Taalverzorging 1.8/2.8 (les 1 en 2)

timer
10:00
Les 1

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Bespreken antwoorden fictie 1.1/2.1
  • Uitleg fictietaak
  • Herhalen woordsoorten 1.8
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 1.1 (p.15)
9a. Het lijkt erop dat de ik-figuur wat daadkrachtiger of stoerder is geworden. Van denken naar doen.
9b. Ze wil de anderen niet onnodig bang maken. Misschien was het niet waar wat ze dacht.
9c. Rafa: actief, goed georganiseerd => kans op redden
9d. Echt boeman aanwezig? Als lezer weet je net zoveel als de hoofdpersoon => vertelt met gebeurtenissen mee. (tijdsperspectief).
Vraag 10: eigen antwoord. Overleg met je buur, ben je het eens?
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden 2.1 (p.86)
2a. Nu. Batterijen voor een hoofdlamp/ docent geschiedenis blogt.
2b. Bunker. Donker, vochtig, lage poortjes.
2c. Erik: onvoorzichtig, roekeloos / waaghalzerig
2d. Personaal perspectief => Erik/ hij-persoon.
3a. Spannend: beangstigende ruimte, onduidelijke tekens, iets engs Zoë
5a. chrono=tijd; logos=kunde/leer
5b. sprongen in de tijd op het moment dat het spannend wordt
5c. niet-chronologisch p. 86 een maand eerder
5d. Voorgeschiedenis
3b en 3c
eigen antwoord => overleg met buur
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictietaak

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalverzorging

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten werkwoorden
Wat weet je nog?

Overleg even met je buur.
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Staat nooit alleen in een zin. Kan bij ng en wg
zijn, worden, blijven, etc.
werken, kopen, spelen, etc. 
Ik koop een boek.
Ik ben lang.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkmoment = weektaak
  • Maak van paragraaf 1.8: 1-1 tot en met 1-3. 
  • Let op! Deze opdrachten bestaan uit; a, b, .. Scrol dus door naar beneden. (digitaal)
  • Opdracht groen/oranje. Rood => resetten.

Af? Ga verder met de weektaak (zie Magister)
Extra oefening nodig? Kies uit 4, 5 6 en 7.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Hoe ver ben je met de opdrachten?

Welke vragen heb je?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
Les 2

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Vragen over woordsoorten?
  • Uitleg theorie 1.8 tijden van het werkwoord
  • Herhalen theorie 2.8
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijden van het werkwoord (p. 62)
Plaats 1
Plaats 2
Plaats 3
Plaats 4

o.t.t.t. betekent: 
o.v.-.t. betekent: 
onvoltooid/voltooid
tegenwoordig/verleden
toekomend/ niet
tijd

Slide 14 - Tekstslide

Mijn broer had gevoetbald.

Mijn zus zal toch niet de film hebben gemist?

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wederkerend werkwoord (wkww) p. 138
  • Wederkerend werkwoord is een werkwoord waar 'zich' bij de infinitief hoort. Bijvoorbeeld: zich gedragen, zich schamen.
  • Zich = wederkerend voornaamwoord (wvn)
  • Dat deel hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde.
  • Let op! Wederkerend voornaamwoord heeft verschillende vormen........

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen wederkerend voornaamwoord
Ik schaam me
Jij wast je
U vergist zich
Hij/zij/het gedraagt zich
Wij schamen ons
Jullie wassen je
Zij vergissen zich
Wederkerend voornaamwoord past zich aan het onderwerp aan.
Weet je het niet?
Gebruik Piet!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Ik schaam me
Jij wast je
U vergist zich
Hij/zij/het gedraagt zich
Wij schamen ons
Jullie wassen je
Zij vergissen zich
Wederkerig voornaamwoord is er maar 1: elkaar/elkaars.

We zien elkaar volgende week.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoofdtelwoorden (htw)
 => hoeveelheid.

Ik heb er....
  • drie
  • zevenhonderd
  • veel
  • (een) paar

Rangtelwoorden (rtw)
=> rangorde

Ik sta als .... in de rij.
  • eerste
  • zesde
  • laatste
  • zoveelste
Telwoorden (tw / p. 141)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoofdtelwoorden (htw)
 => hoeveelheid.
Bepaald: precies
  • drie
  • zevenhonderd
Onbepaald: niet precies
  • veel
  • (een) paar

Rangtelwoorden (rtw)
=> rangorde
Bepaald: precies
  • eerste
  • zesde
Onbepaald: niet precies
  • laatste
  • zoveelste
Telwoorden (tw / p. 141)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkmoment = weektaak
  • Opdracht 1.8: 1-1 tot en met 1-3 af?
  • Maak van 1.8: 8, 10 en 13-1 tot en met 13-4. (digitaal).
  • Opdracht groen/oranje. Rood => resetten.

Af? Ga verder met de weektaak (zie Magister).
Extra oefening nodig? Kies uit 4, 5 6 en 7 voor woordsoorten.
Kies uit 9 en 11 voor werkwoordtijden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Hoe ver ben je met de opdrachten?


Welke vragen heb je?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak 39: les 1
Maak van 2.8: 
1-1 tot en met 1-4, 9-1, 9-2 en opdracht 11. (digitaal).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies