H7 - §7.2 Warmte

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §7.2
  • instructie §7.2
  • opdrachten maken
  • afsluiten les 

 


§7.2 - Warmte
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §7.2
  • instructie §7.2
  • opdrachten maken
  • afsluiten les 

 


§7.2 - Warmte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen §7.1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik §7.1

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9a

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9b

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9c, d & e

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleur is een stofeigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorm is een stofeigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kookpunt is een stofeigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volume is een stofeigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moleculen bestaan uit...?
A
Atomen
B
Moleculen
C
Zuivere stoffen
D
Mengsels

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zuivere stof bestaat uit...?
A
Atomen
B
Dezelfde moleculen
C
Zuivere stoffen
D
Mengsels

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een mengsel bestaat uit...
A
Atomen
B
Moleculen
C
Zuivere stoffen
D
Mengsels

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dichtheid is een stofeigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de dichtheid van een stof groter is dan die van water, zinkt deze stof in water.
A
Juist
B
Onjuist
C
Kun je niet weten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je leert ...
  • uitleggen wat het verschil is tussen warmte en temperatuur;
  • rekenen aan warmte;
  • de soortelijke warmte van een stof berekenen;
  • uitleggen wat de gevolgen van de grote soortelijke warmte van water zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discussievraag
De ballon is gevuld met water.

Waarom knapt de ballon niet?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DEMO 
50 mL zonnebloemolie (20 ºC) mengen met 50 mL water (80 ºC)

Slide 18 - Tekstslide

Demo mengen koude slaolie en heet water
Breng 50 mL slaolie van 20 graden in een bekerglas (gebruik maatverdeling op glas). Voeg 50 mL kokend water (100 graden)
toe (bijschenken tot streepje van 100 mL). Roer goed en meet de eindtemperatuur. 
Deze is veel hoger dan 60 graden (= gemiddelde van de begintemperaturen). De oorzaak is dat de soortelijke warmte 
van water veel hoger is.
Overigens zou de proef veel eerlijker zijn als niet de volumina maar de massa’s in het begin 
gelijk zouden zijn. Het verschil in dichtheid is echter niet zo groot (die van slaolie is ongeveer 10% kleiner).

Wanneer je 50 ml zonnebloemolie (20 ⁰C) mengt
met 50 ml kokend water (80 ⁰C)
dan is de temperatuur van het mengsel ....

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Warmte en temperatuur
Temperatuur: graden Celcius (ºC)
- is een grootheid.
- is een maat voor de snelheid van moleculen. 

Hoe hoger te temperatuur, des te sneller bewegen
de moleculen.
Hoe hoger de temperatuur, des te meer
bewegingsenergie.






Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmte en temperatuur
Warmte: Joule (J)
- is een vorm van energie. 

Als je warmte (energie) aan een voorwerp 
toevoegt, stijgt de temperatuur van het voorwerp. 



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmte en temperatuur
Warmte: Joule (J)
- is een vorm van energie. 

Als je warmte (energie) aan een voorwerp 
toevoegt, stijgt de temperatuur van het voorwerp. 

De toegevoegde warmte wordt gebruikt om de bindingen tussen de moleculen te verbreken.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmte en temperatuur
Faseovergang: 
- de bindingen tussen de moleculen wordt verbroken. 

Als je warmte (energie) aan een voorwerp 
toevoegt, stijgt de temperatuur van het voorwerp. 

De toegevoegde warmte wordt gebruikt om de bindingen tussen de moleculen te verbreken.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmte en temperatuur
Faseovergang: 



Warmte toevoegen
Warmte toevoegen
Warmte onttrekken
Warmte onttrekken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmte en temperatuur
Warm                         of                         Warmte

Temperatuur
Energie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwarmen en soortelijke warmte
Verwarmen
- energie (warmte) toevoegen aan het water.
- hoe meer water, hoe meer warmte.

Waar hangt de hoeveelheid toe te voegen warmte
van af?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar hangt de hoeveelheid toe te voegen warmte
van af?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwarmen en soortelijke warmte
Soortelijke warmte:
- de warmte die nodig is om 1 g van een stof
1 ºC in temperatuur te laten stijgen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwarmen en soortelijke warmte
Soortelijke warmte:

Q=c  m  ΔT

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen!
Een waterkoker (1600 W) verwarmt 1,5 L water van 20 ⁰C tot 100⁰C. 
Ga ervanuit dat er geen energie verloren gaat.

Bereken hoeveel warmte de waterkoker moet leveren.
Gebruik de G,G,F,B,A methode.




Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord!
G: c = 4,2 J/(g . ⁰C),    m = 1,5 . 10³ g,     ­      T = 80 ⁰C
G: Q = ?
F:  

B:

A: de waterkoker moet 504.000 J aan warmte leveren.

Q=c  m  ΔT
Q=4,2  1500  80=504.000
Δ

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een keer oefenen!
Een brokje zilver van 44 gram en 25 ºC wordt sterk afgekoeld. Het zilver staat hierbij 700 J aan warmte af. De soortelijke warmte van zilver is 0,24 J/(g ºC). 

Bereken de eindtemperatuur. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord!
G: c = 0,24 J/(g . ⁰C),    m = 44 g,     ­Qaf  = 700 J
G: Teind = ?
F:  

B:

A: De eindtemperatuur is 25 - 66,3  = -41,3  ⁰C

Q=c  m  ΔT
ΔT=0,24  44700=66,3
ΔT=c  mQ

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Lezen §7.2 uit je boek


Maak: 15 t/m 26






Zs
timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Lezen §7.2 uit je boek


Maak: 15 t/m 26


Zf

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al???

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IJzer
Wanneer je 23 joule warmte aan een ijzeren blokje toevoegt stijgt de temperatuur met 10 ºC toe. De massa van het ijzeren blokje is 5 gram.
Bereken de soortelijke warmte van ijzer.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord!
G: Q = 23 J,    m = 5 g,            ­T  = 10 ⁰C
G: c = ?
F:  

B:

A: De soortelijke warmte van ijzer is 0,46 J/(g . ⁰C)

Q=c  m  ΔT
c=10  523=0,46
c=ΔT  mQ
Δ

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt...
  • uitleggen wat het verschil is tussen warmte en temperatuur;
  • rekenen aan warmte;
  • de soortelijke warmte van een stof berekenen;
  • uitleggen wat de gevolgen van de grote soortelijke warmte van water zijn.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Deze slide heeft geen instructies