13.4 Doorstromers

timer
15:00
Pak je leesboek!
Eerst 15 minuten stil lezen.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
15:00
Pak je leesboek!
Eerst 15 minuten stil lezen.

Slide 1 - Tekstslide

13.4 Kou en hitte
Je weet hoe dieren en planten zijn aangepast aan koude of warme omstandigheden.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Aanpassingen om warm te blijven
Warm blijven kost heel veel energie, dus dieren passen zich in de winter aan waardoor dit energieverbruik omlaag gaat.
Dieren kunnen in een winterrust of winterslaap gaan.
Een eekhoorn neemt een winterrust. Die wordt af en toe wakker om wat te eten.
Een egel neemt een winterslaap. Zijn lichaamstemperatuur zakt gedurende de hele winter.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Koudbloedige dieren en kou
- Koudbloedige dieren zijn in de winter niet actief. 

- Ze houden allemaal een winterslaap.

- In de zomer zie je reptielen vaak 's ochtends opwarmen in de zon. Hoe warmer het wordt, hoe actiever ze worden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Vorm - functie denken
- Hoe groter een dier, hoe groter zijn inhoud is ten opzichte van zijn oppervlak

- Olifanten verliezen relatief gezien dus veel minder warmte dan een muis


Slide 8 - Tekstslide

Vorm - functie denken
- Om warmte vast te houden is het handig om je extremiteiten (oren, neus) klein te hebben

- Om warmte te verliezen is het handig om je extremiteiten groot te hebben

Slide 9 - Tekstslide

Verlies van water
Planten verliezen water door verdamping

1) Huidmondjes aan de onderkant van bladen

2) Via het oppervlak

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
13.4 opdrachten 3 t/m 14 + 17 t/m 21

Klaar? Zorg dat je de leerdoelen van deze paragraaf hebt uitgewerkt

Slide 11 - Tekstslide

Kleine dieren zoals koolmezen of muizen zijn constant op zoek naar mogelijkheden om te eten. Grote dieren zoals olifanten of mensen doen dit slechts maar een bepaalde tijd.

Leg uit hoe dat komt. (I-vraag)

Slide 12 - Open vraag

Leg uit of de ijsbeer of de pandabeer relatief gezien grotere oren heeft

Slide 13 - Open vraag

Wat is het verschil tussen warmbloedige en koudbloedige dieren?

Slide 14 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Wat zal er uiteindelijk in het onderste plaatje gebeuren met de schildpadden als ze zo blijven staan?

Slide 15 - Open vraag

Welke aanpassingen hebben warmbloedige dieren om warm te blijven in een koude omgeving?

Slide 16 - Open vraag

Herhaling. Geef de formule van fotosynthese

Slide 17 - Open vraag

Kijkend naar het antwoord van de vorige vraag, wat zal de beperkende factor voor fotosynthese zijn bij woestijnplanten?

Slide 18 - Open vraag

Vorm-functie denken.
Hiernaast zie je cactussen. Welke twee aanpassingen hebben deze om verdamping tegen te gaan?

Slide 19 - Open vraag