H3 chapitre 3 les 14

Bonjour H3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour H3

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Stof proefwerk doornemen
Révision Futur Simple
Révision Francofolies
Travail individuel 
Révision Poser des questions
Quizlet live
La neige à Paris au printemps.

Slide 2 - Tekstslide

Proefwerk Chapitre 3
  • Les mots de bloc A, B, E, F, H
  • Les phrases-clés de bloc  D, J
  • La grammaire de bloc C (Futur) G (connaître) bloc I (Questions) 
  • Francofolies p. 34 et 47


(Wie wil; werkboek inleveren op do 15, vrij 16 april, lokaal 175)

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van de Futur Simple?
Welke tijd? Wanneer gebruik je het? Hoe maak je de Futur Simple?

Slide 4 - Tekstslide

Bloc C (vervolg)
Je choisirai le français! 
Tu choisiras le français! 
Il/Elle/On choisira le français! 
Nous choisirons le français! 
Vous choisirez le français! 
Ils/ Elles choisiront le français
Regel
Heel w.w + uitgangen : ai,as,a,ons,ez,ont 

Slide 5 - Tekstslide

Bloc C (uitzonderingen)
1.Bij werkwoorden op -re vervalt de 'e'.
vendre --> je vendrai

2. Bij deze werkwoorden gebruik je een andere stam (niet heel w,w.)
être --> je serai                     aller --> j'irai
avoir --> j'aurai                     pouvoir --> je pourrai
faire --> je ferai                    voir --> je verrai

Slide 6 - Tekstslide

Elles...(oser)
A
osera
B
oseront
C
oserent
D
osent

Slide 7 - Quizvraag

il ....(finir)
A
finira
B
finirra
C
finiras
D
finiront

Slide 8 - Quizvraag

Nous .. (aller)
A
allerons
B
allons
C
aurons
D
irons

Slide 9 - Quizvraag

Je...(prendre)
A
prendrai
B
prendra
C
prendreai
D
prendrerai

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent Francophonie / Francophone?

Wat is een 
pays Francophone?
                          Révision: Francofolies Chapitre 3

Slide 11 - Tekstslide

La francophonie
Un pays francophone est un pays où l’on parle français. 

Dans beaucoup de pays, le français est une langue officielle.

Dans d’autres pays, on apprend le français à l’école, comme aux Pays-Bas.

Slide 12 - Tekstslide

Welke vooroordelen over Frankrijk / Fransen worden er genoemd in dit hoofdstuk?

Slide 13 - Woordweb

Au travail...
Le bilan (oefen toets)

Exercices 2 ,3, 4 

à la page 129-130

Slide 14 - Tekstslide

Comment poser une question?

Slide 15 - Tekstslide

4 manieren
1. Gewone zin  / vraagwoord
           Elle                   a                un frère    pourquoi ?

2. Vraagwoord / gewone zin
       Pourquoi           elle                  a                     un frère ?

3. Vraagwoord / est-ce que / gewone zin
       Pourquoi      est-ce qu'           elle                      a            un frère ?

4. Vraagwoord / omkering  / rest
       Pourquoi                    a        ( - t - )    elle             un frère ?

Slide 16 - Tekstslide

Maak op 2 verschillende manieren vragend:
Ils parlent allemand?

Slide 17 - Open vraag

Maak op 2 verschillende manieren vragend.
Elle a les cheveux blonds?

Slide 18 - Open vraag

Maak onderstaande vraag op een andere manier vragend.
Pourquoi nous allons à l'école ?

Slide 19 - Open vraag

Maak onderstaande vraag op een andere manier vragend.
Comment est-ce que vous avez travaillé?

Slide 20 - Open vraag

Welke vorm van 'wat' is de juiste in onderstaande zin?
... est ta nationalité?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 21 - Quizvraag

Welke vorm van 'wat' is de juiste in onderstaande zin?
... est votre sac à dos?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 22 - Quizvraag

Quizlet live
Ga naar www.quizlet.live
Vul de code in die je krijgt van de docent.
Voeg je toe met je eigen naam.

Slide 23 - Tekstslide