OP 2 BLOK 1 WG1 Gezondheidsdeterminanten en risico diagnosen

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En.... hoe zit je erbij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen zou jij willen stellen aan de verpleegkundigen van de GGD?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epidemiologie en gezondheidsdeterminanten een testje


Ga naar www.socrative.com 
kamernummer 889F87AD

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Van Haaren (95) Gezondheidsvaardigheden zijn vaardigheden die een mens nodig heeft om de informatie over de eigen gezondheid te kunnen begrijpen.
Onderscheiden wordt:
Basale (geletterheid en rekenen)
Kritische (informatie kritisch kunnen beoordelen om meer controle te krijgen over de iegen situatie)
Interactieve vaardigheden (mensen kunnen actief participeren in de zorg)
Als je de basale vaardigheden niet voldoende hebt kan dat uitmonden in minder zelf effectiviteit. Daarnaast ligt de prioriteit vaak niet op kritisch denken maar op basale levensbehoeften

In welke fase van het verpleegkundig proces worden de gezondheidsvaardigheden van een zorgvrager ingeschat door de verpleegkundige?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Voor en na elk model komt een vraag
Wat staat centraal in het ICF model?
A
De ziekte of aandoening
B
De gezondheid
C
Het functioneren van de mens
D
De etniciteit

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke onderdelen van het ICF model kan je determinanten vinden?
A
Participatie
B
Activiteiten
C
Externe factoren
D
Persoonlijke factoren

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

De ICF biedt een standaardtaal en een schema voor de beschrijving van iemands functioneren vanuit drie verschillende perspectieven:
1. De mens als organisme: voor het beschrijven van de functies, anatomische eigenschappen en stoornissen van onderdelen van het lichaam. Bijvoorbeeld: vermindering van het denkvermogen en het geheugen.
2. Het menselijk handelen: voor het beschrijven van wat iemand doet of (nog) zelf kan doen, welke activiteiten iemand uitvoert en welke beperkingen hierin zijn. Bijvoorbeeld of iemand nog zelfstandig kan schoonmaken.
3. Participatie: voor het beschrijven of iemand mee kan doen aan het maatschappelijk leven op alle terreinen, zijn of haar daadwerkelijke participatie en eventuele problemen hierin. Bijvoorbeeld: het deelnemen aan het verkeer
Wie gebruiken het ICF model?
A
Verpleegkundigen en artsen
B
Fysiotherapeuten en mensendiektherapeuten
C
Dierenartsen en dierenartsassistenten
D
Tandartsen en mondhygiënisten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat centraal in het Health Field Concept van Lalonde?
A
Gezondheid
B
Aandoeningen ziekten
C
Etniciteit
D
Mens

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Nog praktischer is het model dat door Lalonde in 1974 is ontwikkeld waarin vier grote gebieden geïdentificeerd zijn die de gezondheid beïnvloeden.
Want gezondheid is niet iets dat een mens heeft of krijgt. Het is meer een toestand waarin men zich op een bepaald moment bevindt. Die gezondheidstoestand is het resultaat van verschillende bijdragen en inwerkende krachten.
In het model van Lalonde staat de onderlinge wisselwerking tussen verschillende factoren die de gezondheid beïnvloeden, de zogeheten gezondheidsdeterminanten, centraal.
1. Biologische of Interne factoren (biologische mechanismen, erfelijke en aangeboren aandoeningen, beschadiging als gevolg van ziekte of ongeval).
2. Leefstijl (gedragsfactoren zoals leefwijze, (on)gezonde gewoonten).
3. Fysieke en sociale of externe factoren: bijvoorbeeld milieu-, luchtvervuiling, geluidshinder, woningkwaliteit, klimaat en  sociale omgeving sociale contacten, relaties, (on)veilig voelen, werkloosheid, discriminatie.
4. Voorzieningen Gezondheidszorg: toegankelijkheid van aanbod van experts en voorzieningen zoals ziekenhuizen, huisartspraktijken, medicijnen etc..
Al deze factoren hangen nauw met elkaar samen en beïnvloeden elkaar onderling. Dit complexe geheel bepaalt de gezondheid. 
Het health Field Concept van Lalonde heeft ook andere wetenschappers aan het denken gezet. Biologische factoren, voorzieningen in gezondheidszorg, leefstijl en omgeving zijn nie de degene determinanten die de gezondheid kunnen beinvloeden . Het zijn er veel meer. In het werk van Lalonde zijn factoren als waarden & normen, cultuur, sociale structuren en dergelijke namelijk niet echt herkenbaar opgenomen.

Welke omgevingsfactoren kunnen jouw gezondheid beinvloeden?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat centraal in het Sunrise model?
A
Gezondheid
B
Aandoeningen ziekten
C
Etniciteit
D
Mens

