Les 1

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voorbereiden Toetsweek
Aujourd'hui - CH1 leren + oefenen
Jeudi- Ch 2 leren + oefenen
Vendredi- Ch3 leren  + oefenen 

Slide 2 - Tekstslide

1. Relations
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

vertaal : amoureux
A
liefde
B
verliefd
C
opvoeding
D
vriendschap

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord past het best in deze zin:
Quand on est amoureux, on se donne des...........
A
ados
B
bisous
C
éducation
D
cadet

Slide 5 - Quizvraag

un adulte

Slide 6 - Open vraag

se conduire =

Slide 7 - Open vraag

partager

Slide 8 - Open vraag

épouser =

Slide 9 - Open vraag

s'entendre
A
ontvangen
B
met elkaar opschieten
C
ontmoeten
D
wantrouwen, oppassen voor

Slide 10 - Quizvraag

une dispute =

Slide 11 - Open vraag

poli

Slide 12 - Open vraag

Verbind de Franse woorden met de juiste Nederlandse vertaling.
mishandelen
omhelzen, kussen
omgaan met
ontvangen
maltraiter
embrasser
fréquenter

Slide 13 - Sleepvraag

de achternaam

Slide 14 - Open vraag

een afspraak

Slide 15 - Open vraag

bij mij thuis =

Slide 16 - Open vraag

een echtgenoot (m)=

Slide 17 - Open vraag

Zinnen 
1. As-tu recu une invitation pour l'anniversaire de Claire?
2. Ce sont des grands amis; ils n'ont jamair eu une dispute.
3. Cette fille est très polie. Elle a eu une bonne éducation.
4. Nous sommes tous invités au mariage de Patrick et Mélanie.
5. Son copain ne peut par venir. Peux-tu l'accompagner?

Vertaal straks steeds zoveel mogelijk STUKJES van de zin.


Slide 18 - Tekstslide

As-tu recu une invitation pour l'anniversaire de Claire?

Slide 19 - Woordweb

Ce sont des grands amis;
ils n'ont jamais eu une dispute.

Slide 20 - Woordweb

Cette fille est très polie.
Elle a eu une bonne éducation.

Slide 21 - Woordweb

Nous sommes tous invités au mariage de Patrick et Mélanie.

Slide 22 - Woordweb

Son copain ne peut pas venir.
Peux-tu l'accompagner?

Slide 23 - Woordweb

Zinnen 
1. As-tu recu une invitation pour l'anniversaire de Claire?
Heb je een uitnodiging gehad voor de verjaardag van Claire?
2. Ce sont des grands amis; ils n'ont jamair eu une dispute.
Dit zijn beste vrienden zij hebben nooit een ruzie gehad.
3. Cette fille est très polie. Elle a eu une bonne éducation.
Dit meisje is erg beleefd. Zij heeft een goede opvoeding gehad.
4. Nous sommes tous invités au mariage de Patrick et Mélanie.
Wij zijn allemaal uitgenodigd op de bruiloft van Patrick en Mélanie.
5. Son copain ne peut par venir. Peux-tu l'accompagner?
Zijn vriend kan niet komen. Wil jij meegaan met hem?

Slide 24 - Tekstslide

Nog meer zinnen
1. Le professeur va accueillir le nouvel élève.
2. J'ai acheté un cadeau qui va lui plaire.
3. Mais comme tu est triste! Je dois te consoler?
4. Après 5 ans de mariage, il ont décidé de se séparer.
5. Il va habiter avec son ami, ils vont donc partager une chambre.

Slide 25 - Tekstslide

Nog meer zinnen
1. Le professeur va accueillir le nouvel élève.
De docent gaat de nieuwe leerling ontvangen.
2. J'ai acheté un cadeau qui va lui plaire.
Ik heb een cadeau gekocht dat hem zal bevallen, plezieren.
3. Mais comme tu est triste! Je dois te consoler?
Wat ben je verdrietig! Moet ik je troosten?
4. Après 5 ans de mariage, il ont décidé de se séparer.
Na 5 jaar huwelijk , hebben zij besloten om uit elkaar te gaan.
5. Il va habiter avec son ami, ils vont donc partager une chambre.
Hij gaat wonen met zijn vriend, zij zullen dus een kamer delen.

Slide 26 - Tekstslide