H4 het weer Par 3 wolken en neerslag

Welkom bij Nask
Klas VMBO 3-Kader

Hoofdstuk 2
Het weer
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nask
Klas VMBO 3-Kader

Hoofdstuk 2
Het weer

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
2.4.1 Je kunt met behulp van een grafiek bepalen hoe hoog het dauwpunt is.
2.4.2 Je kunt uitleggen van welke factor de hoogte van het dauwpunt afhangt.
2.4.3 Je kunt stap voor stap beschrijven op welke manier stapelwolken ontstaan.
2.4.4 Je kunt het verschil beschrijven tussen mooiweerwolken en buienwolken.
2.4.5 Je kunt beschrijven op welke manier de bliksem en de donder ontstaan.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn wolken? waar bestaat het uit?

Slide 4 - Woordweb

Welke 3 elementen bepalen het weer?

Slide 5 - Woordweb

Start
Lezen - Hoofdstuk 2.4

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Waterdamp is onzichtbaar

          Dauw                         Rijp                           Ijzel

Slide 8 - Tekstslide

Dauwpunt
Temperatuur waarbij
waterdamp in de lucht gaat
condenseren.

Hoe minder waterdamp,
hoe lager het dauwpunt.


Slide 9 - Tekstslide

Hoe ontstaan wolken?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe ontstaat neerslag?
De zwevende druppels kleven 
aan elkaar en worden groter.

Te grote druppels worden 
zwaarder en vallen naar 
beneden. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is condenseren?

Slide 12 - Open vraag

Waarom regent het in Egypte minder dan in Nederland?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Hoe ontstaat hagel?

Slide 15 - Tekstslide

3 Toestanden van water
Vaste fase


Vloeibare fase


Gasfase

Slide 16 - Tekstslide

Faseovergangen

Slide 17 - Tekstslide

Als het begint te misten laat op een middag in de herfst, met welke fase overgang heb je dan te maken?

Slide 18 - Open vraag

Met welke faseovergang heb je te maken als het 's winters spiegelglad wordt door de ijzel?

Slide 19 - Open vraag

Met welke faseovergang heb je te maken als in een koude herfstnacht het gras wit wordt van de rijp?

Slide 20 - Open vraag

Met welke faseovergang heb je te maken als de straten na een hevige regenbui weer opdrogen door de zon?

Slide 21 - Open vraag

Met welke faseovergang heb je te maken als het gras in een heldere zomernacht nat wordt door de dauw?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

timer
0:05
Onweer

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Onweer
- Lichtflits
- Donder
-Schade

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Lichtflits
Wolk wordt geladen door waterdruppels en ijskristallen die langs elkaar bewegen

Wolk is geladen en aarde niet --> hoge spanning! (100 miljoen V)

Genoeg lading om een vonk te laten overschieten

Slide 28 - Tekstslide

Donder

Rondom de flits is de temperatuur heel warm
--> De lucht eromheen gaat uitzetten --> donder


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Schade
Stroomsterkte in flits is ongeveer 20000 A
0,06 A is al dodelijk

--> hoge stroomsterkte --> veel hitte --> brand

Slide 31 - Tekstslide

De onderkant van een onweerswolk is
A
positief geladen
B
negatief geladen

Slide 32 - Quizvraag

Wat moet je NIET doen bij onweer?
A
Hurken
B
Zo klein mogelijk maken
C
Onder een boom gaan staan
D
In de auto gaan zitten

Slide 33 - Quizvraag

Waarom is een onweerswolk geladen?
A
regendruppels en ijskristallen bewegen langs elkaar
B
Omdat er elektriciteit in loopt
C
Omdat de wolken tegen elkaar aan botsen
D
Omdat de warme en koude lucht langs elkaar bewegen

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video

Voorwerpen die op dezelfde manier geladen zijn die .....
A
Stoten elkaar af
B
Trekken elkaar aan
C
Doen niks

Slide 36 - Quizvraag

Waarom klinkt er na een flits een donder?
A
Omdat de grond natrilt na de flits en het geluid dat vrijkomt is de donder
B
Omdat de lucht om de flits uit gaat zetten doordat het warm wordt

Slide 37 - Quizvraag

Wat gebeurt er in een hoge wolk wel, maar in een lage wolk niet?
A
Er ontstaat regen
B
Er ontstaan ijskristallen
C
Er komt geen zonlicht doorheen
D
Daar kan een regenboog komen

Slide 38 - Quizvraag

Zelfstandig werken


Maken in je boek - Hoofdstuk 2.4



Slide 39 - Tekstslide