H3 Lezen, inleiding, slot en hoofdgedachte

H3 Lezen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H3 Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Een tekst bestaat meestal uit:
A
Een inleiding en slot
B
Een inleiding en deelonderwerpen
C
Een inleiding, middenstuk en slot
D
Een titel, middenstuk en slot

Slide 2 - Quizvraag

Globaal lezen
Oriënterend lezen
Zoekend lezen
Ik wil weten wat het onderwerp van de tekst is.
Ik ben op zoek naar eventuele deelonderwerpen.
Ik wil (snel) iets opzoeken in een tekst.

Slide 3 - Sleepvraag

Oriënterend lezen
Globaal lezen
Titel
Plaatjes
Anders gedrukte woorden
Tussenkopjes
De eerste alinea
Eerste en laatste zinnen van alinea's

Slide 4 - Sleepvraag

Lesdoelen

  • Ik kan de inleiding en slot van een tekst herkennen
  • Ik kan precies lezen om de hoofdgedachte van een tekst te bepalen.

Slide 5 - Tekstslide

Over de inleiding van een tekst:

  • Dit is het eerste deel van een tekst; 
  • Hier vind je het onderwerp;
  • Vaak wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt; (voorbeeld, anekdote);
  • Soms is de inleiding maar één alinea, maar soms ook meer. Let op wanneer introductie eindigt (vraag, mening, aankondiging).
Over het slot van een tekst:

  • Dit is het laatste deel van een tekst (1 of meer alinea's);
  • Hier vind je een conclusie of een korte samenvatting. Soms wordt er ook naar de toekomst gekeken.
  • Doel: tekst blijft hangen bij de lezer;
  • Bij nieuwsberichten is er vaak geen slot.

Slide 6 - Tekstslide

Geen inleiding of slot
Nieuwsberichten hebben meestal geen slot

Informatieve teksten (schoolboek, wikipedia) hebben vaak geen inleiding en geen slot

Slide 7 - Tekstslide

Wat is NIET waar over de inleiding:
A
Hier vind ik het onderwerp
B
De inleiding bestaat altijd uit één alinea
C
De lezer wordt nieuwsgierig gemaakt
D
Dit is het eerste gedeelte van een tekst

Slide 8 - Quizvraag

Wat is NIET waar over het slot van een tekst:
A
In het slot vind ik vaak een conclusie of samenvatting
B
Alle teksten hebben een slot
C
Dit is het laatste onderdeel van een tekst
D
Het slot kan uit meerdere alinea's bestaan.

Slide 9 - Quizvraag

Wat denk jij dat er met 'hoofdgedachte' bedoeld wordt.

Slide 10 - Open vraag

Hoofdgedachte

De hoofdgedachte van een tekst is één zin die het belangrijkste samenvat wat er over het onderwerp gezegd wordt.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vind ik de hoofdgedachte?
  1. Bepaal wat het onderwerp is;
  2. Je leest de tekst precies ;
  3. Vaak staat de hoofdgedachte in de inleiding of in het slot, maar soms moet je hem zelf formuleren.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de juiste vorm van het onderwerp?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 14 - Quizvraag

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte? (er zijn meer antwoorden goed)
A
Titel
B
Inleiding
C
Kern
D
Slot

Slide 15 - Quizvraag

Lees tekst 1 bij de startopdracht blz. 76. Kan dit een inleiding zijn en waarom (niet)?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Opdracht
Bekijk theorie blz. 76: H3 Lezen - maak aantekening.

Keuze individueel werken of met docent.
Maak opdracht 1 (blz. 77, tekst 2 La Tomatina).

Dit is het huiswerk voor maandag en ook je boekbespreking (Magister)!

Slide 18 - Tekstslide