T3 GL ch1F
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
prêt(e)
A
vlak bij
B
klaar
C
snel
D
praat
Slide 6 - Quizvraag
quand
A
kwaad
B
eend
C
wanneer, toen
D
gisteren
Slide 7 - Quizvraag
Ik woon in Zwolle
Slide 8 - Open vraag
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
?
quand
anniversaire
c'
est
ton
Slide 9 - Sleepvraag
paresseux (-euse)
A
praatgraag
B
prachtig
C
ouderlijk
D
lui
Slide 10 - Quizvraag
Je suis né à Amsterdam
A
Ik heb in Amsterdam gewoond
B
Ik ben geboren in Amsterdam
C
Ik ben in Amsterdam gebleven
D
Ik ben naar Amsterdam gegaan
Slide 11 - Quizvraag
la gare
A
het station
B
het garen
C
de gare
D
de voordeur
Slide 12 - Quizvraag
het huiswerk
Slide 13 - Open vraag
van vroeg tot laat
A
toujours jusqu'à tôt
B
de moi vers toi
C
de tôt à tard
D
de tard à tôt
Slide 14 - Quizvraag
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
Hoe laat sta jij op?
heure?
quelle
te
lèves
à
Tu
Slide 15 - Sleepvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Woordweb
Het is 5 voor half 4
A
Il est trois heures et demi
B
il est trois heures vingt-cinq
C
il est quatre heures moins trente-cinq
D
il est quatre heures mois demi
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Voilà, __________ (mijn) chat (m)
A
mon
B
ma
C
mes
D
ta
Slide 20 - Quizvraag
Tu connais __________ (haar) soeur?
A
son
B
sa
C
ses
D
mon
Slide 21 - Quizvraag
_____________ (onze) parents sont en vacances.
A
notre
B
nos
C
votre
D
vos
Slide 22 - Quizvraag
A
France 2 is een televisiezender
B
France 2 is een nieuwe clip
C
France 2 is een bioscoop
D
France 2 is een nieuwe film
Slide 23 - Quizvraag
A
In de serie wordt getest wie familie van elkaar is
B
In de serie wordt gevraagd wie vrienden zijn
C
In de serie wordt gevraagd wat ze weten over hun familie
D
In de serie worden ze geconfronteerd met oude vijanden
Slide 24 - Quizvraag
A
er worden vragen gesteld aan de families
B
er worden vragen gesteld aan de kinderen
C
er worden vragen gesteld aan de broers
D
er worden vragen gesteld aan de zussen
Slide 25 - Quizvraag
Beide gezinnen komen uit Parijs
A
juist
B
onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Lou komt uit een gezin
met allemaal mannen
met allemaal mannen
A
juist
B
onjuist
