NaSk H6 paragraaf 1 en 2

Welkom H2B
Ga op je eigen plek zitten!

Potlood/pen op tafel
Schrift en boek op tafel
Geo/rekenmachine op tafel
Doe je jas uit en tassen van tafel



1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom H2B
Ga op je eigen plek zitten!

Potlood/pen op tafel
Schrift en boek op tafel
Geo/rekenmachine op tafel
Doe je jas uit en tassen van tafel



Slide 1 - Tekstslide

Welkom H2C
Ga op je eigen plek zitten!

Potlood/pen op tafel
Schrift en boek op tafel
Geo/rekenmachine op tafel
Doe je jas uit en tassen van tafel



Slide 2 - Tekstslide

Vorige les was de toets
Ik ben vaak erg langzaam met nakijken

Het antwoord op de vraag "heeft u de cijfers" staat (bijna) altijd rechtsboven op het bord

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Nieuw hoofdstuk (6)

Elektriciteit

Slide 4 - Tekstslide

Deze les
Elektrische energie
Elektriciteitsnetwerk
Spanningsbronnen
Polen
Spanning
Voltmeter
Meetbereik (herhaling)
Batterij aansluiting

Slide 5 - Tekstslide

Elektrische energie
Elektriciteit is een energievorm
Het wordt erg veel gebruikt.

Energiecentrales zetten andere energievormen om in elektriciteit en transporteren dat naar jouw huis via het elektriciteitsnetwerk

Slide 6 - Tekstslide

Elektriciteitsnetwerk
Via hoogspanningskabels wordt elektriciteit door heel Nederland getransporteerd.
Kan niet makkelijk opgeslagen worden, dus alles wat gemaakt wordt, wordt ook bijna direct gebruikt.

Slide 7 - Tekstslide

Spanningsbronnen
Elk elektrisch apparaat heeft een spanningsbron nodig. Deze geeft de energie aan het apparaat.

Een spanningsbron heeft twee polen, een min en een plus

Slide 8 - Tekstslide

Spanning
Hoeveel energie een spanningsbron geeft, hangt (onder andere) af van de spanning.

Spanning (U) is de eerste nieuwe grootheid van dit hoofdstuk.
Het wordt gemeten in volt (V)

Schrijf dit in je tabel (of maak tabel)

Slide 9 - Tekstslide

Spanning
In Nederland komt er 230 volt uit het stopcontact. 
De spanning van een hoogspanningskabel hiernaast kan een paar duizend volt zijn.
Apparaten hebben altijd een maximale spanning

Slide 10 - Tekstslide

Spanning
Spanning kan je meten
Die doe je met een spanningsmeter.
Je moet dan de minpool in de zwarte aansluiting doen en de pluspool in de goede rode aansluiting

Slide 11 - Tekstslide

Meetbereik
Geeft aan wat je maximaal kan meten

Slide 12 - Tekstslide

Aansluiting maakt uit (serie en parallel)
Via hoogspanningskabels wordt elektriciteit door heel Nederland getransporteerd.
Kan niet makkelijk opgeslagen worden, dus alles wat gemaakt wordt, wordt ook bijna direct gebruikt.

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten voor deze les
Maken 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 12 en 13 van blz 173



Slide 14 - Tekstslide

Deze les (2)
Herhaling vanelektriciteit

Omrekenen oefenen (opdr 6)
Geleiders/isolatoren
De stroomkring/schakeling





Slide 15 - Tekstslide

Altijd goed omrekenen
Stap 1: Hoeveel stappen zitten er tussen de voorvoegsels?
Met zoveel nullen moet je rekenen
1 stap = 10, 2 stappen = 100, 3 stappen = 1000 etc etc

Stap 2:
Gaat het van klein naar groot? Dan : doen
Gaat het van groot naar klein? Dan × doen

Stap 3:Uitrekenen


Slide 16 - Tekstslide

Omrekenen
Stap 1: Hoeveel stappen?

Stap 2: Klein naar groot ×
Groot naar klein :

Stap 3: Uitrekenen

Slide 17 - Tekstslide

Geleiders en isolatoren

Geleiders geleiden elektriciteit goed

Isolatoren geleiden elektriciteit niet goed

Slide 18 - Tekstslide

Informatief liedje
https://www.youtube.com/watch?v=k2mtpXxWggc

Slide 19 - Tekstslide

Tekens die je MOET kennen

Slide 20 - Tekstslide

Schakeling/stroomkring

Slide 21 - Tekstslide

Schakeling/stroomkring
Dit is hoe de stroomkringen er voor ons vaak gaan uit zien

De stroomkring moet dicht zitten
Is de stroomkring open dan loopt er geen stroom

Slide 22 - Tekstslide

Schakeling/stroomkring
De stroom gaat van + naar -
"De stroom" is stroomsterkte. Stroomsterkte (I) meten wij in ampère (A)
Het geeft aan hoeveel 'deeltjes' er per sec langskomen

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht voor deze les
Paragraaf 1:
Maken 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 12 en 13 opblz 173

Paragraaf 2:
18, 20, 21, 22, 23, 25, 26 en 29 op blz 178


Slide 24 - Tekstslide

Voltmeter

Slide 25 - Tekstslide

De ampèremeter (en voltmeter)

Slide 26 - Tekstslide

Onthouden dus:
De voltmeter "voelt" het verschil tussen één kant en de andere kant
De ampèremeter telt hoe snel alles langs komt per seconde

Slide 27 - Tekstslide

Maakt het uit waar de ampèremeter aangesloten zit in de stroomkring?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag