Je kunt een hoofdzin ook beginnen met een ander woord:
Daarom moeten we al om 17:30 uur eten.
Meestal duurt de training tot 20:15uur.
Misschien kunnen we donderdag wat langer spelen.
Het andere woord staat vooraan, op de 1e plaats. Het werkwoord staat op de 2e plaats en de wie/wat komt daarna.