  1. Voorbereidingen treffen
  2. Voorraad opnemen
  3. Voorraadadministratie bijhouden
  4. Resultaten bespreken
  5. Winkel op orde brengen 

Slide 6 - Tekstslide

Vier manieren van inventariseren
  1. Integraal -> hele winkel en magazijn tellen
  2. Steekproefsgewijs -> een willekeurig deel van de producten tellen
  3. Cyclisch -> indelen op productgroep 
  4.  Continu -> regelmatig steekproeven houden

Slide 7 - Tekstslide

Dervingspercentage
Het verschil tussen de administratieve en werkelijke voorraad uitgedrukt in procenten
Derving = administratieve voorraad - werkelijke voorraad

Dervingspercentage = derving / administratieve voorraad x 100

Slide 8 - Tekstslide

De administratieve voorraad van een fietssoort is €12.000 en de werkelijke hoeveelheid blijkt €9.000 te zijn. Bereken het dervingpercentage.

Slide 9 - Open vraag

Oefenopgaven maken
Eerste vijf minuten in stilte, daarna mag er overlegd worden.

Slide 10 - Tekstslide