Pak je overzicht met herkomstgebieden migranten in NL er vast bij!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen §5.4 Nederland en migratie
Aan het einde van de les weet je:
Welke groepen migranten er naar Nederland kwamen
Waarom en wanneer de groepen vooral kwamen
Pak je overzicht met herkomstgebieden migranten in NL er vast bij!
Slide 1 - Tekstslide
Is er in Nederland meer emigratie of immigratie?
A
emigratie
B
immigratie
Slide 2 - Quizvraag
Immigratie = naar Nederland toe verhuizen (Nederland in)
Emigratie = uit Nederland verhuizen (Eruit verhuizen)
Migratie = verhuizen
Slide 3 - Tekstslide
Herkomst migranten in NL
Slide 4 - Woordweb
Groepen migranten
Koloniale migranten : migrant die verhuist van een voormalig kolonie naar het moederland.
Kwamen uit:
Indonesië
Suriname
Nederlandse Antillen
Slide 5 - Tekstslide
Koloniale migratie
Eerste migranten uit voormalige
kolonies NL.
Zij kwamen vooral vlak na
onafhankelijkheid
Slide 6 - Tekstslide
Gastarbeiders
* Vanaf de jaren '60 kwamen veel gastarbeiders naar Nederland (1e generatie, hun kinderen 2e generatie, hun kleinkinderen <- jullie leeftijd = 3e generatie
* Er was veel werk
* Turken, Marokkanen, Zuid- Europeanen
* Ze waren hier ''te gast''
Slide 7 - Tekstslide
Veel gastarbeiders kwamen vanaf '60 in NL werken. Waarom werden zij 'gastarbeiders' genoemd?
A
Zij waren betere arbeiders dan de Nederlanders.
B
Ze waren in Nederland te gast, ze zouden terugkeren.
C
Ze waren speciale gasten, ze hadden een andere cultuur.
Slide 8 - Quizvraag
Vluchtelingen uit conflictgebieden
Slide 9 - Tekstslide
Arbeidsmigranten uit Oost-Europa (sinds 2004)
Slide 10 - Tekstslide
Kenniswerkers vanuit de hele wereld
Slide 11 - Tekstslide
Wat zijn gevolgen van deze migratie voor Nederland?
Multiculturele samenleving
Huisvesting in na-oorlogse flatwijken <- met autochtone laag opgeleiden -> kans op spanningen
Asielzoekers zonder status mogen niet werken en kosten dus geld
Slide 12 - Tekstslide
Gevolgen migratie
Veranderd overheidsbeleid niet EU-landen
Scherper integratiebeleid in 21e eeuw
Discussies over toelating migranten in NL
Slide 13 - Tekstslide
Kan je tegelijk een migrant, emigrant en immigrant zijn?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn geldzendingen?
A
Geld dat migranten ontvangen van hun werkgevers.
B
Geld dat migranten moeten betalen om te emigreren.
C
Geld dat migranten naar hun herkomstgebieden sturen.
D
Geld dat door de overheid wordt gegeven aan migranten.
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn migratienetwerken?
A
Routes die migranten afleggen naar hun bestemmingsgebied.
B
Relaties tussen migranten en thuisblijvers
C
Geldstromen tussen migranten en thuisblijvers.
D
Overkomen partner nadat je zelf bent geëmigreerd
Slide 16 - Quizvraag
Noem een sociaalcultureel nadeel (1) en een voordeel (2) van migratie voor het herkomstland
Slide 17 - Open vraag
Sleep de juiste fases naar de juiste plek in het model.
Men wil wel, maar kan niet
Men wil wel en kan ook
Men kan nog wel, maar wil niet meer
Beperkte migratie
Migratiepiek
Afnemende migratie en retourmigratie
Slide 18 - Sleepvraag
Geef een voorbeeld van een demografisch gevolg van migratie voor de bestemmingslanden
Slide 19 - Open vraag
Wat is acculturatie?
A
Verandering cultuur bestemmingsgebied
B
(Ruimtelijke) scheiding van groepen mensen
C
Migranten nemen cultuurelementen over
D
Spanningen door angst voor cultuurverandering
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen segregatie en integratie
Slide 21 - Open vraag
Wat is een een voorbeeld van een demografisch gevolg van migratie in bestemmingslanden?
A
Acculturatie
B
Braindrain
C
Bevolkingstoename
D
Werkloosheid
Slide 22 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een economisch gevolg van migratie voor de bestemmingslanden
Slide 23 - Open vraag
Uit welk westers land zijn relatief veel migranten naar Nederland gekomen?
A
Duitsland
B
Syrië
C
Marokko
D
Turkije
Slide 24 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een soc/cult. gevolg van migratie voor de bestemmingslanden
Slide 25 - Open vraag
Wat is een economisch gevolg van migratie voor herkomstlanden?
A
Braindrain
B
Expats
C
Hogere lonen
D
Werkeloosheid
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Video
02:11
Waarom kwamen er veel Belgen naar Nederland?
A
De Efteling was toen net gebouwd.
B
Ze kregen geld om naar Nederland te gaan
C
Nederland was een neutraal land.
D
Ze kregen voor het eerst vakantie. Nederlandse stranden waren dichtbij.
Slide 28 - Quizvraag
03:32
Waar komen de meeste immigranten tegenwoordig vandaan?
A
Europa
B
Afrika
C
Azië
D
Amerika
Slide 29 - Quizvraag
04:44
Hoeveel procent van de Nederlanders heeft een migratie-achtergrond?
A
5%
B
15%
C
25%
D
35%
Slide 30 - Quizvraag
05:58
Waarom was er in 2020 in Nederland sprake van een hoge sterfte?
Slide 31 - Open vraag
Noem een positief gevolg van immigratie in Nederland gekeken vanuit de demografische dimensie.