Workshop Agressie - Coping strategieën

Workshop omgaan met agressie  
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Workshop omgaan met agressie  

Slide 1 - Tekstslide

Territorium
Startopdracht Mijn eigen plek
 Ontwerp op een A4 je eigen veilige ruimte
 Geef aan welke personen toegang hebben tot
deze ruimte.
 Markeer de plekken waar iemand wel/ niet
mag komen.
 Presenteer je ontwerp aan de anderen

Slide 2 - Tekstslide

Territorium
 Op welke manier “Verdedig” jij jouw 
territorium?





Slide 3 - Tekstslide

Territorium


Discussie:
En hoe zit het nu met jullie doelgroep? 
Jouw cliënt? Hoeveel ruimte heeft hij/ zij?
Wat zou voor jouw cliënt de ideale leefruimte zijn?



Slide 4 - Tekstslide

Conflicthantering

Slide 5 - Tekstslide

Theorie conflicthantering
Conflicthantering > Hoe ontstaat het?
*De kern van een conflict is: 
= Ik wil dit en de ander wil dat niet

*Gevolg van dit verschil:
= Er ontstaat een tegenstelling, wrijving of spanning vol met beladen stiltes
 

Slide 6 - Tekstslide

Theorie soorten conflicten
Instrumentele conflicten  Gaan over de inhoud van het werk,
Sociaal-emotionele conflicten  Gaan over hoe je met elkaar omgaat. Over de samenwerking zelf. Dus vaak over persoonlijke eigenschappen.
Belangen conflicten  Je probeert tot een overeenkomst te komen d.m.v. een lang heen en weer gesprek. Je doel is optimale resultaten te boeken bij gesprekken met tegenstrijdige belangen.

Slide 7 - Tekstslide

Theorie omgaan met conflicten
VIJF  manieren waarop je met een conflict om kunt gaan:
 Strijden (doordrukken)
 Aanpassen (meegaan)
 Vermijden (ontlopen)
 Samenwerken (oplossen)
 Onderhandelen (compromis)
Het verschil tussen deze stijlen > hoe je omgaat met  de inhoud of kwestie waar het conflict over gaat en de relatie met de ander

Slide 8 - Tekstslide

Theorie hoe los je een conflict op? 
Een betere benadering van een conflict is: het onderliggende probleem oplossen. Dit kun je doen door:
 
 Analyseer het onderliggende probleem.
 Ga een conflicthanteringgesprek aan met de persoon in kwestie.
 Luister naar zijn kijk op de zaak.
 Toon begrip.
 Zoek samen naar een oplossing.

Slide 9 - Tekstslide

Nog een paar TIPS 
Geef constructieve kritiek, in plaats van destructieve.
Complimenteer iemand oprecht met zijn pluspunten.
Tolereer onbelangrijke tekortkomingen. Maak niet van een mug een olifant.
Vecht een conflict niet uit in het openbaar en niet via een onpersoonlijk medium als e-mail. 
Ga een persoonlijk gesprek met de betrokkene aan.
Wees eerlijk en direct wat betreft de kern van je kritiek. Draai er niet omheen.
Wees specifiek. Concrete kritiek op een bepaalde gedraging of gebeurtenis wordt makkelijker geaccepteerd dan vage en algemene kritiek op de persoon.

Slide 10 - Tekstslide

Wat neem je hieruit mee? 
Welke kant ga jij uit?
 Hoe groter de afstand hoe mooier de brug.
 Een ontdekkingsreis die je samen doet. 
 Focus op de bloei

Slide 11 - Tekstslide

Vertel in je eigen woorden wat je denkt dat coping is (max 4 a 5 woorden)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Coping  
Coping is de manier waarop iemand met stress in zijn leven omgaat. De oorzaak van de stress weghalen heet primaire coping, en als dat niet kan, dan neem je de negatieve effecten van de stress weg: secundaire coping.

Slide 13 - Tekstslide

Zoek een foto waar je een bepaald copinggedrag in kunt zien, leg uit waarom

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is coping?
A
Het ervaren van problemen en stress
B
De manier waarop iemand met stress omgaat
C
De hanteerbaarheid van een ziekte
D
In enige mate op de been blijven

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Copingstrategieën
Copingstrategieën zijn de reacties van de zorgvrager op stress door de verliessituatie.
Coping is het Engelse woord voor ‘iets aankunnen’, ‘ergens mee om leren gaan’.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten coping-strategieën
Er zijn verschillende strategieën:
  • Probleemgerichte coping: Je probeert het probleem op te lossen.
  • Emotiegerichte coping: Je probeert de gevoelens die door het probleem worden veroorzaakt, te veranderen.
  • Actieve coping: Je wil de situatie aanpakken.
  • Passieve coping: Je bent afwachtend en laat de situatie over je heen komen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Coping mechanisme 
Coping mechanisme: De manier om je staande te houden. Mogelijk kan je het uitleggen a.d.v de term beschermingsmechanisme. Een mechanisme is bedoeld om jou te beschermen tegen heftige of niet erkende emoties/gevoelens zodat je de werkelijkheid aankunt. 



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Coping mechanisme 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van coping mechanismen
  1. Actief aanpakken: probleem analyseren en oplossen
  2. Sociale steun zoeken: troost en begrip zoeken bij anderen, samen met een ander het probleem oplossen
  3. Vermijden: probleem ontkennen en vermijden
  4. Palliatieve reactie: Op andere dingen richten dan op het probleem
  5. Depressief reactiepatroon: Piekeren, jezelf de schuld geven, twijfelen aan jezelf
  6. Expressie van emoties: Probleem leidt tot frustratie, spanning en/of agressie
  7. Wensdenken: het komt vanzelf wel goed, anderen hebben het veel zwaarder

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je voor coping-gedrag teruggezien in deze video?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Maak de volgende opdracht individueel:

Beschrijf kort een persoonlijke verliessituatie.

Hoe ben jij omgegaan met die verliessituatie?
Welke copingsmechanisme heb je gebruikt?
Wat vind je van je eigen copingsmechanisme?


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Omschrijf de coping stijl van een zorgvrager die je op dit moment begeleidt. Coping is de manier waarop iemand met stress omgaat. In de omschrijving komen in ieder geval deze punten naar voren:

Welke copingstijl herken jij bij de zorgvrager?
Welk gedrag zie je dat de copingstijl verklaart?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelftest

Maak de coping stijltest > Uitgedeeld door de docent
Welke coping stijl heb jij?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
Schrijf het antwoord van de volgende vragen op:
Welke coping mechanismen herken je van jezelf?
Wat vind je van je eigen coping mechanismen?
Wat is de reden waarom je als verpleegkundige iets moet weten over draagkracht en draaglast?
Wat zou je hiermee in de praktijk kunnen?
> Klassikale terugkoppeling




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies