WISK-X H5 Meetkunde_herhalling

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenISK

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

🎯
Programma voor periode 4 en vandaag
  • Rekenen met tijd
  • Rekenen met lengte
  • Rekenen met gewicht
  • Oppervlakte en inhoud
  • Herhaling & Toets 7 april
  • Toets analyseren

Slide 2 - Tekstslide

Hoe lang is een eeuw?
A
31 dagen
B
10 jaren
C
100 jaren
D
100 uren

Slide 3 - Quizvraag

Hoe lang is een etmaal?
A
12 uren
B
24 uren
C
7 dagen
D
60 minuten

Slide 4 - Quizvraag

Hoe lang is twee weken?
A
14 uren
B
4 dagen
C
7 dagen
D
14 dagen

Slide 5 - Quizvraag

Hoe lang is een minuut?
A
30 seconden
B
60 seconden
C
15 seconden
D
14 uren

Slide 6 - Quizvraag

1 schrikkeljaar heeft
A
52 weken
B
3 maanden
C
366 dagen
D
3600 seconden

Slide 7 - Quizvraag


A
14 kilometer
B
40 kilometer
C
4 kilometer
D
2 kilometer

Slide 8 - Quizvraag


A
7
B
14
C
1
D
30

Slide 9 - Quizvraag


A
250
B
52
C
365
D
12

Slide 10 - Quizvraag


A
8
B
96
C
800
D
80

Slide 11 - Quizvraag


A
1
B
365
C
52
D
12

Slide 12 - Quizvraag


A
1
B
31
C
30
D
29

Slide 13 - Quizvraag


A
30
B
3000
C
360
D
300

Slide 14 - Quizvraag


A
meter en second zijn eenheden
B
meter is grootheid en second is eenheid
C
meter is eenheden en second is grootheid
D
meter en second zijn grootheden

Slide 15 - Quizvraag


A
tijd en stopwatch zijn eenheden
B
tijd is grootheid en stopwatch is eenheid
C
tijd is grootheid en stopwatch is meetinstrument
D
tijd is meetinstrument en stopwatch is grootheid

Slide 16 - Quizvraag


A
maanden en kg zijn eenheden
B
maanden is grootheid en kg is eenheid
C
kg is grootheid en maand is meetinstrument
D
maanden is meetinstrument en kg is grootheid

Slide 17 - Quizvraag


A
gewicht en kg zijn eenheden
B
gewicht is grootheid en kg is eenheid
C
kg is grootheid en gewicht is eenheid
D
gewicht is meetinstrument en kg is grootheid

Slide 18 - Quizvraag


A
dag en gram zijn eenheden en weegschaal is grootheid
B
dag en gram zijn grootheden en weegschaal is meetinstrument
C
dag en gram zijn eenheden en weegschaal is meetinstrument
D
dag,gram en weegschaal zijn grootheden

Slide 19 - Quizvraag


A
kilo
B
centimeter
C
gram
D
ton

Slide 20 - Quizvraag

Hoe zwaar is
een vrachtwagen?
A
5 g
B
5 kg
C
5 mg
D
5 ton

Slide 21 - Quizvraag


A
kilo
B
centimeter
C
gram
D
uur

Slide 22 - Quizvraag


A
kilo
B
centimeter
C
ton
D
gram

Slide 23 - Quizvraag


A
seconden
B
centimeter
C
kilogram
D
gram

Slide 24 - Quizvraag


A
uur
B
eenheid
C
grootheid
D
meetinstrument

Slide 25 - Quizvraag


A
uur
B
eenheid
C
grootheid
D
kilogram

Slide 26 - Quizvraag


A
60 uur
B
eenheid
C
grootheid
D
60 minuten

Slide 27 - Quizvraag


A
Omtrek - 6 cm, Oppervlakte - 18 cm2
B
Omtrek - 12 cm, Oppervlakte - 9 cm2
C
Omtrek - 9 cm2 Oppervlakte - 12 cm
D
Omtrek - 6 cm2 Oppervlakte - 18 cm

Slide 28 - Quizvraag


A
Omtrek - 7 cm, Oppervlakte - 14 cm2
B
Omtrek - 14 cm, Oppervlakte - 36 cm2
C
Omtrek - 6 cm2 Oppervlakte - 14 cm
D
Omtrek - 14 cm Oppervlakte - 6 cm2

Slide 29 - Quizvraag


A
Omtrek - 11 cm, Oppervlakte - 35 cm2
B
Omtrek - 22 cm, Oppervlakte - 35 cm2
C
Omtrek - 22 cm Oppervlakte - 30 cm2
D
Omtrek - 11 cm Oppervlakte - 30 cm2

Slide 30 - Quizvraag

🎯

Slide 31 - Tekstslide

Bereken de omtrek
van de figuur?
A
Omtrek is 5mm+20mm+5mm=30mm
B
Omtrek is 5mm+20mm=25mm
C
Omtrek is 5mm*20mm=100mm
D
Omtrek is 5mm+20mm+5mm+20mm=50mm

Slide 32 - Quizvraag

zet de meten van groot naar klein
week
etmaal
uur
kwartier
dag
minuut

Slide 33 - Sleepvraag

januari heeft 31 dagen
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

1 decennium is
A
120 maanden
B
3652 dagen
C
10 jaren
D
100 jaren

Slide 35 - Quizvraag


Ik snap de vragen
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll