H1.2 Hoe rijk voel je je? (deel 1)

1.2 Hoe rijk voel je je?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

1.2 Hoe rijk voel je je?

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Je moet keuzes maken
Jongeren zijn voor bedrijven een interessante doelgroep
  • Veel (vrij) geld om te besteden
  • Invloed op koopbeslissingen thuis
  • Trouw aan een merk of bedrijf
vraag 10 
blz 12

Slide 2 - Tekstslide

1.1 Je moet keuzes maken
Keuzes/voorkeuren veranderen in de tijd
  • Commerciële beïnvloeding (zie straks marketingmix)
  • Sociale beïnvloeding
  • Persoonlijke situatie (leeftijd, inkomen, tijd, kennis)
  • Technologische ontwikkelingen
vraag 13
blz 12

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Je moet keuzes maken
Marketingmix
  • Productbeleid
  • Prijsbeleid
  • Plaatsbeleid
  • Promotiebeleid
  • Personeelsbeleid
  • Presentatiebeleid
vraag 14
blz 13
vraag 16
blz 13

Slide 4 - Tekstslide

1.2 Hoe rijk voel je je? (deel 1)
Deze les:
  • Welvaart vs welzijn
  • Kan welvaart toenemen?
  • Wat is het brutobinnenlands product?

Slide 5 - Tekstslide

1.2 Hoe rijk voel je je?
Is welvaart gelijk aan welzijn?
  • welvaart -> de mate waarin je met je beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien
  • welzijn -> geeft aan hoe gelukkig en tevreden je met je leven bent

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

1.2 Hoe rijk voel je je?
Kan je welvaart toenemen?
Zo ja: Hoe?
Zo nee: Waarom niet?

  • Bedenk in 1 minuut je persoonlijke antwoord, schrijf deze op.
  • Overleg 2 minuten met je buurman/-vrouw en kom tot een gezamelijk antwoord.

Slide 8 - Tekstslide

1.2 Hoe rijk voel je je?
Kan je welvaart toenemen?

  • Het kopen van goederen en diensten
  • Zelfvoorziening
  • collectieve voorzieningen van de overheid

    Welvaart:
    De mate waarin je met je beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien.

    Slide 9 - Tekstslide

    1.2 Hoe rijk voel je je?
    Bruto binnenlands product (bbp)
    • De totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land
    • Neemt het bbp toe in een land, dan neemt de welvaart in een land toe

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    1.2 Hoe rijk voel je je?
    Hoe kom je aan inkomen?

    • Inkomen uit arbeid
    • Inkomen uit bezit
    • Inkomen uit overdrachten

    Slide 12 - Tekstslide

    1.2 Hoe rijk voel je je? (les 2)
    Hoe kom je aan inkomen?
    • Inkomen uit arbeid
    • Inkomen uit bezit
    • Inkomen uit overdrachten

    inkomen uit arbeid:

    bijv. salaris, vakantiegeld, loon in  natura en de winst van een ondernemer die in zijn eigen zaak werkt

    inkomen uit bezit:

    bijv. rente over je spaargeld, dividend (aandelen), huuropbrengst, winst voor de eigenaar van een bedrijf (= inkomen uit arbeid en uit bezig!!)

    inkomen uit overdrachten:

    bijv. zak- en kleedgeld, toeslagen en uitkeringen. je ontvangt geld zonder dat je er een directe prestatie voor hoeft te leveren

    Slide 13 - Tekstslide

    1.2 Hoe rijk voel je je? (les 2)
    Niet iedereen verdient evenveel

    • Inkomensverschillen

    Slide 14 - Tekstslide

    1.2 Hoe rijk voel je je? (les 2)
    Inkomensverschillen, door

    • leeftijd
    • opleiding
    • ervaring
    • prestatie
    • verantwoordelijkheid
    • zwaarte beroep
    • de vraag naar bepaald werk

    Slide 15 - Tekstslide

    • Personele inkomensverdeling (verdeling van het totale inkomen over de inwoners)
    • Ideale situatie?
    • Waarom?
    1.2 Hoe rijk voel je je? (les 2)

    Slide 16 - Tekstslide

    1.2 Hoe rijk voel je je? (les 2)
    Nationaal inkomen, optelsom van

    • alle inkomens uit arbeid en bezit (loon, rente, winst, huur, pacht)

    Slide 17 - Tekstslide

    1.2 Hoe rijk voel je je? (les 2)
    Nationaal inkomen ongeveer 600 miljard

    Inwoners in Nederland ongeveer 17 miljoen

    • Inkomen per hoofd van de bevolking??

    Slide 18 - Tekstslide

    Aan het werk!

    Maken:

    opgaven 17 t/m 28

    en rekenen 3,4 en 5

    meteen samen bespreken:20, 22 en 25


    Eigen controle:

    Kun je antwoord geven op de 3 vragen bovenaan blz. 14?

    Slide 19 - Tekstslide