3e+4e naamval Kapitel 2 Neue Kontakte

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Naamvallen

Naamvallen

• Wat weten we nog over de Nominativ?

• Wat weten we nog over de Akkusativ?

• Wat weten we nog over de Dativ?

Naamval: Akkusativ 📷

• Na de volgende voorzetsels volgt ALTIJD aan Akkusativ (4e naamval: 

durch = door                     ohne = zonder         

für = voor                           um = om

gegen = tegen                   entlang = langs 

bis = tot

Grammatik: Dativ 📷

• Na de volgende voorzetsels volgt ALTIJD een Dativ (3e naamval):

mit = met

nach = naar

bei = bij

seit = sinds

von = van

zu = naar

aus = uit

Stappenplan 📷

Verkort stappenplan:

1. Vertalen

2. Voorzetsel?

• Ja? --> Akk. of Dat.
• Nee? --> ontleden

Persoonlijk voornaamwoord

1. persoonlijk voornaamwoord in de Akkusativ:

mich, dich, ihn, sie, es, uns, euch, sie, Sie

2. persoonlijk voornaamwoord in de Dativ:

mir, dir, ihm, ihr, ihm, uns, euch, ihnen, Ihnen

Ich sehe (hem).

Wir gehen (met jullie) nach Deutschland!

Der Arzt gibt (mij) Tabletten.

Welches Medikament ist
(voor jou)?

Gibt es eine Apotheke (bij hen)?

Die Grippe hat (hem) dieses Mal richtig erwischt.

Uitdaging

• Maak nu zelf een Nederlandse zin met:
• Onderwerp & lijdend voorwerp
• Onderwerp, lijdend voorwerp & meewerkend voorwerp

• Vertaal de zinnen nu in het Duits.
• Denk aan de naamvallen (ow = Nom., lvw = Akk., mvw = Dat.)

Samenvattend

• Nominativ (1e naamval):

1. Onderwerp (wie/wat)

• Akkusativ (4e naamval):

1. Lijdend voorwerp (wie/wat + gezegde + onderwerp)
2. Na voorzetsel van Akkusativ (+4) (durch/für/gegen/bis/ohne/um/entlang)

Samenvattend

• Dativ (3e naamval):
  

1. Meewerkend voorwerp (aan/voor wie/wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp)
2. Na voorzetsel van Dativ +3 (mit, nach, bei, seit, von, zu, aus)

Belangrijk: rijtjes kennen, gestructureerd (rustig!) werken!

Veel oefenen! Neue Kontakte Online - Slim Stampen.