Intro ziekenhuis

Zorg en begeleiding in het ziekenhuis
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zorg en begeleiding in het ziekenhuis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesonderwerpen komende weken
- Onderzoek en diagnose
- Anamnese 
- Pre/post operatieve zorg
- Crisissituatie
- Veiligheid in het ziekenhuis


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we van het ziekenhuis?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen ziekenhuizen
Welke soorten ziekenhuizen hebben we?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen ziekenhuizen
  • Algemeen  (basis specialismen) bijv: Dirksland, IJsselandziekenhuis

  • Academisch (gespecialiseerde specialismen). bijv: EMC, LUMC

  • Categoraal/specialistische (thema) bijv Sophia Kinderziekenhuis, Vroeger Daniel den Hoed

  • Zelfstandig behandelcentrum , bijv: Kneeclinic, Dermicis                        (Privekliniek: onverzekerde zorg, niet medisch noodzakelijke zorg bijv De Lairesse kliniek)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegafdelingen
Algemene heelkunde (Chirurgische)

Interne Geneeskunde

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verpleegafdelingen
Algemene heelkunde (Chirurgische)
- Orthopedie
- Neurochirurgie
- Thoraxchirurgie
- Gynaecologie
- Obstetrie (verloskunde)
- Oogheelkunde
- KNO( Keel, neus en oor)
Interne Geneeskunde
- Neurologie
- Cardiologie
- Oncologie
- Dermatologie
- Kindergeneeskunde (Pediatrie)
- Psychiatrie
- Longgeneeskunde
- Revalidatie
Overige
- IC
- SEH
- Dagbehandeling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Disciplines binnen het ziekenhuis

Slide 8 - Tekstslide

POS poli  = pro operatieve screening
Poliklinieken binnen het ziekenhuis

Slide 9 - Tekstslide

POS poli  = pro operatieve screening
Verpleegkundige specialismes
- IC-verpleegkundige
- Dialyseverpleegkundige
- Kinderverpleegkundige
- Oncologieverpleegkundige
- Dialyse verpleegkundige 
- CCU verpleegkundige
- enz.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende onderzoeken
Wat voor soort onderzoeken zijn er?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeken in het ziekenhuis
Waarom doet met onderzoeken in het ziekenhuis? Welk doelen hebben deze? 
  • Vaststellen van een ziekte
  • Uitsluiten van een ziekte
  • vaststellen of een behandeling succesvol verloopt
  • voorkomen van een ziekte
  • vervolgen van het verloop van een ziekte > bijstellen behandelplan
Inleiding tot volgende studiedelen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeken: Algemeen overzicht
- Klinisch chemisch onderzoek
- hematologisch onderzoek
- Histopathologisch onderzoek 
- bacteriologisch onderzoek 
- endoscopisch onderzoek
- beeldvormend onderzoek 
- Functieonderzoek

Inleiding tot volgende studiedelen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
5 a 10 minuutjes, ga per onderzoek een voorbeeld bedenken/opzoeken.

- Klinisch chemisch onderzoek
- Hematologisch onderzoek
- Histopathologisch onderzoek
- Bacteriologisch onderzoek
- Endoscopisch onderzoek
- Beeldvormend onderzoek
- Functieonderzoek

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hematologisch onderzoek 
 
Bloed afnemen d.m.v.: 
  • - Venapunctie
    - vingerprik eenmalig/ dagcurve
    - arteriele punctie 

  • Labtesten
  • Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Klinisch Chemisch laboratorium (KCL)
    • bloed (komt ook terug bij hematologisch onderzoek) 
    • Urine
    • Feces
    • Sputum
    • Overig lichaamsvocht: speeksel, neusslijmvlies, semen, spijsverteringssappen, braaksel, wondvocht, liquor, lymfevocht. 

