Voorzieningen

H 3 Voorzieningen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

H 3 Voorzieningen

Slide 1 - Tekstslide

In welke sector werkt een bakker?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire

Slide 2 - Quizvraag

Mensen bereiken veel wanneer ze samen werken. Waar konden alle bakkers zich vroeger bij aansluiten?
A
De Hanze
B
Het ambacht
C
Het Gilde

Slide 3 - Quizvraag

De Albert Heijn is een voorbeeld van een commercieel bedrijf. Wat is commercieel?

Slide 4 - Open vraag

Noem zoveel mogelijk commerciële bedrijven

Slide 5 - Woordweb

Voorzieningen
Voorzieningen: Bedrijven en organisaties die ervoor zorgen dat mensen kunnen krijgen wat ze nodig hebben. ​


Publieke voorzieningen: Worden betaald van belastinggeld zoals zorg en politie. ​
Commerciële voorzieningen: Zijn bedoeld om winst te maken zoals horeca. ​
Je hebt ook voorzieningen zoals sportverenigingen of stichtingen. Deze hoeven geen winst te maken.​




Slide 6 - Tekstslide

Commerciële voorziening
Publieke voorziening
Politie
School
Bibliotheek
Jumbo
Kruidvat
Ikea
McDonalds
Gemeente Veenendaal
Apple

Slide 7 - Sleepvraag

Voorzieningen
Dus: 
Commercieel = winstgevend, Publiekelijk = niet winstgevend

Sommige voorzieningen gebruik je dagelijks en andere voorzieningen gebruik je niet-dagelijks. 

Slide 8 - Tekstslide

Een commerciële voorziening is:
A
Een bedrijf dat winst wil maken
B
Een bedrijf dat geen winst wil maken
C
Een voorziening die je dagelijks gebruikt
D
Een voorziening die je niet dagelijks gebruikt

Slide 9 - Quizvraag

Een dagelijkse voorziening is:
A
Een voorziening die je dagelijks gebruikt
B
Een voorziening die je niet dagelijks gebruikt

Slide 10 - Quizvraag

Kan een commerciële voorziening ook een dagelijkse voorziening zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort
voorziening is
dit? (2 aw)
A
Commerciële voorzienig
B
Publieke voorziening
C
Dagelijkse voorziening
D
Niet-dagelijkse voorziening

Slide 12 - Quizvraag