Interactievaardigheden les 2

Interactievaardigheden 
les 2 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Interactievaardigheden 
les 2 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik 
1. Wat zijn interactievaardigheden? 
2. Welke 6 interactievaardigheden? 
3. Waarom zijn er interactievaardigheden? 
4. Wat is een pedagogisch klimaat?
5. Door positieve interactie tussen kinderen te stimuleren ontwikkelen kinderen:..........

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden 
1. Dit zijn de vaardigheden die pedagogisch medewerkers toepassen tijdens de communicatie met alle kinderen op de groep. 
2. Het pedagogisch klimaat omvat alle omgevingsfactoren die bijdragen aan het welbevinden van het kind, waardoor een kind zich verder kan ontwikkelen. 
3. In de communicatie en omgang met de kinderen maakt de pedagogisch medewerker gebruik van interactievaardigheden. Deze interactievaardigheden zijn belangrijk, omdat deze van invloed zijn op de ontwikkeling en welzijn van de kinderen in de groep.
5. sociale vaardigheden, samenwerken, samen delen en respect hebben voor elkaar.

Slide 4 - Tekstslide

Lesweek 3
autonomie respecteren
en
 sensitieve responsiviteit

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Welke interactievaardigheid sluit hierbij aan.
Een kind heeft anderen nodig om zich prettig te kunnen voelen en zich goed te kunnen ontwikkelen. Het heeft behoefte aan aandacht, warmte en emotionele steun. Elk kind laat dit op zijn eigen manier blijken.


Slide 7 - Open vraag

Welke interactievaardigheid sluit hierbij aan?
Door actief bezig te zijn ontdekt een kind de wereld om zich heen en wat zijn eigen mogelijkheden in die wereld zijn. Hoe ouder een kind wordt, hoe meer het zelf zal willen en kunnen doen. Het is daarom goed om kinderen de mogelijkheid en de ruimte daarvoor te geven.

Slide 8 - Open vraag

Begrippen
Autonomie respecteren
het kind de ruimte geven om zoveel mogelijk zelf te doen en zelf te ontdekken
de inbreng van het kind positief waarderen mét het kind  praten, 
in plaats van tegen een kind of over zijn hoofd heen kinderen voorbereiden op wat er komen gaat.

Hoe ouder een kind wordt, hoe meer het zelf zal willen en kunnen doen

Sensitieve Responsiviteit 
Het opmerken van de signalen die een kind afgeeft. Proberen te begrijpen wat het kind met deze signalen bedoelt en daar op een warme en ondersteunende manier mee omgaan, afgestemd op het kind en de situatie

Een kind heeft anderen nodig om zich prettig te kunnen voelen en zich goed te kunnen ontwikkelen


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Sensitieve responsiviteit
Je beschrijft een situatie waarin je vorige week op je stage de interactievaardigheid sensitieve responsiviteit hebt toegepast.
Je beschrijft vervolgens welke interactievaardigheid jij heb ik ingezet? (zie de observatielijst)
Daarna leg je uit wat het effect was op de kinderen?
Tot slot beschrijf je wat zou je een volgende keer anders zou doen?

Autonomie 
Je beschrijft een casus waarin je vorige week op je stage de interactievaardigheid autonomie hebt toegepast.
Je beschrijft vervolgens welke interactievaardigheid jij heb ik ingezet? 
Daarna leg je uit wat het effect was op de kinderen?
Tot slot beschrijf je wat zou je een volgende keer anders zou doen?

 Probeer een duidelijk beeld te geven van de feitelijke omstandigheden. Beschrijf wel duidelijk de volgende onderdelen:
-Waar speelt de situatie zich af? -Wie zijn er bij betrokken? (Beschrijf leeftijd, geslacht en achtergrond)

Slide 10 - Tekstslide

Klaar met de opdracht?
Laat de opdracht lezen door een medestudenten en andersom. Lees kritischc- de situatiebeschrijving 
- de ingezette interactievaardigheid
- het effect op de kinderen 
- volgende keer anders doen 
- stel vragen en geef feedback

Verwerk de feedback die je krijgt in de casus.
Tot slot lever de opdracht in....

Slide 11 - Tekstslide