    Slide 17 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies


    Bacteriologisch onderzoek 
    - sputumkweek 
    - urinekweek
    - wondkweek 
    - bloedkweek

    Meest voorkomende ziekenhuis bacterieen: 
    MRSA, BRMO, ESBL, Klebsiella 

    Slide 18 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Histopathologisch onderzoek 
    Weefsel uitname (door biopsie, chirurgie, autopsie), hierna microscopisch onderzoek. 
    (soms met kleuring, simpel of zelfs fluoriscerend) 

    Slide 19 - Tekstslide

    Zoeken naar huidziektes, vaak kanker. Microscopische ziekteprocessen.

    Beeldvormende onderzoeken
    - Röntgenfoto's (X-thorax, X-bekken)
    - Rontgendoorlichting
    - Echografie
    - CT scan
    - MRI scan 
    - Nucleaire onderzoeken, 
          PETscan 

    Slide 20 - Tekstslide

    Doorlichting; kransslagader 

    MRCP MRI galwegen

    Slide 21 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Röntgenfoto


    X-thorax

    X-bekken

    X-buikoverzicht

    X-colon

    Slide 22 - Tekstslide

    X-thorax
    De zorgvrager moet met ontbloot bovenlichaam tegen een plaat staan. Vaak wordt er ook een foto van de zijkant gemaakt, waarbij de zorgvrager met de zij tegen een plaat staat. De zorgvrager wordt gevraagd diep in te ademen en de adem even vast te houden. Bij het vasthouden van de adem wordt de foto gemaakt. Je verpleegkundige taken zijn uitleggen hoe het onderzoek verloopt en eventueel assisteren met uitkleden.
    X-bekken
    De zorgvrager moet op een harde tafel liggen. Van het bekkengebied worden foto’s gemaakt vanuit minimaal twee richtingen. Je verpleegkundige taak is aan de zorgvrager uitleggen hoe het onderzoek precies verloopt.
    X-buikoverzicht
    Er wordt een foto van de gehele buik genomen. De zorgvrager kan hierbij staan of liggen op de rug, soms op de zij. Je verpleegkundige taak is aan de zorgvrager uitleggen hoe het onderzoek precies verloopt.
    X-colon
    Er wordt een foto gemaakt van de buik met behulp van contrastvloeistof. Deze wordt via een klysma gegeven. In sommige gevallen wordt er ook intraveneus een contrastmiddel ingespoten. Je verpleegkundige taak is aan de zorgvrager uitleggen hoe het onderzoek precies verloopt. Ook begeleid je de zorgvrager op de dag voor de behandeling met de volgende acties: speciaal (vloeibaar) dieet, gebruik laxerende middelen en minstens 2,5 liter vocht drinken.

    Slide 23 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Functie onderzoeken
    - Harfunctie/cardiologische onderzoeken 
        ECG
        TTE(Echocardiografie)
        Fietsergometrie
        Holteronderzoek

    - Neurologische onderzoeken
        EMG
        EEG

    - Longfunctie onderzoeken 
        Spirometrie
        Histaminetest

    Slide 24 - Tekstslide

    ECG, hartfilmpje 
    TTE, Transthoracaal Echografie' 
    EMG, elektromyografie, wordt de elektrische activiteit van een spier gemeten.
    EEG, meting elektrische geleiding hersenen.  elektro-encefalogram

    Elektrocardiogram (ecg)
    Een elektrocardiogram registreert de elektrische activiteit van het hart. Hierbij worden er plakkers of zuignapjes op de borst, armen en benen bevestigd. Er wordt een elektrisch signaal doorgegeven dat informatie geeft over de functie van het hart. Als verpleegkundige geef je uitleg over het onderzoek en de plaatsing van de 10 elektrodes: polsen (2), enkels (2) en borst (6). Het onderzoek duurt slechts enkele minuten en doet geen pijn.

