CG A1: unidad 6_oef 7 t/m Panam_lesweek 4_les 2



Buenas tardes, hoy es martes, el 26 de septiembre
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les



Buenas tardes, hoy es martes, el 26 de septiembre

Slide 1 - Tekstslide



op maandag/zondag

el lunes /domingo

's maandags:

los lunes/domingos
Nr. 5 WB p.56

Slide 2 - Tekstslide

¿Dónde está?

Op de volgende dia vind je een plattegrond van 'jouw' stad. Vraag en vertel elkaar: 
- wat er in deze stad is
- waar deze gebouwen zich bevinden.
Maak gebruik van "hay o estar" en "plaatsbepalingen"
zie ook opdracht 6b TB p. 56

 
Por ejemplo:

¿Qué hay en tu ciudad?
- En mi ciudad hay una escuela y un hospital. 

¿Dónde están?
- La escuela está cerca de la cafetería. El hospital está al lado de la tienda de juguetes y enfrente del parque. 


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Nr. 4 TB p. 55

En la oficina de turismo
En la oficina de turismo
1. un restaurante típico
2. un plano de la ciudad
3. una entrada para el concierto de flamenco
4.visitas guiadas en la catedral
5. autobús para Triana
6.comprar sellos
7.abre los lunes
8.las tiendas por la tarde
We bestuderen eerst p. 62 TB: "Informatie inwinnen"
Maak nu opdracht 4a TB 
Na afloop luva ter controle
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Programma
presentie/planning

Unidad 6
- Herhaling hay/estar
- oefening 7 t/m 10
t/m Panamericana

Por la ciudad

Slide 6 - Tekstslide

¿Hay o estar?
hay
er is, er zijn
Het onderwerp is onbepaald.
estar
zijn, zich bevinden
Het onderwerp is bepaald.
hay +
- onbep. lidwoord
- geen lidwoord
- getallen
- onbep. hoeveelheid
¿Hay una farmacia por aquí?
Is er een apotheek hier (in de buurt)?
¿Hay visitas guiadas?
¿En la calle hay dos farmacias. 
Hay muchos bares.
estar +
- bep. lidwoord
- eigennamen
- bez. vnmw.

Het onderwerp is bepaald! Je weet over wie het gaat.
¿Dónde está la estación?
Waar is/ligt/bevindt zich het station?
Sevilla está en Andalucia.
Sevilla ligt/bevindt zich in Andalusië.
(él) no está.
Hij is er niet. Hier dus opletten!

Slide 7 - Tekstslide

zijn (NL) - ser / estar / hay
zijn/zich bevinden: dan 'estar' kiezen, maar eerst goed kijken of onderwerp onbepaald of bepaald is.

-En la mesa hay libros: Op tafel zijn (er) boeken.
-Hay libros en la mesa: Er zijn/liggen boeken op tafel.
Maar:
-Los libros (de boeken, concreet/bepaald) están en la mesa.


Slide 8 - Tekstslide

Wat komt er op de open plek?
Hola, esta semana ________ en España.
A
soy
B
estoy
C
hay
D
hoy

Slide 9 - Quizvraag

Barcelona ___ una ciudad grande.
A
eres
B
está
C
es
D
hay

Slide 10 - Quizvraag

Madrid ________ en el centro de España.
A
hay
B
es
C
eres
D
está

Slide 11 - Quizvraag

En España __________ mucho turismo.
A
está
B
es
C
hay
D
eres

Slide 12 - Quizvraag

También____________ muchos monumentos antiguos.
A
están
B
hay
C
son

Slide 13 - Quizvraag

¿Dónde ______ tú ahora?
A
estás
B
eres
C
está
D
es

Slide 14 - Quizvraag

El concierto ___________ por la noche en el teatro.
A
hay
B
está
C
es

Slide 15 - Quizvraag

Nr. 7a TB p.57

Vamos a Bogotá
vraagwoorden:

¿Cuándo?
¿Adónde?
¿Cómo?

Slide 16 - Tekstslide

gaan
= gaan

Slide 17 - Tekstslide

gaan

Slide 18 - Tekstslide

gaan

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Nr. 7b TB p. 49
Maak  2 zinnen met "frecuencia"

¿Qué significa...?

todos los días
una vez por semana/mes/año
dos veces al  mes/ año
(casi) nunca
timer
3:00

Slide 30 - Tekstslide

Noteer hier een zin van oef. 7b TB

Slide 31 - Open vraag

Nr. 7c TB p. 49
Maak  3 zinnen: 
el aeropuerto
de vacaciones
a la casa de mis padres
a la discoteca
de excursión
a la estación
al centro 
de compras
a la piscina
timer
3:00

Slide 32 - Tekstslide

Noteer een goede zin waarin je "ir" combineert met een plek, een vervoersmiddel en een frequentie

Slide 33 - Open vraag

En el centro de Bogotá, nr. 8a p. 58 TB
¿Cómo ir al centro histórico, La Candelaria?
Para ir al centro histórico en Transmilenio Alberto tiene que:
Zet deze zinnen in juiste volgorde:
Tomar la linea E en dirección a Bicentenario
Ir a la parada Avenida Chile
Bajar en Avenida Jimenez, son dos paradas
Cambiar a la linea F
Bajar en Ricaurte

45
2
1
5
4
3

Slide 34 - Tekstslide

Viajar en autobús/metro/tren   nr. 8b TB p. 58+62
¿Qué tienes que hacer esta semana?
Tengo que estudiar español
Tengo que trabajar en el restaurante
Tengo que hacer los deberes

¿Y tú? ¿Qué tienes que hacer esta semana? Schrijf 3 (andere) zinnen 
timer
5:00

Slide 35 - Tekstslide

Panamericana - Colombia
vamos a leer un poco
p. 61 TB

cultura - curiosidades

Slide 36 - Tekstslide

46
Zie extra  uitleg op pag.131/10.2
tercero / tercer piso / tercera planta 
cruzar
girar
tomar

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

subir 
instappen

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

(i)

Slide 41 - Tekstslide

Klinkerwisseling  e - i, zie 7.1.2 p.122
Seguir (volgen)             pedir (vragen)        decir (zeggen)
sigo 
sigues
sigue
seguimos
seguís
siguen
pido 
pides
pide
pedimos
pedís
piden
digo 
dices
dice
decimos
decís
dicen

Slide 42 - Tekstslide

Klinkerwisseling  e - i, zie 7.1.2 p.122
extra stencil voor automatiseren


oef. 10d TB
usa la hoja: 'preguntar por el camino"

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht: fotocollage challenge
Plaatsbepalingen
  • Ga naar buiten  / gebouw
  • Maak een foto van jezelf
  • Maak een fotocollage van je groep
  • Mondeling : presenteer het resultaat
     aan de klas

                                              ¿Dónde está el gato?
está delante de la calefacción
está encima del 
sofá
está debajo de la
mesa
timer
12:00

Slide 44 - Tekstslide

vamos a practicar 
maak samen de opdrachten
18, 19a, 20 en 21 van h. 6

Tijd over? Vul zoveel mogelijk de R&S in van h.6

Slide 45 - Tekstslide

deberes
Unidad 6: 
alles afmaken
oefenen de weg wijzen 

je kunt al beginnen met voorbereiden van de TT van 
Unidad 5 en 6 ;-) 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide