Hoofdstuk 8 paragraaf 3 Nieuwe technieken

paragraaf 8.3 nieuwe technieken
belangrijkste manier om de arbeidsproductiviteit te verhogen, is het invoeren van nieuwe technieken.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

paragraaf 8.3 nieuwe technieken
belangrijkste manier om de arbeidsproductiviteit te verhogen, is het invoeren van nieuwe technieken.

Slide 1 - Tekstslide

8.3 Nieuwe technieken
Om de arbeidsproductiviteit te verhogen zijn er veel werkzaamheden veranderd.
Vooral het gebruik van robots en computers in de fabrieken zijn de laatste jaren flink toegenomen.

Slide 2 - Tekstslide

Bedenk een beroep die door de jaren heen veel veranderd is door nieuwe techniek

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

8.3 Nieuwe technieken
Vervangen van menselijke arbeid door machines heet Mechanisering: denk aan een heftruck of een tractor


Als het denkwerk door computers wordt overgenomen heet dit: Automatisering
Denk aan bestelsysteem in supermarkt

Slide 5 - Tekstslide

Door automatisering/mechanisering
kunnen ondernemers:


  • de arbeidsproductiviteit verhogen
  • de loonkosten per product verlagen
  • de prijzen van producten verlagen

Gevolg van lagere prijzen

  • verbetert concurrentiepositie
  • stijgt de vraag naar producten

Slide 6 - Tekstslide

Neemt de arbeidsproductiviteit toe of af wanneer er sprake is van mechanisatie of automatisering
A
arbeidsproductiviteit neemt af
B
arbeidsproductiviteit neemt toe

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer wordt het denkwerk vervangen door een computer?
A
automatisering
B
mechanisatie

Slide 8 - Quizvraag

8.3 nieuwe technieken
Productiecapaciteit = hoeveel kan er gemaakt worden als je alle machines en personeel inzet

Als er niet genoeg werk is dan is er : onderbezetting

De bezettingsgraad is de werkelijke productie in procenten van de productiecapaciteit   deel/geheel x 100%


Slide 9 - Tekstslide

Een fietsenfabriek heeft een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. Er worden 40 fietsen geproduceerd. Bereken de
1) onderbezetting in aantal stuks
2. De bezettingsgraad in %
Een fietsenfabriek heeft een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. Er worden 40 fietsen geproduceerd. 

1. De onderbezetting is ................ stuks
2. De bezettingsgraad is .............. %
Onderbezetting is 50-40 = 10
bezettingsgraad is 40/50 x100% = 80%

Slide 10 - Tekstslide

Een fietsenfabriek heeft een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. Er worden 40 fietsen geproduceerd. Bereken de
1) onderbezetting in aantal stuks
2. De bezettingsgraad in %
Een fietsenfabriek heeft een productiecapaciteit van 120 fietsen per dag. Er worden 90 fietsen geproduceerd. 

1. De onderbezetting is ................ stuks
2. Bezettingsgraad is............%

onderbezetting is 120-90 = 30 stuks
bezettingsgraad 90:120 x 100 % = 75%

Slide 11 - Tekstslide

8.3 nieuwe technieken
Vooral in periode dat het economische minder gaat (recessie) is er een lage bezettingsgraad

Soms moeten bedrijven innoveren. Dan wordt er iets nieuws ontwikkeld of wordt er op een nieuwe manier geproduceerd 

Slide 12 - Tekstslide

Investeren

Door mechanisering en automatisering hebben bedrijven dure kapitaalgoederen nodig zoals machines, computers en robots.


Investeren is het kopen van nieuwe kapitaalgoederen.

Bedrijven investeren om meer, beter en goedkoper te kunnen produceren (producten te maken). Bedrijven die niet investeren zullen failliet gaan.

Slide 13 - Tekstslide

Is de tractor uit het filmpje een voorbeeld van automatisering of mechanisering?
A
automatisering
B
mechanisering

Slide 14 - Quizvraag

AAN DE SLAG!

Opdracht 5 tot met 8 en 11
rekentrainer Paragraaf 3

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video