    Echo/Doppler cardiogram
    Een echocardiogram is een hartonderzoek dat met geluidsgolven het hart zichtbaar maakt op een beeldscherm. Een echocardiogram geeft inzicht in de functie van het hart, vooral van de hartkleppen. Als verpleegkundige geef je uitleg over het onderzoek. Belangrijk om te vermelden is dat de zorgvrager op z'n rug of linkerzij ligt en dat de laborant een transducer gebruikt waarop gel wordt aangebracht. Het onderzoek kan 20-40 minuten duren, afhankelijk van de vraagstelling.

    Fiets-ergometrie
    Dit onderzoek wordt ook wel de fietsproef genoemd. Het doel van dit onderzoek is de hartfunctie bepalen bij inspanning. Als verpleegkundige geef je uitleg over het onderzoek. De zorgvrager krijgt een bloeddrukmeter om en elektroden op de borstkas. Tijdens het onderzoek worden de bloeddruk en het zuurstofgehalte gemeten en wordt een ecg geregistreerd. Als bloedafname voor, tijdens en na het onderzoek nodig is, dan krijgt de zorgvrager voor het onderzoek een infuus. Ook krijgt de zorgvrager een masker op waar het zuurstof- en koolzuurgehalte mee wordt gemeten. Dit onderzoek kan voor de zorgvrager pijnlijk en beangstigend zijn. Een fietsergometrie duurt langer dan een echocardiogram.

    Holteronderzoek
    Een holteronderzoek registreert 24 tot 48 uur het hartritme, zodat afwijkingen in het hartritme kunnen worden onderzocht. Bij een holteronderzoek krijgt de zorgvrager plakkers (elektroden) op de borst. Deze zitten vast aan een recorder dat de zorgvrager om het middel draagt. De cardioloog beoordeelt met dit onderzoek of er sprake is van hartritmestoornissen, of de medicatie voor hartritmestoornissen aanslaat en het zuurstofgehalte van het hart.

    Event Recording
    Dit is een zevendaagse holterregistratie waarbij met een opnameapparaat de hartslag over een langere periode wordt geregistreerd en een eventuele hartritmestoornis wordt vastgesteld. Elektroden op de borst zijn verbonden met een recorder die onder kleding gedragen kan worden.

    Je verpleegkundige taken bij een holteronderzoek:

    Uitleg geven over het onderzoek

    Uitleg geven over de plaatsing van de elektrodes

    Duidelijk maken dat de zorgvrager tijdens het onderzoek niet mag douchen of zwemmen (de elektrodes kunnen hierdoor loslaten)

    Uitleggen dat de zorgvrager bij klachten de knop van de recorder moet indrukken en in een dagboekje moet schrijven hoe hij zich voelt

    Endoscopische onderzoeken
    Endo = binnen, scopie = bekijken

    Diverse soorten Scopieen: 
    - holle organen : bijvoorbeeld: gastroscopie of bronchoscopie
    - gewrichten > artrosopie
    - buikholte > laparoscopie
    - overige scopieen: 
          Echo-endoscopie
          Videocapsule endoscopie. 

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Soorten Endoscopische onderzoek

    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Hier een paar filmpjes over endoscopie die een goed beeld geven
    https://blausen.com/nl/video/videocapsule-endoscopie/

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 28 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    (Huiswerk)Opdracht
    Ga voor jezelf na in 'zorgpad' wat de verpleegkundige voorbereiding en nazorg is voor de 'functie' en 'endoscopische' onderzoeken.
    Kijk nogmaals naar de standaard (lab)waardes.

    Slide 29 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Bij dit onderzoek wordt gekeken naar de aanwezigheid van de meest voorkomende, snelgroeiende micro-organismen (bacterien en gisten).
    Past bij: Zorgpad Algemeen ziekenhuis, Hoofdstuk 4: begeleiden bij onderzoek en behandeling
    A
    urine kweek
    B
    banale kweek
    C
    Fecesweek
    D
    bloedkweek

    Slide 30 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Een patient plast per 24 uur 450 ml. Dit noem je?
    A
    anurie
    B
    oligurie
    C
    polyurie
    D
    nycturie

    Slide 31 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    In het ziekenhuis wordt er bij een patiënt onderzoek gedaan naar de bacterie staphylococcus aureus (in therapie resistente vorm: MRSA).
    Welke lichaamsvocht moet je hiervoor verzamelen?
    A
    wondvocht
    B
    braaksel
    C
    sputum
    D
    neusslijm

    Slide 32 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Bij bloedafname komt dit in buisjes terecht. Deze buisjes hebben binnenin allemaal een andere chemisch oplossing om onderzoek mogelijk te maken.
    Stelling: bloedafname moet in een vaste volgorde gebeuren van buisje gebeuren om de betrouwbaarheid van de uitslagen te kunnen garanderen.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 33 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Klinisch chemisch onderzoek
    microbiologisch onderzoek
    histopathologisch onderzoek
    Welk resultaat hoort bij welk soort onderzoek? 
    Past bij: Zorgpad Algemeen ziekenhuis, Hoofdstuk 4: begeleiden bij onderzoek en behandeling
    zoutgehalten, zoals natrium, kalium, magnesium
    aanwezigheid van een bacterie, schimmel/gist, parasiet of virus
    aanwezigheid van kankercellen
    afwijkende functie van lichaamscellen vaststellen
    onderzoek naar hoogte van cholesterol
    onderzoek naar werking schildklier

    Slide 34 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Stelling: bij het maken van een CT scan, maakt met gebruik van elektromagnetisme
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 35 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Een zorgvrager gaat naar het ziekenhuis voor een X-abdomen. wat voor onderzoek wordt hier gedaan?
    A
    Een echografie onderzoek van de buik
    B
    Een CT scan van de longen
    C
    Een Röntgenfoto van de buik.
    D
    Een Röntgenfoto van het been

    Slide 36 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Welk onderzoek wordt gebruikt om een collumfractuur vast te stellen
    A
    CT scan
    B
    Rontgenfoto
    C
    MRI scan
    D
    PET scan

    Slide 37 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Klinisch chemisch onderzoek
    microbiologisch onderzoek
    histopathologisch onderzoek
    Welk lichaamsmateriaal hoort bij welk soort onderzoek? 
    Past bij: Zorgpad Algemeen ziekenhuis, Hoofdstuk 4: begeleiden bij onderzoek en behandeling
    Urine en feces
    Urine en feces
    bloed
    bloed
    bloed
    wondvocht
    wondvocht
    chirurgisch verwijderde knobbel uit het lichaam
    24 uurs urine
    een huidbiopt
    een uitgesneden tumor

    Slide 38 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Röntgenstraling wordt voor therapie (kankerbestraling) en als diagnostiek (X-foto) gebruik).
    Stelling: bij een X-foto is de stralingsdoses zo laag dat het altijd ongevaarlijk is. Er zijn geen beperkingen of extra beschermende maatregelen noodzakelijk
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 39 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Bij dit endoscopisch onderzoek van de darm moet de zorgvrager 2 dagen van te voren beginnen met laxeren
    A
    colonoscopie
    B
    proctoscopie
    C
    rectosigmoidoscopie
    D
    gastroscopie

    Slide 40 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Stelling: met een röntgenfoto kun je alleen botten beoordelen. Verder niks.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 41 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van geluid en de weerkaatsing hiervan.
    A
    MRI scan
    B
    Rontgenfoto
    C
    Endoscopie
    D
    Echografie

    Slide 42 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Endoscopie. welke functie is er niet mogelijk via een endoscoop?
    A
    een 'hapje' nemen in de vorm van biopsie of afknippen van een uitstulping
    B
    echografie vanuit de binnenkant van het orgaan.
    C
    röntgenfoto maken van binnenuit.
    D
    spoelen, waarbij vocht en cellen verzameld worden.

    Slide 43 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies