3 MAVO Thema 4 BS6 27 januari 2021

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Thema 4: ordening en evolutie

BS6 Planten

Programma

1. Herhaling BS5 Bacteriën en schimmels

2. Doelen

3. Uitleg BS6 Planten

4. Aan de slag

Welke onderdelen hebben bacteriën én schimmels?

1. celmembraan
2. cytoplasma
3. celwand
4. celmembraan, cytoplasma, celwand

De bacteriecel heet geen kernmembraan/ celkern.

1. juist
2. onjuist

De bacteriecel is kleiner dan de cel van een schimmel.

1. onjuist
2. juist

Is een gist een eencellige of een meercellige schimmel?

1. eencellige schimmel
2. meercellige schimmel

Bacteriën én eencellige schimmels planten zich voort door:

1. celdeling
2. sporen

Meercellige schimmels planten zich voort door:

1. celdeling
2. sporen

Op welke manieren kunnen bacteriën nuttig zijn voor de mens?

Op welke manieren kunnen bacteriën en schimmels schadelijk zijn?

Aan het einde van de les:

- Kun je het plantenrijk indelen in vier stammen.

- Kun je van alle stammen kenmerken en voorbeelden benoemen.
- Kun je de stam van de zaadplanten indelen in twee klassen en de bijbehorende kenmerken en een voorbeelden benoemen.

Waarom zijn planten belangrijk voor de mens?

BS6 Planten

Belangrijk:

- Zuurstof in de atmosfeer

- Voedsel

- Kleding

Planten

Domein: Eukaryoten

- bestaan uit meerdere cellen

- weefsels en organen (wortels, stengels, bladeren en bloemen)

Bij de indeling wordt gelet op de plantenorganen als kenmerk.

Plantenrijk

4 stammen:
1. Mossen

2. Paardenstaarten
3. Varens
4. Zaadplanten

Planten - voortplanting

- Mossen, paardenstaarten en varens

planten zich voort dmv sporen

--> sporenplanten

Zaadplanten planten zich voort dmv zaden 
- sommige zaadplanten hebben bloemen

Zaadplanten

1. Bedektzadige planten
2. Naaktzadige planten

Zaadplanten

1. Bedektzadige planten: zaden zitten in vruchten. De zaden zijn 'bedekt' door de vruchten. Bv. appels, kersen, bessen, peulen.
- Alle planten die bloemen dragen (alle loofbomen & struiken), maar ook kruidachtige planten (witte dovenetel) & grassen.

Zaadplanten

2. Naaktzadige planten: zaden zitten tussen de schubben van kegels. (Bv. kegels van dennen en sparren - naaldbomen)

- Als schubben open staan, liggen de zaden onbedekt "naakt"

tussen de schubben

- Geen bloemen

- Bladeren meeste naaktzadigen -->
Naaldvormig

Waarom zijn planten belangrijk?

In welke 4 rijken kunnen wij het plantenrijk indelen?

In welke 2 klassen kunnen wij zaadplanten verdelen?

Aan de slag

Opdrachten & begrippen van BS5 & BS6 maken

- BS5 Opdracht 38 t/m 42 

- BS6 Opdracht 49 t/m 53 

Wil je meer oefenen? Dan mag je meer opdrachten maken

Vrijdag 29 januari vóór 16.00 uur inleveren via 
It's Learning