Career Paths - Descriptions - Suspects

describing people
1 / 25
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

describing people

Slide 1 - Woordweb

Welke woorden kennen de studenten al over mensen beschrijven. Probeer de focus te houden op algemene woorden:
- haarkleur
- bouw
- lengte
- ogen
- neus
Zo kun je later meer op specifieke kenmerken gaan zitten. 
Description

1. What features do you use to describe these people?
 
2. What kind of features would make it easy to recognize people? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze vragen komen overeen met:
 exercise 1  van Describing Suspects.  
Periode 3 - TO DO 
Descriptions
You will be learning new vocab and how to use the vocabulary. 
Most Wanted
create a poster 
SpeakTeach
Pitch Your Poster
Holmwood's Tracks
Make Unit 3 plus Test

Slide 3 - Tekstslide

Dit is wat we gaan doen in periode 3. 

Laat de studenten controleren of ze nog steeds in kunnen loggen op de SpeakTeach app die ze op hun telefoon hebben gezet of een device met een microfoon functie. 
Let's read the passage.

Then, mark the statements on the next slides as True or False

Slide 4 - Tekstslide

deze tekst komt overeen met de methode Career Paths: Police

descriptions Suspects 

de vragen die volgen horen bij exercise 2


1The suspect stole money from a bank.
A
True
B
False

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The suspect has no distinctive marks.
A
True
B
False

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The suspect had a mustache during the robbery.
A
True
B
False

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

distinctive marks

Slide 8 - Woordweb

laat studenten hier zoveel mogelijk Engelse woorden opschrijven die te maken hebben Distinctive marks die iemand zou kunnen hebben.   
B. a feature that makes someone recognizable
D. having light colored skin
E. hair growth above someone's upper lip
F. weighing more than is healthy
C. the measurement of how tall a person is
A. the physical appearance of a person's skin
distinctive mark 
complexion
height
overweight
mustache
pale

Slide 9 - Sleepvraag

Descriptions; Suspects exercise 3  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pick the correct word:

1. Mr. Han looks different since he grew ___?___.
A
build
B
tattoo
C
facial hair
D
dress

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pick the correct word:

3. The bank teller described a ___?___ the suspect had on his arm.
A
build
B
tattoo
C
facial hair
D
dress

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pick the correct word:

2. The usual ___?___ for the occasion is a suit and tie.
A
build
B
tattoo
C
facial hair
D
dress

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pick the correct word:

4. The woman had a thin ___?___.
A
build
B
tattoo
C
facial hair
D
dress

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Listen to a conversation between a police officer and a citizen.

Write the characteristics mentioned in the conversation.

Slide 15 - Open vraag

Dit is exercise 6.

Exercise 7+8 zijn online lastiger uit te voeren en de studenten gaan elkaar vragen stellen naar aanleiding van de poster die ze later inleveren.

Excercise 9 is een leuke notitie om in te laten vullen bij het vragen stellen over de poster aan elkaar.
video 

Watch the video that the teacher will start. 

Complete the text with the words stated as options.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The police use technology in many different ways in their fight against ____?____ .
A
suspect
B
detect
C
crime
D
features

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

For example, they use facial recognition software to help
them ___?___ criminals.
A
detect
B
instructions
C
transfers
D
crime

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Using this software, a 3.___?___ is asked to identify a person by selecting facial (4) from an image database.
KIES ALLEEN VOOR ANTWOORD 3
A
suspect
B
photographs
C
features
D
witness

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Using this software, a (3) is asked to identify a person by selecting facial 4.___?___ from an image database.
KIES ALLEEN VOOR ANTWOORD 4
A
suspect
B
photographs
C
features
D
witness

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A portrait painter then presents the witness with a series of real ___?___ of faces which have been cut up into five pieces.
A
suspect
B
photographs
C
features
D
witness

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Then the witness is asked to choose the features most similar to those of the ___?___
A
suspect
B
transfers
C
instructions
D
crime

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Finally, the agent assembles the data, 7.___?___ the pictures to Photoshop and modifies the face according to the witness’ (8).

KIES ALLEEN VOOR ANTWOORD 7
A
detect
B
transfers
C
instructions
D
crime

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Finally, the agent assembles the data, (7.) the pictures to Photoshop and modifies the face according to the witness’ 8___?___.

KIES ALLEEN VOOR ANTWOORD 7
A
detect
B
transfers
C
instructions
D
crime

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen voor de volgende les? 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies