23-02-23 Groep B

Donderdag 23 februari
lezen de baby sitter
scheidbare werkwoorden
pubers
Wat is mijn probleem?
Debat 



1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Donderdag 23 februari
lezen de baby sitter
scheidbare werkwoorden
pubers
Wat is mijn probleem?
Debat 



Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

scheidbare werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

scheidbare werkwoorden

Slide 4 - Woordweb

scheidbare werkwoorden
opstaan - ik sta op - ik ben opgestaan - je hoeft niet op te staan

Slide 5 - Tekstslide

scheidbare werkwoorden
neerleggen - hij legt neer - neergelegd - het is beter dit neer te leggen

Slide 6 - Tekstslide

scheidbare werkwoorden
afspreken - we spreken af - afgesproken - 
het is niet mogelijk af te spreken

Slide 7 - Tekstslide

niet altijd!
misslaan - hij slaat de bal mis
mislukken - de taart is mislukt

overstappen - ik stap de volgende halte over
overtuigen - je overtuigt niemand

Slide 8 - Tekstslide

niet altijd!
voorkomen - komt dit vaak voor
ze proberen ongelukken te voorkomen

doorlopen - de koffie loopt niet goed door
hij heeft het vwo doorlopen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe gebruik je een scheidbaar werkwoord?
Je schrijft eerst wie/wat (onderwerp). Dan het werkwoord dat je  aanpast aan de wie/wat. Het andere woord staat op de laatste plaats in de zin:

Ik               maak        de keuken         schoon.
De trein  komt        om 10:00 uur   aan.
Wij            denken   eerst                    na

Slide 10 - Tekstslide

Maak zinnen met:
moeten - innemen
willen - uitschrijven
zullen - aanmelden
moeten - afspreken
kunnen - terugbrengen
mogen - uitgaan

Slide 11 - Tekstslide

Pubers
Lezen de tekst

Pubers en gevoelens

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat is mijn probleem?


1 leerling komt naar voren
2. Er staat een probleem op het bord.
3. Geef een advies.
4. Wat is mijn probleem?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Geen mobieltjes op school

1. Je schrijft je mening op.
Ik vind dit een goed idee, omdat
Ik vind dit geen goed idee, omdat

Je schrijft twee voordelen en twee nadelen op.

Slide 16 - Tekstslide

De school begint om 10.00 uur
1. Je schrijft je mening op.
Ik vind dit een goed idee, omdat
Ik vind dit geen goed idee, omdat

Je schrijft op:
2 voordelen en 2 nadelen 


Slide 17 - Tekstslide