I can describe what people are doing

Today       Present Continuous
- 'I can describe what people are doing' = Ik kan beschrijven wat mensen aan het doen zijn.
- Oefenen met LessonUp, daarna in je boek & online als er tijd is.                 (I Writing & Grammar).

- Aan het eind van de les ken je de vorm van de present continuous en weet je wanneer hij gebruikt wordt.


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Today       Present Continuous
- 'I can describe what people are doing' = Ik kan beschrijven wat mensen aan het doen zijn.
- Oefenen met LessonUp, daarna in je boek & online als er tijd is.                 (I Writing & Grammar).

- Aan het eind van de les ken je de vorm van de present continuous en weet je wanneer hij gebruikt wordt.


Slide 1 - Tekstslide

Welke Engelse werkwoordsvorm(en) (tenses) ken je al? Geef een voorbeeld.

Slide 2 - Open vraag

Welke Engelse werkwoordsvormen kennen we al?
  • Present simple; tegenwoordige tijd - feiten en gewoonten. I walk to school every day.
  • Future; toekomende tijd. I am going to walk to school in a few minutes.
  • Daar komt nu de tegenwoordige tijd in duurvorm bij: Present continuous - I am walking to school at the moment.

Slide 3 - Tekstslide

How would you say: Ik ben aan het luisteren.

Slide 4 - Woordweb

PRESENT CONTINOUS
Present contiNUous: gebeurt NU 
Example: They are working now.

How do you make this tense?
1. you use the verb to be: am, is / are 
2. infinitive + ING (hele ww + ing)
 




Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

I am chilling

Slide 7 - Tekstslide

How to make present continuous affirmative
Hoe maken we positieve zinnen
I + am + infinitive + ing
I am just doing my job.

you/we/they + are + infinitive + ing
We are eating soup at the moment. 

he/she/it + is + infinitive + ing
He is singing right now.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Can you do the following exercises correctly?
Choose the correct form of the present continuous.

Slide 10 - Tekstslide

Jimmy ___ games.
A
is playing
B
are playing
C
am playing

Slide 11 - Quizvraag

You ___ London.
A
am visiting
B
are visit
C
are visiting
D
is visiting

Slide 12 - Quizvraag

Signaalwoorden
When you see these words in a sentence:
Use Present Continuous

now
at the moment
look!/listen!

right now
at present

Slide 13 - Tekstslide

Choose the Present Continuous.

Listen! The birds ___ a song!
A
sing
B
singing
C
are sing
D
are singing

Slide 14 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

Our teacher ___ the grammar.
A
explains
B
is explain
C
explaining
D
is explaining

Slide 15 - Quizvraag

Choose the Present Continuous.

When ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 16 - Quizvraag

Even when I lose I ... ....
(Luister wat gezongen wordt)
4. the man is looking at a mine.
present continuous-8

Slide 17 - Open vraag

How many times do I have to tell you? Even when ...
you are beautiful too.
present continuous-5
4. the man is looking at a mine.

Slide 18 - Open vraag

I ... .... on sunshine, Oh oh
4. the man is looking at a mine.
present continuous-9

Slide 19 - Open vraag

Door welk woord weet je dat je de present continuous moet gebruiken?
(signaalwoorden, meerdere goed)
A
At the moment
B
Every Saturday
C
Now!
D
Often

Slide 20 - Quizvraag

How did it go?

Slide 21 - Tekstslide

By now
you can describe what people are doing.

Slide 22 - Tekstslide

Any questions? Write down:
Ik ben de afwas aan het doen.

Hij is de afwas aan het doen.

Jullie zijn de afwas aan het doen.

Slide 23 - Tekstslide

Write down:
Ik ben de afwas aan het doen.
Hij is de afwas aan het doen.
Jullie zijn de afwas aan het doen.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Activity of choice
  • Ik wil meer oefenen met de present continuous: Link op volgende slide; oefening 1 + 3 en I Writing & Grammar in je boek.
  • Ik snap dit en wil alvast oefenen met present simple vs. present continuous en hoe je vraagzinnen/ontkenningen maakt in de pc: Blijf in de LessonUp.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Let's go on...
Present simple vs. present continuous
When to use which one?

Slide 28 - Tekstslide

Present simple

Gebruik: Bij feiten en gewoontes.

I walk to school every day.

Vorm: Infinitive (+s bij he/she/it)


Present continuous

Gebruik: Wanneer iets NU gebeurt of aan de gang is.

I am walking to school at this moment

Vorm: am/are/is + infinitive + -ing

Slide 29 - Tekstslide

Which sentence is written in the present simple?
A
I walked to school
B
I am walking to school
C
I walk to school

Slide 30 - Quizvraag

Maak van de volgende zin een zin in de present continuous:
I listen to the teacher right now.

Slide 31 - Open vraag

Schrijf je eigen zin in de present simple

Slide 32 - Open vraag

Let's go on...
'I can describe what people are not doing.'
'I can ask what people are doing.'

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

End of class
  • Doel behaald? "I can describe what people are doing".
  • We gaan dit nog vaak herhalen.

  • Have a good day and see you tomorrow!

Slide 36 - Tekstslide