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Maar omvat het HFC alle gezondheidsdeterminanten? Nee niet echt. In het werk van Lalonde zijn factoren als waarden & normen, cultuur, sociale structuren en dergelijke niet echt herkenbaar opgenomen.
Het health Field Concept van Lalonde heeft ook andere wetenschappers aan het denken gezet. Biologische factoren, voorzieningen in gezondheidszorg, leefstijl en omgeving zijn nie de degene determinanten die de gezondheid kunnen beinvloeden . Het zijn er veel meer. In het werk van Lalonde zijn factoren als waarden & normen, cultuur, sociale structuren en dergelijke namelijk niet echt herkenbaar opgenomen. Waar Lalonde de gezondheid centraal stelt , stelt Leininger het mens centraal. 
Het Sunrise model van Madeleine Leininger (1925 – 2012)
Leuk om te weten dat deze wetenschapster een van de eerste master of science afgestudeerden was in haar tijd. Zij kreeg deze titel in 1954. Ze was echter nog niet klaar. In 1965 haalde zij haar doctoraat in culturele en sociale antropologie. Misschien begrijpen jullie nu waarom zij het SUNRISE model zo heeft ontworpen zoals zij dat gedaan heeft. Zij voegde cultuur toe aan de gezondheidsdeterminanten: de transculturele verpleegkundige theorie. 
Madeleine Leininger plaatst de interactie tussen de verpleegkundigen en patiënten in het brede kader van cultuur. Gezondheidszorg en verpleging zijn volgens Leininger slechts te begrijpen temidden van zeer verschillende culturele contexten (Evers, 1999). Deze theorie geeft een duidelijker beeld over de begrippen zorg en cultuur. Hoe beter de zorg aansluit bij de cultuur, des te beter er sprake is van zorgbehoud, zorgaanpassing en zorgreconstructie. Het gaat dus eigenlijk over transculturele zorg.
Zorg kan plaats vinden in verschillende zorgsystemen. Die zorgsystemen kunnen verschillen van groep, plaats en tijd. Dit betekent dus ook dat er verschillende opvattingen over zorg heersen. Bijvoorbeeld voor iemand uit de Nederlandse cultuur zoals ik kan het heel normaal zijn om twee keer per dag mijn tanden te poetsen terwijl dat voor iemand uit de Russische cultuur niet het geval hoeft te zijn. Meer in het oog springend zijn misschien wel de verschillen tussen de periferie en de grote steden in Nederland. Als je geboren en getogen bent in Rotterdam is het misschien wel heel normaal dat je tot laat in de avond nog je boodschappen kan gaan doen in de avondwinkel. Wat op zich een dingetje kan zijn als je in een dorp in Zeeland of Noord Oost Groningen woont. En zo zijn er een heleboel verschillen op te merken.
Leininger had dat goed in de gaten. Dit model is voor jou als toekomstig verpleegkundige dan ook handig om te gebruiken als je bijvoorbeeld als Noord Hollandse gaat werken in een multiculturele wijk in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht enz
Het sunrise model van Madeleine Leininger bevat 7 factoren die de zorg beïnvloeden. Leininger benoemt religieuze en filosofische factoren, familiale en sociale factoren, culturele waarden en opvattingen, politieke en wettelijke factoren, economische factoren, scholingsfactoren en technologische factoren, die allen van belangrijke waarde zijn. De factoren mogen echter niet los van elkaar gezien worden, maar als een elkaar beïnvloedend systeem.
Note docenten:
Sunrise is redelijk complex model  - richt de studenten alleen op de 7 gezondheidsdeterminanten gezien vanuit de diversiteit die speelt binnen de HEALTH / NURSING Care > Richt je alleen op de GELE boog met de 7 determinanten!!
Technological factors = corona app
Religious & Philosophical factors = geen mondkapjes in kerken en gebedshuizen
Kinship & social factors – VERWANTSCHAP (bijvoorbeeld familieleden aan elkaar) en Sociale factoren =
Cultural Values, beliefs & lifeways = culturele waarden, overtuigingen en leefstijl
Politic & legal factors = Politieke en wettelijke factoren > hoe participeert de politiek? Welke partijen zitten er in de regering / het kabinet….welke partij stem je eigenlijk??
Economic factors = Economische factoren (S)ES = Economische status > Pandemie en de schatkist wordt leeggehaald om de omvallende bedrijven en ondernemingen te steunen omdat de gezondheid van mensen sterk achteruit gaat door de corona-crisis
Educational factors = opleidingsfactoren / onderwijs factoren > vragen lijsten die vragen naar opleidingsniveau……
Sociaal Economische Status is dus een determinant van gezondheid
Leininger bracht cultuur in bij de gezondheidsderminanten. Stronks legt de link van de gezondheidsderteminanten met mensen die niet in hun land van herkomst wonen, Migranten dus.

Wat is een voorbeeld van beinvloedende politieke factor?
A
Verhogen premie zorgverzekering
B
Stijgende inflatie
C
Invoering landelijk EPD

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van beinvloedende familie en sociale zaken factoren?
A
zieke moeder
B
slecht geïsoleerd huis
C
werkeloos zijn

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat centraal in het model Stronks?
A
Gezondheid
B
Aandoeningen ziekten
C
Etniciteit
D
Mens

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is etnische identiteit hetzelfde als etniciteit?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

- De etnische identiteit wordt in het e-college besproken. 
Stronks heeft het over de etnische herkomst die bestaat uit het geheel van:
• Genetische kenmerken
• Migratiegeschiedenis
• Culturele kenmerken
• Etnische identiteit (tot welke groep van de bevolking voelt iemand zich aangetrokken?)
• Positie in het gastland

Het verschil is dus dat de etnische identiteit een onderdeel is van etniciteit. 

Lastige vraag: wat is de link tussen gezondheidsdeterminanten en gedragsdeterminanten?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

En? Wat ga jij preventief doen??

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je bent inmiddels op de hoogte van het rijksvaccinatieprogramma. Dit is een voorbeeld van
A
primaire
B
secundaire
C
tertaire

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bevolkingsonderzoeken is een vorm van ..... preventie
A
primaire
B
secundaire
C
tertaire

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als verpleegkundige ben je veel bezig met tertaire preventie. Wat is een voorbeeld hiervan?
A
vaccineren tegen covid
B
prijsverhoging van tabak
C
voorlichting geven over gezonde leefstijl

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkgroepopdracht
  • In Brightspace
  • tweetallen
  • ongeveer 15 minuten
  • Op een flap
  • Nabespreking 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies